Opinie

Rek Bijbelse echtscheidingsgrenzen niet op

Het is onwenselijk om in de kerk de grenzen van echtscheiding op te rekken met een beroep op de barmhartigheid, reageert ds. W. Silfhout op dr. G. A. van den Brink.

ds. W. Silfhout
8 December 2016 14:25Gewijzigd op 16 November 2020 23:56
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Dr. G. A. van den Brink reageert in het RD van 2 december op een opinieartikel van mijn hand (RD 24-11). De auteur gaat er wat gemakkelijk aan voorbij dat ik ook heb gewezen op het feit dat verschillende (nadere) reformatoren een ruimere visie hadden op echtscheiding en hertrouwen. Daar zou nog wel meer over te zeggen zijn. Het voeren van een citatenoorlog via de krant is echter niet erg vruchtbaar.

Door de vraag te stellen of ik misschien zou willen beweren dat de Westminster Catechismus buiten de (hoofd)lijn van de (Nadere) Reformatie valt, krijgt een discussie over een zo teer en gevoelig onderwerp een nare bijsmaak. Maar dit terzijde.

Maar al zou aan de hand van allerlei citaten van oudvaders, waarvan velen een ruime opvatting huldigen over echtscheiding en hertrouwen en anderen daarin (zeer) beperkt zijn, en al zouden dan de voorstanders van de ruime opvatting in de meerderheid zijn, dan nog hebben we ons in de eerste plaats te richten naar de Schrift.

Ds. Van den Brink stelt dat ik mezelf tegenspreek, gelet op het boekje ”De heilige huwelijke staat”. Hij schrijft dat ik dat boekje geschreven heb samen met een commissie. Dit boekje bevat echter een rapport dat door de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten is aanvaard en uitgegeven.

Het ontgaat mij verder dat ik in mijn artikel een andere lijn zou voorstaan dan in dit rapport is neergelegd. In dat rapport is op grond van een nauwkeurige exegese van de Schriftgegevens gekomen tot de opvatting dat echtscheiding en hertrouwen alleen mogelijk zijn op grond van overspel. De zogenaamde ”religionis causa”, en dan in de zin zoals de apostel Paulus daarover spreekt in 1 Korinthe 7 en waarop in ”De heilige huwelijke staat” uitvoerig wordt ingegaan, zal slechts in uitzonderlijke gevallen van toepassing zijn. Het gaat daar om het geval dat een heidense man zijn christelijk geworden vrouw verlaat.

Ds. R. van Kooten en ik zijn overigens niet de enigen die dit standpunt huldigen, zoals ds. Van den Brink stelt. Ik zou kunnen wijzen op het boekje ”Better to marry” van David J. Engelsma (in het Nederlands verschenen onder de titel ”Samengevoegd”, met een woord vooraf van ds. R. van Kooten). Engelsma wijst zelfs hertrouwen af, ook in het geval van overspel van een der echtgenoten.

Ik schreef in mijn eerste reactie dat ik niet voorbij wil gaan aan de weerbarstige praktijk. Je hart breekt soms als je hoort wat echtelieden elkaar kunnen aandoen. Maar dat is wat anders dan met een beroep op de barmhartigheid de grenzen oprekken. Grenzen waarvan we eerlijk menen dat Gods Woord ons die geeft. Als we dat doen, is het gevaar levensgroot dat de burgerlijke echtscheidingsgrond ”duurzame ontwrichting” ook in de kerk gemeengoed wordt. En daar willen we toch niet naartoe?

De auteur is emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten.

----

Lees hier alle artikelen over dit onderwerp.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer