Koningin Máxima in Jordanië
Koningin Máxima is maandagmorgen in het frisse en regenachtige Amman op stap gegaan in haar rol als speciaal pleitbezorger van de Verenigde Naties. Ze wil leren hoe verschillende projecten uitpakken die de inwoners van Jordanië beter toegang moeten geven tot financiële diensten.
Jordanië mikt daarbij vooral op digitale diensten, omdat daarmee het snelst en het best vooruitgang kan worden geboekt. De koningin heeft haar bezoek vorige maand al gedeeltelijk doorgesproken in de wandelgangen van het Wereld Economisch Forum in het Zwitserse Davos. Daar sprak ze met de Jordaanse premier Omar al-Razzaz, die ze dinsdag aan het einde van haar verblijf opnieuw ontmoet.
Daar waar bijna alle Nederlanders wel één of meer bankrekeningen en verzekeringen hebben en betalingen in luttele seconden via app of internet kunnen verrichten, is dat in Jordanië nog toekomstmuziek. De centrale bank heeft becijferd dat slechts een op de drie inwoners toegang heeft tot de genoemde financiële diensten. Onder vrouwen en de 3 miljoen vluchtelingen –de helft van hen komt uit Syrië– ligt dat nog lager.
Geen toegang hebben tot ogenschijnlijk simpele zaken zoals de mogelijkheid geld te ontvangen en te versturen, leningen te krijgen of een verzekering te kunnen afsluiten, hindert de zelfontplooiing van de inwoners en houdt de economische ontwikkeling van Jordanië tegen. Vandaar dat er een plan van aanpak ligt.
Aanjager
Koningin Máxima houdt zich voor de VN nu al tien jaar met deze materie bezig. Ze is inmiddels meer dan een ervaringsdeskundige. Voor veel landen is de koningin aanjager, adviesdienst, consultant en klankbord tegelijk. Ze kan de nationale plannen tegen het licht houden, suggesties doen voor verbeteringen en aanvullingen, putten uit een enorm reservoir van voorbeelden uit andere landen en ook zeer kritische kanttekeningen maken. Niet als betweter, maar om de kans van slagen te vergroten.
Soms echter houdt Máxima zich in. Bijvoorbeeld wanneer een regering of minister met een weinig realistisch lijkend voorstel komt om de financiële toegankelijkheid in recordtijd te bereiken. „Heel ambitieus”, noemt ze dat dan, zonder blikken of blozen.
Jordanië echter lijkt prudent. Het is voor het eerst dat Máxima een land bezoekt met een kleine bevolking: nog net geen 10 miljoen. Succes hier heeft op het grote aantal mensen dat wereldwijd geen toegang heeft tot financiële diensten (1,7 miljard) weinig invloed. Eerdere VN-reizen gingen vaak naar volkrijke staten zoals China, India, Indonesië, Bangladesh, Ethiopië en Nigeria. Maar net als de VN er voor iedereen zijn, is Máxima dat in haar rol als pleitbezorger ook voor alle lidstaten.
Ontheemd
Bovendien komt in Jordanië nog een onderbelicht aspect aan de orde: ervoor zorgen dat vluchtelingen en ontheemden ook toegang krijgen. Dat vergroot hun ontwikkelingskansen, zo werd vorig jaar al duidelijk tijdens een conferentie in Den Haag, waar ook prins Jaime aan het woord kwam. En wat voor vluchtelingen in Jordanië werkt, kan ook elders in de wereld worden toegepast. Met mobiel bankieren zijn er hoopgevende mogelijkheden.
Vandaar dat er maandagmiddag uitgebreid aandacht is besteed aan verschillende aspecten van de hulp, die onder meer wordt geboden door de VN-vluchtelingenorganisatie UNCHR. Die is ook hard bezig om het oude systeem, waarbij mensen hun hand moesten ophouden om steun te krijgen, te vervangen door manieren waarbij ze zelf hun handen kunnen gebruiken. Dat gebeurt onder meer met ”in cash relief”, rechtstreekse financiële hulp.
Maar wie geld krijgt en daardoor zelf beslissingen kan nemen en keuzes maken, moet dan ook kunnen sparen, een bankrekening openen en betalingen verrichten. Daarbij is weer goede registratie en identificatie belangrijk. De UNHCR heeft in Jordanië biometrische registratie ingevoerd: 93 procent van de 658.000 geregistreerde Syrische vluchtelingen heeft op die manier een fraudebestendig identiteitsbewijs. Koningin Máxima gaat kijken bij een vluchtelingengezin dat steun krijgt uit het cashprogramma om te horen wat de steun in de praktijk betekent.
Digitaal
Daarna spreekt ze in het Prinses Basra Gemeenschapscentrum met studenten die via UNHCR een ”digitale beurs” krijgen, die door middel van een zogenoemde mobiele portemonnee wordt verstrekt. Aanschaf van studieboeken en betaling van collegegeld gaan bijvoorbeeld digitaal. De studenten kunnen tijdens de ontmoeting hun ervaringen delen en vaak hoort de koningin in dit soort gesprekken met ‘gebruikers’ ook waar de knelpunten in een op papier mooi bedacht systeem zitten.
Dat kan soms verrassend zijn, zoals Máxima enkele jaren geleden ervoer in Bangladesh. De in de kledingindustrie werkende vrouwen waren blij dat ze hun loon mobiel kregen gestort en dat ze veel gemakkelijker geld naar huis konden sturen. Wat hun niet beviel, waren de tekstberichten met het saldo van de rekening. Die zagen hun echtgenoten immers ook en daardoor was het hard verdiende geld niet langer veilig. Het was in hun ogen beter als die eigenlijk wel belangrijke sms’jes achterwege bleven.
Spanningen
Tot slot van Máxima’s verblijf in het Basra Gemeenschapscentrum is een gesprek gepland met buurtbewoners en vluchtelingen. Veel van de in Jordanië verblijvende vluchtelingen wonen niet in kampen maar gewoon tussen de Jordaanse bevolking. Dat heeft regelmatig tot spanningen geleid, mede omdat het grote aantal vluchtelingen een grote wissel trekt op de bronnen van de toch al niet rijke staat.
In het buurtcentrum proberen de UNHCR en het Jordaanse Hasjemitische Fonds voor Menselijke Ontwikkeling de verschillende bevolkingsgroepen bijeen te brengen. Máxima is daarbij vooral ook geïnteresseerd in de wijze waarop toegang tot financiële diensten kan helpen een nieuw bestaan op te bouwen.