De Hemsin in Turkije, een volk zonder identiteit
In Turkije hebben niet alleen christelijke minderheden het moeilijk. In de politieke onrust na de mislukte staatsgreep van juli 2016, kregen ook de Hemsin-minderheid te maken met vervolging.
Op 19 oktober viel de Turkse politie het huis binnen van Cemil Aksu en diens echtgenote Nurcan gearresteerd. Beiden zijn politieke activisten die zich op de sociale media regelmatig kritisch uitlieten over de Turkse regering. Bovendien komen ze op voor de Hemsin, een van oorsprong christelijke minderheid.
Gezien het huidige maatschappelijke klimaat in Turkije kwam hun arrestatie niet als een verrassing. Hoewel het duo begin december weer werd vrijgelaten, bleek uit een kort daarna gepubliceerd overzicht van een internationaal gezelschap van journalisten dat er in geen enkel land ter wereld momenteel zoveel journalisten achter de tralies verblijven als in Turkije.
De arrestatie van Cemil Aksu en zijn vrouw Nurcan laat het licht schijnen op de situatie van een etnische groep die in het Turks de ”Hemsins” wordt genoemd. Cemil Aksu publiceert regelmatig over de geschiedenis van deze bevolkingsgroep. Die bestaat van oorsprong uit christelijke Armeniërs, maar is in de loop van de eeuwen –vaak onder dwang– geïslamiseerd.
De geschiedenis van deze Hemsins begint in Vaspoerakan. Dat is een gebied tussen het Vanmeer in oostelijk Turkije en het Urmiameer in Iran. Deze regio wordt wel beschouwd als de geboorteplek van de christelijke Armeense beschaving. De Amatunidynastie regeerde hier zo’n 1500 jaar geleden over een van de oudste Armeense vorstendommen. In de achtste eeuw werden ze door de Arabische veroveraars gedwongen om te vertrekken.
De vlucht van de bevolking van Vaspoerakan werd een ware exodus. De koninklijke familie emigreerde samen met het volk naar het huidige Turkije. Prins Hamam bouwde hier een nieuwe hoofdstad die Hamamshen werd genoemd, wat ”de stad van Hamam” betekende. Dit werd ”Hemsin” in het Turks. Aan die aanduiding ontleent de huidige minderheidsgroepering zijn naam.
Bloedbaden
Door de eeuwen heen vonden er in het nieuwe woongebied van de Hemsin talloze tragedies en bloedbaden plaats. Toch wist de groep zijn Armeense cultuur en christelijke religie te bewaren. Hun nieuwe woongebied maakte onderdeel uit van het christelijke Byzantijnse rijk. Dat beschermde hun christelijke identiteit. Alles veranderde echter toen het Byzantijnse rijk in elkaar stortte en werd veroverd door de Osmaanse Turken. Vanaf de 17e eeuw werden de christelijke Hemsin-Armeniërs veelal gedwongen geïslamiseerd.
Na de inval van de Turken sloeg opnieuw een deel van de Hemsin op de vlucht. De nazaten van deze groep woont heden ten dage in Georgië en zuidelijk Rusland. Zij wisten hun christelijk geloof te behouden.
De historicus en journalist Vicken Cheterian schrijft over de tragiek van de Hemsin in zijn boek ”Open Wounds: Armenians, Turks and a Century of Genocide”. Hij merkt ondermeer op dat binnen de grenzen van het huidige Turkije de „Hemsins die ervoor kozen om christen te blijven werden gedeporteerd of vermoord.”
Het huidige aantal Hemsins in Turkije wordt op 150.000 geschat. De komst van de Turkse seculiere staat in 1924 betekende niet het einde van hun problemen. Er volgde een assimilatiepolitiek door de nieuwe machthebbers. Zij wilden de Hemsins en andere minderheden ”Turkificeren”.
Identiteit
De Turkificatie van de Hemsin mag dan grotendeels geslaagd zijn, toch steekt de Turkse overheid nog energie in het opruimen van de laatste restjes weerstand hiertegen onder de Hemsin. Vandaar dat het Cemil en Aksu Nurcan opgepakt werden. Als waarschuwing aan hun adres en dat van andere Hemsin om het niet in hun hoofd te halen om buiten de kaders van Turks-islamitische overtuigingen te denken.
Nummer 31 op ranglijst
Turkije is naast Azerbeidzjan (plaats 45) het enige Europese land dat voorkomt op de woensdag gepresenteerde Ranglijst Christenvervolging 2018 van Open Doors. Turkije staat maar liefst op plaats 31, een stijging van zes plaatsen ten opzichte van 2017. Turkse christenen met een moslimachtergrond staan het meest onder druk. Zij worden gezien als landverraders. Ook de gemeenschap en lokale autoriteiten werken hen tegen. Door de aanwezigheid van islamitische fundamentalisten en het Turkse nationalisme neemt het aantal geweldsincidenten tegen christenen toe. Ook buitenlandse christenen in Turkije worden beperkt in de mogelijkheid om samen te komen.