De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) stellen definitief alle ambten open voor vrouwen. De synode wees unaniem, zonder onthoudingen, zaterdag de revisieverzoeken af tegen het in 2017 genomen besluit om alle ambten voor vrouwen open te stellen.
De synode behandelt vrijdag en zaterdag in Elspeet twee rapporten over het ‘vrouwenbesluit’: ”Elkaar van harte dienen”, waarin wordt nagegaan wat de Bijbel zegt over de positie van man en vrouw in de kerk, en het ”aanbiedingsrapport”, waarin een synodecommissie meer in detail op de verschillende bezwaarschriften ingaat. De conclusie van de commissie is dat de Bijbel geen belemmeringen opwerpt voor de vrouw in het ambt.
Vrijdag bleek al dat er nauwelijks oppositie vanuit de synode kwam tegen het commissierapport ”Elkaar van harte dienen”, dat onder leiding van Peter Bakker vooral insteekt op de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Er werd tijdens de vergadering vooral gepleit voor ruimte voor elkaars standpunten. Lezing van de Bijbel biedt geen ondubbelzinnige keuze voor of tegen de vrouw in het ambt, vonden synodeleden.
Synodeleden hadden zaterdag ook nauwelijks kritiek op het aanbiedingsrapport. Commissielid ds. Pier Poortinga (Zeewolde) zei dat het aanbiedingsrapport vooral gezien moet worden als verslaggeving van gesprekken die gevoerd zijn met de kerken. „De meeste zijn prettig verlopen, in een goede sfeer. Alle kerken hebben bijgedragen aan de menings- en de besluitvorming en hun brieven zijn bij de beraadslaging meegenomen.”
Op gelijke wijze geroepen
De synode stelde dat er op basis van „verantwoorde Schriftuitleg” „ruimte mag zijn voor de overtuiging en praktijk dat mannen en vrouwen op gelijke wijze geroepen kunnen worden tot alle taken in de kerk, ook tot de dienst in de ambten.”
Maar daarmee „behouden beide overtuigingen en praktijken hun volwaardige plaatsen in de kerken”, zo nam de synode een toevoeging van de commissie over.
De synode sprak uit dat „anders dan we gewend zijn” in de kerkelijke praktijk van de GKV de diversiteit in vormgeving van de eredienst en invulling van de ambtelijke taken toeneemt. „We zullen opnieuw moeten leren, vanuit de Schrift en van onze voorouders, dat daardoor de eenheid van het kerkverband niet wordt aangetast.”
Verder moet elke kerk met het oog op het bewaren van de rust en vrede in de gemeente „haar eigen positie en tempo” kunnen bepalen.
In afwijking van de generale synode van 2014 sprak de synode uit dat naast het spreken over „twee lijnen in de Schrift” (gelijkwaardigheid maar ook verschil in verantwoordelijkheid tussen mannen en vrouwen) ook ruimte is voor „één lijn van gelijkwaardigheid, beschadigd door zonde en vloek maar hersteld in Christus.”
De synode wees het bezwaar af dat de besluiten van de vergadering in 2017 blijk geven van een „nieuwe hermeneutiek.” „Een gewijzigde uitleg van teksten of toepassing van Schriftgegevens op de vragen met betrekking man, vrouw en ambt betekent niet dat we op een andere manier met de Schrift omgaan.”
Om stil te zijn
De unanimiteit van het besluit is een moment om stil van te zijn, stelde tweede synodevoorzitter ds. Dinand Krol direct na de stemming. „Dit raakt je tot in de tenen, omdat we weten hoe gevoelig de zaken liggen. We zijn ontzettend dankbaar dat we verrassend eenstemmig zijn geweest maar ook geprobeerd hebben diegenen die anders van gevoelen zijn, recht te doen.”
Commissievoorzitter Bakker toonde zich eveneens bijzonder dankbaar voor het verloop van de vergadering. „Er zijn nu veel mensen blij en verheugd, maar ook mensen die moeite met het besluit hebben. Laten we daar echt begrip voor hebben. We hopen dat dit besluit de vrede in de kerken mag dienen.”
Geen beroepsmogelijkheid
Het moderamen kreeg van de synode het mandaat om de kerken gelegenheid te bieden om zich te uiten en dat kenbaar te maken aan het secretariaat van de synode, waarna bespreking volgt op het moderamen. Ds. Krol: „Het is een ingrijpend besluit wat de synode genomen heeft. De zaak is nu formeel afgerond en er is geen beroepsmogelijkheid meer. Het gaat nu om de vraag: hoe rollen we dit besluit uit in onze kerken? We voelen als moderamen onze verantwoordelijkheid om dit besluit toe te lichten en ontvankelijk te zijn voor wat er in de kerken leeft.”