De aloude regel uit het Lutherlied „Geen aardse macht begeren wij”, leidde tijdens een SGP-bijeenkomst tot hilariteit. Met overtuiging zongen de SGP’ers na afloop een betere vertaling.
„Geen aardse macht”. Zo luidde de titel van de lezing die de vicepresident van de Raad van State, Donner, afgelopen donderdag hield tijdens de Guidolezing van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP. De titel was afgeleid uit de eerste regel van het tweede couplet van het Lutherlied: „Geen aardse macht begeren wij.”
De voorzitter van het WI, Klaassen, kreeg de lachers op zijn hand toen hij meldde dat heel even was overwogen om een klein koortje van SGP-vrouwen dit couplet te laten zingen. SGP’ers houden wel van een goede grap.
Ook Donner kon het niet laten om op deze regel in de gaan: „Het gaat in de politiek bij uitstek om aardse macht. Als dat niet zo is, was de oprichting van de SGP 100 jaar geleden een vergissing...”
WI-bestuurslid prof. De Vries, die de afsluiting verzorgde, zette alles weer recht. De vertaling „Geen aardse macht begeren wij”, blijkt niet juist. Het origineel luidt: „Mit unsrer Macht ist nichts getan, wir sind gar bald verloren.”
Daarom zongen de SGP’ers aan het eind van de avond uit volle borst een vernieuwde vertaling uit de Hervormde bundel van 1938: „Met onze macht is ’t niets gedaan: wij zijn alras verloren. Maar d’ een’ge, die ons bij kan staan, God heeft Hem ons verkoren.”