Aftapwet is er voor de veiligheid, niet voor de privacy
Dat veiligheid en privacy in deze tijd nog maar moeilijk samengaan, bewijst de discussie over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). De Tweede Kamer debatteerde woensdag over hervormingen in deze ‘aftapwet’. Er ligt een voorstel dat de AIVD en MIVD vergaande bevoegdheden geeft om dataverkeer te onderscheppen.
De gedachte dat de Nederlandse inlichtingendiensten nooit een mailtje van u onder ogen zullen krijgen, is een illusie als de nieuwe wet wordt aangenomen. Of u nu een brave burger bent of niet, bij voldoende aanleiding kunnen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst straks alle dataverkeer aftappen wanneer daar aanleiding voor is.
Ook van u, zelfs al heeft u persoonlijk niets met de aanleiding te maken. Bestaat er een vermoeden dat zich ergens in een dorp of stadsdeel mensen ophouden met terroristische motieven, dan zijn de diensten bevoegd om in een bepaalde straal alles te verzamelen. Belt een familielid of vriend een keer naar Syrië, is de kans groot dat ook gesprekken en dataverkeer van zijn sociale omgeving worden gecontroleerd. Dat geldt niet alleen voor mails, maar ook voor internetgegevens en social mediacontacten. Een enorm verschil met de huidige wetgeving, die slechts toestaat om één internetverbinding per keer af te tappen.
De laatste herziening van de Wiv vond vijftien jaar geleden plaats. In 2002 was het veiligheidsvraagstuk van een andere orde dan nu. De directe dreiging van terrorisme was kleiner. Een meerderheid in de Tweede Kamer wil om die reden de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten sterk uitbreiden. Dat kan niet zonder aan onze privacy te tornen. Critici van het huidige voorstel vinden de aanpassing van de wet veel te ver gaan. Afgelopen najaar uitte de Raad van State al stevige kritiek, later deed ook de Raad voor de Rechtspraak dat.
In het wetsvoorstel staat weliswaar dat een onafhankelijke commissie akkoord moet geven voor elke onderzoeksopdracht. Met andere woorden, de inlichtingendiensten mogen niet lukraak aan de gang gaan. Tegenstanders zijn bang dat de AIVD en MIVD deze Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) onvolledig zullen informeren, waardoor een afgewogen oordeel onmogelijk is. De TIB heeft zelf immers geen toegang tot gegevens. Een ander punt van kritiek is dat gegevens drie jaar mogen worden bewaard. In de praktijk zal het grootste deel van de data direct worden gewist, simpelweg omdat ze anders veel te veel digitale ruimte in beslag nemen. Maar elk spoortje informatie dat wellicht later nog waardevol kan zijn, blijft behouden. Want hoe meer verzamelde gegevens, hoe makkelijker het is om verbanden te ontdekken en daarmee potentieel gevaar te onderdrukken.
De kans dat de wetswijziging wordt aangenomen, lijkt groot. Als dat geschiedt, kan het ook gebeuren dat verzamelde gegevens zonder een eerste controle direct worden doorgespeeld naar inlichtingendiensten van bevriende landen. Voorstanders erkennen dat de wet daarmee de privacy van burgers aantast. Dat weegt in hun ogen echter niet op tegen het veiligheidsbelang. Veiligheid en privacy bijten elkaar nu eenmaal. En dus kunnen uw privéberichten in de nabije toekomst minder privé zijn dan u eigenlijk zou willen.