Migrant ervaart „warm welkom” in Amerikaanse kerk Den Haag
Ze werd geboren in het Latijns-Amerikaanse Panama en bracht het grootste deel van haar jeugd door in de Verenigde Staten. Sinds 2005 woont Sheyla Karman (54) met haar Nederlandse man Eric en hun twee kinderen in Den Haag.
Sheyla Karman ontmoette haar echtgenoot op Curaçao, waar ze vanaf 1991 ruim vijf jaar werkte als boekhouder. Later woonden ze samen achtereenvolgens op het eiland Jersey, in Florida en in Brussel. Bijna vijftien jaar geleden vestigden ze zich in het Haagse Statenkwartier.
„Mijn man kreeg een baan in Culemborg, maar we kozen Den Haag als woonplaats. De eerste keer dat ik daar kwam, in 1997, werd ik verliefd op deze stad met z’n fraaie architectuur en z’n internationale karakter. In het Statenkwartier hoor je allerlei talen.”
Hoewel ze geruime tijd in Nederland woont, spreekt Karman bij voorkeur Engels. „Op Curaçao heb ik indertijd privélessen Nederlands gehad. Sinds we hier wonen probeer ik allerlei woorden op te pikken, maar mijn vocabulaire is niet zo groot. Thuis is Engels de voertaal. Met mijn man praten onze kinderen ook wel Nederlands.”
De oudste –geboren in Florida– bezocht in Den Haag een internationale school. „Dat gaf mij de mogelijkheid kennis te maken met mensen uit de hele wereld die hier voor korte of lange tijd wonen. Het hielp me om me hier thuis te voelen.” De jongste, die hier werd geboren, ging naar een Nederlandse school. Dat was een „compleet andere ervaring.” „Het was moeilijk contact te krijgen met andere ouders, meer dan een groet op het schoolplein.”
In haar dagelijks leven is „een mix van culturen” terug te vinden, zegt Karman. Op zondag eet ze graag American pancakes, maar ze maakt eveneens geregeld gerechten uit de Latijns-Amerikaanse keuken. Intussen geniet ze niet minder van Nederlandse gehaktballen, erwtensoep en appelmoes. De typische Amerikaanse traditie van Thanksgiving houdt ze in ere, maar ze viert met haar gezin ook sinterklaas. En als ze Latijns-Amerikaanse muziek hoort, merkt ze dat die haar emotioneel raakt.
Toen haar kinderen klein waren, was Karman „huis- en gezinsmanager.” Inmiddels zijn ze veertien en achttien jaar. Sinds juli heeft Karman een baan als kantoormanager bij de American Protestant Church in Den Haag. Ze is van huis uit rooms-katholiek, maar kwam tweeënhalfjaar geleden met de protestantse kerk in aanraking toen ze werd uitgenodigd voor een Bijbelstudie. „Ik vond er een warm welkom, heb er vrienden gemaakt en merk dat ik door mijn betrokkenheid bij deze kerk ben gegroeid in mijn geloof. Het is een mooie internationale gemeenschap met zo’n 250 leden uit de hele wereld.”
Of ze voorgoed in Nederland zal blijven, weet Karman niet. „We hebben geen plan om te verhuizen, maar je weet het nooit. Ik had vroeger ook niet kunnen denken dat mijn weg ooit naar Nederland zou worden geleid. We zullen zien wat Gods plan met ons is.”