Partijen houden bedenkingen bij „aftapwet”
Een aantal oppositiepartijen houdt grote bedenkingen bij de ‘aftapwet’, die de inlichtingendiensten uitgebreidere toegang tot informatie via de kabel moet geven. GroenLinks, SP en D66 vragen zich af of de bevoegdheden niet te ver gaan en vinden het toezicht erop niet sterk genoeg. De Tweede Kamer sprak woensdag over het wetsvoorstel.
De partijen vrezen een ‘sleepnet’ waarmee de inlichtingendiensten AIVD en MIVD meer data dan nodig verzamelen, waaronder communicatie van onschuldige burgers. In de wet wordt volgens hen niet voldoende uitgesloten dat dit kan gebeuren. Ook is er kritiek op de termijn van maximaal drie jaar dat gegevens mogen worden bewaard.
Een ruime meerderheid van in ieder geval VVD, PvdA, CDA, PVV en SGP steunt de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). De oude inlichtingenwet is van 2002. Daarmee kunnen de diensten telecommunicatie in de ether onderscheppen. De bulk van de communicatie loopt tegenwoordig via de kabel.
Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) bezweert dat er geen massasurveillance plaats gaat vinden. Volgens hem worden de aftapbevoegdheden alleen ingezet na een gerichte onderzoeksopdracht, die automatisch de reikwijdte beperkt.
De Kamerleden wezen Plasterk ook op kritiek die de toezichthouder CTIVD heeft geuit. Die vindt dat het wetsvoorstel geen duidelijke beperkingen geeft voor de inzet van de bevoegdheden. Effectief toezicht op de activiteiten van de AIVD en MIVD is daardoor niet goed mogelijk, volgens de CTIVD.
Plasterk ziet dat niet als een probleem: „Ik denk dat je de wet uitholt als je het kader nu al gaat stellen”. Volgens de minister zal in de praktijk duidelijk worden waar de grenzen liggen.
SP-Kamerlid Ronald van Raak verliet tijdens het debat boos de zaal. Dat gebeurde nadat Plasterk in reactie op de kritiek had gezegd dat de regering en de diensten geen kwade intenties hebben en alleen maar proberen Nederland veilig te houden. Van Raak voelde zich neergezet als „halve landverrader” en zei dat hij als volksvertegenwoordiger alleen maar zijn werk doet als hij de regering kritisch bevraagt.