Asielbeleid, permanent werk in uitvoering
Is het Nederlandse asielsysteem een ramp? Als je de PVV moet geloven wel. Toch is het beeld iets genuanceerder, blijkt uit onderzoek. Onderdelen van het beleid zijn internationaal gezien bovengemiddeld effectief.
Zouden ze verheugd zijn opgeveerd, de Tweede Kamerleden van VVD en PVV, toen ze op 18 juni de Volkskrant opensloegen? Vast wel, want het asielnieuws waar de krant die dag mee opende, was niet mals: in twaalf onderzochte EU-landen bleek het gros van de uitgeprocedeerde asielzoekers niet terug te keren naar het land van herkomst. Noorwegen deed het nog het beste; daar vertrok een kwart. In Nederland 18 procent; goed voor een derde plek.
Of toch niet? Nee, want in de berekeningen was een fout geslopen. Nederland bleek de ranglijst aan te voeren. Het percentage terugkeerders, bij nader inzien geen 18 maar 45, bleek in geen ander EU-land zo hoog.
Nog genuanceerder werd het beeld toen het onderzoeksplatform Investico en dagblad Trouw cijfers opdiepten over het veilige-landenbeleid. Voor de niet-ingewijden: de EU-lidstaten hebben de vrijheid om ten behoeve van hun nationale beleid landen aan te wijzen waarvan het aannemelijk is dat de inwoners ervan niet vallen onder het VN-Vluchtelingenverdrag. De asielverzoeken van die inwoners mogen versneld worden afgedaan. Geen enkel land heeft zo’n lange lijst veilige landen als Nederland.
Hoe zit het nu, is dan de vraag. Als Nederland zich zo goed wapent met allerhande rechtsmiddelen, waarom maakt asielstaatssecretaris Broekers-Knol voor de camera’s dan zo vaak een hulpeloze indruk? En hoe kan het dat ageren tegen het asielbeleid voor de PVV al meer dan tien jaar een succesvol speerpunt is?
Gepolitiseerd
Het asiel- en migratievraagstuk raakte in Nederland pas gepolitiseerd in de jaren negentig, door VVD-leider Frits Bolkestein. Diens invloedrijke optreden maakte de weg vrij voor een veel pragmatischer benadering die betrekkelijk laat, namelijk pas in 2000, uitmondde in een algehele herziening van de Vreemdelingenwet.
Wie daar nu wat doorheen bladert, wrijft zich de ogen uit. Verduidelijken dat de vreemdelingenpolitie echt de bevoegdheid heeft om illegalen te vragen hun identiteitspapieren te tonen en ze door te geleiden naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)? De asielprocedures verkorten om te voorkomen dat elke vreemdeling die langer dan drie jaar moet wachten op de uitkomst van zijn asielverzoek, een vergunning moet krijgen? Ja, dat beoogde die wet te regelen. Voor 2000 bood het recht daar niet eens een grondslag voor, omdat het bepleiten daarvan als te omstreden werd gezien.
Bij deze modernisering, die PvdA-staatssecretaris Cohen op zijn naam mocht schrijven, bleef het niet. Het kabinet-Balkenende IV (2007-2010) kwam met het Programma Invoering Verbeterde Asielprocedure (PIVA); een ambitieus maatregelenpakket om de asielprocedure nog verder te versnellen en het uitzetbeleid verder te optimaliseren. En de inmiddels alweer afgetreden staatssecretaris Harbers van Asiel, de voorganger van Broekers-Knol, trakteerde de Tweede Kamer kort na zijn aantreden op weer een actieprogramma: Flexibilisering Asielketen. Doel: het nóg verder versnellen van de procedures.
Kansloos
Hoewel de lijst met de nog te nemen maatregelen al flink was uitgedund, had hij nog enkele pijlen op zijn boog. Zoals het nog eerder veilig stellen van iemands identificatie- en registratiegegevens, zodat deze later niet zoek konden raken. Zoals het schrappen van het gehoor bij kansloze, herhaalde aanvragen. Zoals het invoeren van de plicht om een herhaalde aanvraag in persoon te komen indienen in Ter Apel en het buiten behandeling stellen van alle overige.
Wie deze voorgeschiedenis op zich laat inwerken, begrijpt beter waarom Broekers-Knol zich soms wel radeloos moet voelen: alle foefjes zijn al uitgeprobeerd. Het favoriete middel voor geplaagde bewindslieden –grijpen naar een nieuwe wet, of een wetswijziging aankondigen– werkt hier niet meer, zo constateerde eerder dit jaar ook de onderzoekscommissie Van Zwol. Deze club van wijzen moest in kaart brengen hoe voorkomen kan worden dat uitgeprocedeerde kinderen in Nederland gaan wortelen met als gevolg steeds een nieuwe roep om een pardonregeling. Antwoord: niet met nieuwe wetten. Misschien door het functioneren van uitvoerende diensten als de IND nog verder te optimaliseren. Of door het verbeteren van de diplomatieke betrekkingen met herkomstlanden met het oog op het uitzetbeleid.
Is ons asielbeleid dan failliet? Nee, vergelijk bijvoorbeeld het percentage eerste asielverzoeken dat Nederland inwilligt, met dat van andere landen. Het Nederlandse percentage fluctueert door de jaren heen fors; er zijn uitschieters van ruim 10 tot meer dan 70 procent. Een en ander is sterk afhankelijk van de instroom: veel of weinig uit oorlogsgebieden?
Restrictief
In 2015 vergeleek het onderzoeksbureau van het ministerie van justitie de inwilligingspercentages tussen landen voor vergelijkbare categorieën asielzoekers. De uitkomst was dat Nederland eerder restrictief dan permissief bleek te zijn.
Als Nederland alle EU-asielaanvragen zou moeten afwikkelen zou het gemiddelde inwilligingspercentage 39 procent bedragen. In werkelijkheid lag het op 47 procent. In beroepszaken is Nederland sowieso streng. Vast staat dat 7 tot 8 op de 10 asielzoekers na (hoger) beroep geen vergunning krijgen.
Feit is wel dat elke bewindspersoon die over asiel gaat, te maken krijgt met twee hardnekkige problemen: het al genoemde niet-kunnen uitzetten van alle uitgeprocedeerden én het lastig kunnen aanpakken van asielzoekers die terwijl ze nog in de procedure zitten, overlast bezorgen of in de criminaliteit belanden. Dat laatste vergt namelijk het bedenken van (strafrechtelijke) maatregelen, waarmee de grens van de EU-asielrichtlijnen wordt opgezocht.
Koud kunstje
Dat de PVV al jaren succesvol ageert tegen het asielbeleid komt mede doordat veel media de mislukkingen breder uitmeten dan de successen. Neem de mislukte uitzettingen. Daar nieuws van maken, is een koud kunstje. Je vraagt op hoe vaak een herkomstland weigerde om een onderdaan te erkennen of om reisdocumenten af te geven, dan wel hoe vaak de Dienst Terugkeer & Vertrek een verzoek daartoe introk omdat er geen reactie kwam. Het eerste gebeurde van 2014 tot en met 2018 2310 keer, het tweede 8020 maal. Tel die cijfers op en daar is de kop: Uitzetbeleid liep in vijf jaar 10.000 keer fout. Vervolgens verzwijg je dat Nederland Europees gezien koploper uitzettingen is.
Asielbeleid is een kwestie van hard werken om het laatste beetje manoeuvreerruimte in het vreemdelingenrecht verstandig te benutten. Maar het behelst óók: eraan mogen bijdragen dat medemensen die moeten vluchten voor oorlog of geweld of voor hun levensovertuiging, hier opvang kunnen krijgen. Ook die eervolle kant verdient het om te worden onderstreept.