Kerken in Nederland zijn heftig in de rui maar de koster geeft het niet op. Hij (of zij) blijft dienstbaar, tijdens erediensten, huwelijken en begrafenissen, als de broeders van de kerkenraad vergaderen en als de jeugd bijeen is op catechisatie of vereniging. De koster blijft bezig, ook als geen mens het ziet, met zorgen en stofzuigen, soppen en schoonmaken, met het luiden van de klokken, het openen van de deuren op zondagmorgen, het gastvrij onthalen van gasten en, als het duister van de zondagavond valt, het omdraaien van de sleutels. Dat alles bij elkaar heet: ”kosteren”.
In het boek ”Een dienstbaar volkje. Kosters in het Nederland van nu” brengen fotograaf Edith Gerritsma en journalist Andrea Hijmans vijf van hen –drie kosters en een kostersechtpaar– uitvoerig in beeld. Het gaat om Tineke Hennipman, koster van de Dorpskerk in Abcoude, Huub van Bemmelen, koster van de katholieke Antoniuskerk in De Hoef, Esther en Michel Prigge, kostersechtpaar van de baptistengemeente in Leiden, en Sven Bergström, koster van twee kerken in Amsterdam-Zuid.
Het kostersboek levert aardige typeringen op van wat een koster is. Hier zijn er drie: ”De spin in het web en de olie in de motor”, ”Het sociale gezicht van de kerk” en ”De kerk zelf”.
De kerk verkeert in zwaar weer. Gaat de koster verdwijnen? Iemand in dit boek is ervan overtuigd dat er een tijd komt „waarin de kerken weer zullen groeien. Meer bezoekers, meer inkomsten, meer geld voor kosters.”
Boekgegevens
”Een dienstbaar volkje. Kosters in het Nederland van nu”, Edith Gerritsman, fotografie; Andrea Hijmans, teksten; uitg. d’Jonge Hond, Den Haag, 2017; ISBN 978 94 91525 61 2; 159 blz.; € 29,95.