Theologie studeren is voor A. van Duijn (29) uit Katwijk aan Zee geen hobby. Hij heeft een duidelijk doel: het predikantschap. Hoewel hij steeds meer tegen dat ambt opziet.
Sinds de uitbraak van corona in maart volgt Van Duijn, vijfdejaars student aan het Hersteld Hervormd Seminarium (HHS) in Amsterdam, zijn colleges digitaal. Hij kan zich goed schikken in de situatie. „Natuurlijk mis ik de ontmoetingen met mijn studiegenoten, maar ik houd meer tijd over voor werk en gezin.”
Het besluit om theologie te gaan studeren, heeft alles te maken met de weg die de Heere met hem is gegaan, vertelt Van Duijn. „Ik moest persoonlijk gaan inleven dat ik een hemelhoge schuld bij de Heere had en ontdekken dat ik een vijand ben van God en van het kruis van Christus. Toen ging de hand op de mond en moest ik amen zeggen op het vonnis van Gods heilige wet. In die weg mocht ik met God verzoend worden door het bloed van het Lam.”
Tegelijk ervoer hij ook het verlangen om anderen tot Christus te leiden. „Ik kreeg werkzaamheden met het ambt van predikant, maar het komt erop aan dat een mens daartoe door God Zelf wordt getrokken en geroepen. Ik voelde me onbekwaam, maar alle andere wegen liepen dood. Tegelijkertijd opende de Heere duidelijk de deur naar de theologiestudie.”
Van Duijn is lid van de hersteld hervormde gemeente in zijn woonplaats, dus hij schreef zich in bij het HHS aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. „Ik heb eerder rechten gestudeerd aan de VU, dus ik was me bewust van de seculiere inslag van deze universiteit.”
Een mooie kant van het studeren aan een brede universiteit als de VU vindt de Katwijker dat hij met verschillende stromingen in aanraking komt. „Van oosters-orthodox tot hersteld hervormd. Dat verbreedt mijn blik en levert soms boeiende gesprekken op.”
Tegelijk ervaart hij de seculiere cultuur op de VU als confronterend. „Na de publicatie van de Nashvilleverklaring hing de universiteit de regenboogvlag aan de gevel. Onder die vlag moesten we het gebouw binnenlopen. Dat was een ingrijpende ervaring.”
Sommige vakken die de VU aanbiedt, staan theologisch ver bij Van Duijn vandaan. „Deze vakken probeer ik te zien als stormen die de Heere zendt om meer geworteld te raken in de Schrift en de gereformeerde leer.”
Oase
De vakken die docenten van het HHS geven, ervaart hij „als een oase in de woestijn. Dogmatiek, Bijbelse theologie en homiletiek hebben mijn hart. Deze vakken hebben een duidelijke koppeling met het ambtelijke werk. Ze geven mij de toerusting en de verdieping waar ik naar zoek.”
Ook de contacten met medestudenten betekenen veel voor hem. „De geestelijke verbondenheid met medestudenten ervaar ik als een gebedsverhoring. We zitten met elkaar in hetzelfde traject. We hebben hetzelfde verlangen, maar ook dezelfde noden en worstelingen. Als de Heere dan uitkomst geeft, is het bemoedigend om daar van hart tot hart over te spreken.”
Naast zijn studie werkt Van Duijn, vader van twee dochters van 0 en 2 jaar, 2,5 dag per week als pastoraal werker in de hersteld hervormde gemeenten van Oud-Beijerland en Waddinxveen (Dorpstraat). De combinatie van werk, gezin en studie maakt dat hij zijn tijd efficiënt moet indelen. „Eigenlijk probeer ik in zes dagen te doen waar misschien wel acht dagen voor staan. Tijd om dieper in een onderwerp te duiken, heb ik nauwelijks. Dat geeft deze studieperiode iets vluchtigs.”
Hij kijkt ernaar uit om te mogen werken in Gods wijngaard. „Maar naarmate dat dichterbij komt, komt het gewicht daarvan meer op me af. Wanneer ik zie ik op mezelf, dan zal het nooit kunnen. Maar Sion is van God begeerd, van eeuwigheid. En de hemelse Bruidegom gaat Zelf nog af in Zijn hof, om de leliën te verzamelen. Tot de laatste toe. Als ik daarop mag zien, dan is er verwachting om uit te gaan.”
serie Theologiestudent
Voor honderden studenten theologie is het nieuwe cursusjaar weer begonnen. Wie zijn deze studenten eigenlijk? En hoe kijken ze tegen hun studie aan? Deel 6 in een serie.