„Een onafzienbare stroom drek” krijgen redacteuren van het Nieuw Israëlietisch Weekblad over zich heen. Het werd deze week de kop boven een column van adjunct-hoofdredacteur Bart Schut. „Ik kan elke dag aangifte doen.”
Dat doet hij overigens niet als hij weer eens wordt beledigd of bedreigd. „Meestal wordt de zaak toch geseponeerd. Als de zaak wel behandeld wordt, volgt er zelden straf. In het gunstigste geval wordt na drie jaar een kleine taakstraf opgelegd. Daarvoor ga ik niet uren op een naargeestig politiebureau zitten.”
Intussen stroomt de drek maar door. Berichtje via Facebook: „Wanneer gaat er een kogel door je kop?” Tweet: „Smoel houden, Jude.” Andere twitteraar: Joden zijn „varkens, apen en verachte wezens.” Vergelijkingen met duivels en kanker komen ook veelvuldig voorbij.
Geen probleem
Van de schrijvende redacteuren van het NIW is Schut de enige niet-Jood. Tot verbazing van beledigers, die maar niet kunnen begrijpen dat hij bij een Joods blad is gaan werken. En de stroom barst weer los: nepjood, verrader, hoe durft hij voor „de grootste bloedzuigers” te werken.
Niemand waarschuwde Schut daarvoor toen hij vijf jaar geleden voor het NIW ging schrijven en er twee jaar later als adjunct-hoofdredacteur in dienst trad. „Mijn collega’s waren het kennelijk zo gewend dat ze me niet inlichtten.”
Schut legde een verzameling aan: „Ik spaar de screenshots van alle beledigingen en bedreigingen. Mensen stalken ons soms. Als ik een belediger blokkeer, gaat hij via een andere account verder met spuien. Antisemitisch gedrag is een obsessie voor mensen. De grofheid neemt toe; er zit geen filter meer op. Het hek is van de dam. En het lijkt wel alsof het in Nederland steeds minder als een groot probleem gezien wordt.”
Daar heeft de journalist wel een verklaring voor. „Joden hebben het verkeerde kleurtje; ze worden bij de blanken ingedeeld. Beledigingen zijn tegenwoordig pas erg als ze op bruine of zwarte mensen gericht zijn.”
Immens probleem
Intussen is het probleem immens, zegt Schut. „Iedereen die zich op sociale media als Jood presenteert, kan erop rekenen geschoffeerd te worden. En zeker als je je inzet voor een Joodse organisatie.”
De beledigingen komen –ruwweg ingedeeld– van drie kanten: „Van extreem links, extreem rechts en uit islamitische hoek. Die laatste twee groepen zijn vooral grof. Extreem links probeert elke Jood als zionist neer te zetten.”
Bedreigingen zijn er ook veel. „Hoe vaak ik al te horen heb gekregen dat ze mijn moeder gaan verkrachten... Of ze gaan mijn vrouw of ons tweejarig zoontje iets aandoen. Vrijwel geen enkel dreigement wordt uitgevoerd; dat weet je. Ik maak me meer zorgen mensen die handelen zonder dat ze gedreigd hebben, zoals de aanslagplegers in Nice en Wenen. Schelden is vervelend, racistisch en onbeschoft, maar daar blijft het meestal bij.”
Geheim adres
Schut, die zelf op Twitter ook van leer trekt en stevige taal niet schuwt, is „onbewust” toch wel veel met veiligheid bezig. „Weinig mensen weten waar ik woon.”
Nog minder mensen weten het werkadres. Schut verwijst naar het NOS-besluit van afgelopen maand om het omroeplogo van haar satellietwagens te verwijderen vanwege bedreiging en intimidatie door bijvoorbeeld geradicaliseerde boeren of activisten van Viruswaarheid. „Natuurlijk is dat verschrikkelijk. Maar wie maakt er zich druk om dat het NIW –als enige redactie in Nederland– al meer dan vijf jaar op een geheim adres zit? Het lijkt wel alsof het mensen niet interesseert.”
Steeds weer gehaat
De vraag naar een verklaring voor antisemitisme is al vele eeuwen oud. „Eerst werden Joden gehaat om hun geloof, daarna om hun ras, sinds 1948 om hun staat, en tussentijds soms om hun welvaart. Een eenduidige verklaring is er dus niet. Joden behoorden in Europa tot de eersten die anders waren dan anderen waren; dat heeft een rol gespeeld. Ze bleven zichzelf. Dat roept haatgevoelens op onder de meerderheid van de bevolking. En die gevoelens zijn vaak misbruikt door machthebbers. Ik zie het bij een aantal Nederlandse politici nog steeds. De diepste oorzaak van antisemitisme weet je pas als je kunt doorgronden hoe mensen ertoe komen een ander te haten.”