Tale Kanaäns: heilige constante of teloorgaande traditie?
De tale Kanaäns past bij een context waarin mensen voor de verwoording van geestelijke ervaringen putten uit de oudvaders, uit bekeringsgeschiedenissen en uit wat ze horen tijdens gezelschappen. Dat gebeurt nog steeds wel, maar minder dan voorheen.
Door diverse mensen is geconstateerd dat de tale Kanaäns, de taal die bevindelijk gereformeerden gebruiken om over bevindelijke zaken te spreken, na 1950 teruggedrongen is. Cornelis van de Ketterij, een taalkundige die onderzoek deed naar de tale Kanaäns, stelde in 1972 bijvoorbeeld dat in De Saambinder na 1950 minder tale Kanaäns gebruikt werd dan voor 1950. In dit artikel ga ik in op het gebruik van de term ”tale Kanaäns” en op het taalgebruik dat met de term aangeduid wordt. Ik concentreer me daarbij op De Saambinder en op de periode 1920-2014.
Bezorgd
De Saambinder bevat van 1920 tot en met 2014 70 artikelen met de term ”tale Kanaäns” of een variant daarvan. Slechts 3 artikelen dateren van voor 1950, 67 van daarna. De term wordt na 1950 in De Saambinder dus veel vaker genoemd dan daarvoor. Vanaf 1970 is er opnieuw sprake van een toename van artikelen met deze term ten opzichte van de jaren daarvoor.
In de 70 artikelen wordt met tale Kanaäns doorgaans in de eerste plaats een bepaalde geloofshouding aangeduid. Pas in 1970 wordt tale Kanaäns voor het eerst gedefinieerd als een geheel van bijzondere woorden en uitdrukkingen die gebruikt worden om geestelijke ervaringen mee aan te duiden. Na 1970 bestaan beide opvattingen van het begrip tale Kanaäns naast elkaar. Er wordt regelmatig gesteld dat tale Kanaäns in de zin van een specifiek taalgebruik minder gebruikt en minder goed begrepen wordt dan in eerdere tijden. Deze gegevens wijzen erop dat een deel van de auteurs van De Saambinder bezorgd is over vervreemding van het specifieke taalgebruik onder de achterban. Een logische vervolgvraag is of deze zorg gepaard gaat met een daadwerkelijke vermindering van het taalgebruik.
”Praatchristen”
Een eventuele vermindering in het gebruik van de tale Kanaäns kan op verschillende manieren onderzocht worden. Eerder analyseerde ik, in het kader van mijn masterscriptie, preken van predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten uit de jaren rond 1930, 1970 en 2010. Ik concludeerde dat er in het algemeen inderdaad sprake is van vermindering. Bepaalde woorden en uitdrukkingen, bijvoorbeeld ”dis des verbonds”, ”huis des Heeren” en ”Gods volk”, werden echter evengoed in de recente als in de oudere bronnen gebruikt.
Recent heb ik voor een digitale benadering van de vraag gekozen, waarbij ik me gebaseerd heb op het proefschrift van Van de Ketterij, ”De weg in woorden” getiteld. In dit proefschrift legde Van de Ketterij allerlei woorden en uitdrukkingen vast die volgens hem tot de twintigste-eeuwse tale Kanaäns behoren.
Veel van die woorden en uitdrukkingen, bijvoorbeeld ”alles”, ”ander” en ”gemakkelijk”, zijn in bepaalde contexten inderdaad tale Kanaäns maar in de meeste contexten niet. Andere woorden en uitdrukkingen, zoals ”ontchristenen”, ”praatchristen” en ”alles-verbeurd-hebbende”, behoren in vrijwel alle contexten tot de tale Kanaäns. Dergelijke woorden en uitdrukkingen heb ik opgenomen in een digitale woordenlijst. Ook woorden als ”volk” en ”woord” heb ik in de digitale lijst geplaatst. Deze woorden worden vaak gebruikt zonder religieuze connotatie, maar spelen tegelijkertijd een belangrijke rol binnen de tale Kanaäns. Er zijn spellingsvarianten en vervoegingen aan de woordenlijst toegevoegd.
Afnemend gebruik
Door te berekenen welk percentage van het totale aantal woorden van De Saambinder per jaar gevormd wordt door de woorden uit deze woordenlijst, kunnen fluctuaties door de tijd heen in beeld gebracht worden. In het geval van De Saambinder zijn de woorden en woordcombinaties uit de digitale woordenlijst het meest gebruikt in de jaren 1930 en de eerste helft van de jaren 1940. Vanaf 1950 is er sprake van afname, die rond 1970 tot stilstand komt. Het percentage blijft dan rond dezelfde waarde schommelen, om in het begin van de jaren 2000 heel licht af te nemen en in de recentste jaren weer toe te nemen. Over het algemeen kunnen we stellen dat er sprake is van een verminderend gebruik van woorden en uitdrukkingen uit de digitale woordenlijst. In het geval van De Wachter Sions is er vanaf 1971 vooral sprake van een lichte toename van woorden en uitdrukkingen uit de woordenlijst.
Trends
Blijkt hieruit dat er in het geval van De Saambinder afname is van de tale Kanaäns en in het geval van De Wachter Sions juist toename? Nee, want de digitale woordenlijst bevat slechts een bepaald deel van de tale Kanaäns. In het geval van De Saambinder is er sprake van een lichte afname in dat deel van de tale Kanaäns en in het geval van De Wachter Sions een lichte toename. Ik denk echter dat deze trends heel goed representatief kunnen zijn voor het gebruik van de tale Kanaäns in het algemeen. Het is opvallend dat de trend in De Saambinder in overeenstemming is met de beweringen van Van de Ketterij.
Oudvaders
Is er, tot slot, een relatie tussen het gebruik van de tale Kanaäns en vervreemding of juist toe-eigening van de bevindelijk gereformeerde traditie? In De Saambinder zelf is betoogd dat mensen minder vertrouwd zijn met de tale Kanaäns omdat er minder uit de oudvaders gelezen wordt. Het wordt echter tijdens de kerkdiensten nog wel gebruikt en daarom treedt er vervreemding op. Of die redenatie klopt, blijkt niet uit mijn onderzoek, maar is zeker aannemelijk.
De tale Kanaäns past bij een context waarin mensen voor de verwoording van geestelijke ervaringen putten uit de oudvaders, uit bekeringsgeschiedenissen en uit wat ze horen tijdens gezelschappen. Dat gebeurt nog steeds wel, maar minder dan in het verleden. Er is een breder spectrum van bronnen in beeld waarop men zich geestelijk kan oriënteren, waardoor de tale Kanaäns minder relevant geworden is.
Het is de vraag of de religieuze leiders niet sterker vasthouden aan de tale Kanaäns dan de gewone bevindelijk gereformeerde man of vrouw.
De auteur is promovenda religiegeschiedenis Vrije Universiteit Amsterdam. Dit artikel is een ingekorte weergave van de lezing die zij op 7 november uitsprak tijdens de netwerkdag van het Dutch Biblebelt Network. >>dutchbiblebelt.org