Opinie

Liefhebber van houtstook mag klager niet zomaar brandmerken als zeurpiet

Dat je aan Zwarte Piet je vingers kunt branden, is wel duidelijk. Diepgewortelde tradities laten zich, zelfs met redelijke argumenten, niet zomaar weggummen. Dinsdag werd het dossier paasvuren weer even opgerakeld, ook al zo’n oud gebruik en eveneens een dat de gemoederen verhit.

Hoofdredactie
3 October 2018 14:09Gewijzigd op 17 November 2020 04:44
beeld ANP
beeld ANP

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) presenteerde een onderzoek waaruit blijkt dat paasvuren evenveel fijnstof uitstoten als afgestoken vuurwerk rond de jaarwisseling.

Fijnstof is een vorm van luchtvervuiling en bestaat uit minieme deeltjes (bijvoorbeeld roet) die in de lucht zweven. Niet alleen zware industrieën en intensieve veehouderijen vormen een bron van die vervuiling, ook het gebruik van de auto of een houtkachel veroorzaakt fijnstof.

Ouderen en mensen met hart-, vaat- of longaandoeningen ondervinden hier veel last van. En voor wie niet oud of ziek is: fijnstof is gewoon ongezond.

Voor paasboakes, zoals de paasvuren in het oosten van Nederland ook worden genoemd, zijn de afgelopen jaren steeds meer restricties opgesteld. Waar vroeger allerhande troep en vuilnis naar de stookplaats werd gesleept, is vandaag de dag alleen –wat wordt genoemd– schoon hout toegestaan. Dat is winst.

Toch zijn paasvuren niet schoon te noemen. Op jaarbasis gaat het wat de uitstoot van fijnstof betreft om 0,5 procent van de totale landelijke emissie, aldus het RIVM. Dat lijkt verwaarloosbaar, maar zo eenvoudig ligt het niet.

Paasvuren branden gedurende twee dagen per jaar. Net als bij vuurwerk gaat het dus om een piekuitstoot van fijnstof. Dit jaar leidde de stankoverlast door vreugdevuren in het oosten van het land en in Duitsland tot veel klachten in West-Nederland.

Wie vervolgens wat discussies naleest, kan niet anders dan concluderen dat paasvuren vergelijkbare reacties oproepen als die over de beroete knecht van Sinterklaas. Hete hoofden, koude harten.

De periode om af te koelen –van Pasen tot Pasen– is gelukkig vrij ruim. Maar de problemen zijn daarmee niet geneutraliseerd. Ook dicht bij huis wordt er veel –en misschien wel steeds meer– gestookt.

Hout- en pelletkachels, open haarden en niet te vergeten zogenoemde tuinkachels zijn geen bijzonderheid meer. Dat heeft gevolgen, ook al wordt er nog zo volgens de regels gestookt. Wat voor de een toppunt van gezelligheid heet, is voor de ander bron van ellende.

Zeker in woonwijken kunnen liefhebbers van houtstook het niet maken om klagers simpelweg te brandmerken als ordinaire zeurpieten. Daarvoor liggen er inmiddels te veel feiten op tafel die een rem op het aansteken van de houtkachel rechtvaardigen.

De overheid en belangenorganisaties als de Stichting Houtrookvrij en de Stichting Nederlandse Haarden- en Kachelbranche werken aan goede voorlichting over houtrook. Het is te hopen dat die vonk overspringt.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer