Baudet: Christelijk onderwijs het beste dat er is
„Het christelijk onderwijs is, in Nederland, het beste onderwijs dat er is”, zei FVD-leider Thierry Baudet zaterdag op een symposium in Gouda.
Baudet reageerde op een opmerking van Driestardocent en conservatief denker Bart Jan Spruyt. Die vroeg de FVD-leider om onomwonden steun te betuigen aan de vrijheid van onderwijs. Baudet: „Blijkbaar bestaan er bij sommige mensen misverstanden over mijn visie op dit punt. Maar ik ben altijd een groot voorstander geweest van christelijk onderwijs. In Nederland is dat onderwijs het beste dat er is. Als het om artikel 23 van onze Grondwet gaat, bestaat er voor mij alleen een niche-probleem: het islamitisch onderwijs.”
Baudet en Spruyt leverden beiden een bijdrage aan een door PKN-predikant Henk Jan Prosman (Nieuwkoop) georganiseerd symposium. Prosman presenteerde daar het door hem vertaalde boek van de Brit Douglas Murray: ”Het opmerkelijke einde van Europa. Immigratie, identiteit en islam”.
Dat de linkse elite de neiging heeft West-Europa prijs te geven aan immigranten en aan de islam, komt door een vreemd soort degeneratie van christelijke waarden, betogen Murray en ook Prosman. „We lijden onder de tirannie van de schuld. Het tijdperk van het kolonialisme wordt in onze tijd als louter negatief gezien. In feite zeggen veel leidende politici van westerse naties: wij zijn vanwege ons kwalijke verleden verplicht zoveel mogelijk immigranten op te nemen en onze cultuur verdient het om te verdwijnen.”
Spruyt herinnerde Baudet eraan dat zij elkaar al zo’n vijftien jaar kennen. Als directeur van de Burkestichting nodigde Spruyt Baudet soms uit voor een bijdrage. „Ooit nam ik van jou een klus over, waarna jij mij een sms-je stuurde met: „Bedankt, Johannes”. Het duurde even ik voor begreep wat jij bedoelde. Maar toen viel het kwartje. Ik was, zoals ooit Johannes de Doper, in jouw ogen de wegbereider. En jij een soort van messias.”
Spruyt moet, sinds de electorale successen van Baudet, vaak aan dat voorval terugdenken. „En ik stel dan eigenlijk een zelfde soort vraag als destijds Johannes de Doper deed: „Ben jij Thierry, degene die komen zou, of verwachten wij een ander?” Ben jij, na mensen als Bolkestein of Fortuyn, de man bij wie het conservatieve gedachtegoed in goede handen is en die er politiek resultaat mee gaat boeken, of niet?”
Een eenduidig antwoord op deze vraag kwam er zaterdag in Gouda niet.