De regering van Ecuador heeft donderdag een einde gemaakt aan een belachelijke situatie: ze ontnam Julian Assange het recht op asiel in de ambassade in Londen. De Britse politie droeg de activist voor het oog van de wereldpers naar buiten.
Zeven jaar lang genoot Assange ‘vrijheid’ in dat ambassadegebouw. De regering van Ecuador zat steeds meer met de kwestie in haar maag. Vorig jaar probeerden de autoriteiten nieuwe afspraken met Assange te maken. Keuken en toilet dienden beter te worden schoongehouden. En hij zou moeten gaan betalen voor voedsel, verblijf en gebruik van alle voorzieningen. Bovendien verdiende zijn kat betere verzorging.
Ook zijn gedrag moest verbeteren. Skateboarden door de gangen gaf niet alleen overlast, maar daarbij gingen ook dingen stuk. Bovendien maakte Assange ruzie met het personeel. Volgens een rapport was de stank in zijn omgeving niet te harden en smeerde hij poep aan de muur.
Iedereen zou natuurlijk vreemd gedrag gaan vertonen als hij altijd in een kleine ruimte zit zonder de mogelijkheid om –zoals in een ‘echte’ gevangenis– even op de binnenplaats te luchten. Stress is in die omstandigheden een voorspelbaar verschijnsel.
De situatie doet denken aan die van de ambassade van Nederland in Zuid-Afrika. De Nederlandse anti-apartheidsactivist en wapenhandelaar Klaas de Jonge wist in 1985 die ambassade binnen te dringen. Daar verbleef hij vervolgens twee jaar. Er was een verbouwing nodig om het kantoor om te smeden tot een soort hotel.
Assange en De Jonge maakten gebruik van een internationale afspraak dat het gastland geen arrestaties verricht op terreinen van ambassades. Dat geeft diplomaten vrijheid om kritiek op het gastland te uiten zonder bang te zijn ‘s avonds te worden opgepakt. Deze regel is dus bedoeld om het diplomatiek verkeer te helpen, en niet om voortvluchtige verdachten onderdak te bieden. Het onderdak aan Assange was dus niets minder dan een zeven jaar durende provocatie van Groot-Brittannië.
De vraag is wat Ecuador ooit heeft bezield om hieraan te beginnen. Drie landen hadden een arrestatiebevel tegen Assange uitgevaardigd. In Zweden vanwege twee gevallen van seksuele misdraging, in de Verenigde Staten vanwege het stelen van staatsgeheimen, en in Groot-Brittannië vanwege het schenden van afspraken over voorlopige vrijlating. De meeste van deze zaken zouden ook in Ecuador strafbaar zijn.
Velen zien Assange als ridder van het vrije woord. Dat is natuurlijk onzin. Het dumpen van staatsgeheimen op internet heeft niets te maken met de vrijheid om eigen inzichten uit te dragen. Net als een directie en een kerkenraad heeft de overheid het recht om –in het belang van de burger– zich in beslotenheid te beraden op de toestand in de wereld. Daarom is het goed dat Assange uiteindelijk kan worden berecht.