„Bonhoeffer las schepping en val in Genesis vanuit einde in Christus”
Met Luther terug naar de Bijbel en daar net zo lang kloppen totdat je er Christus vindt. Het gaf Dietrich Bonhoeffer in zijn colleges over schepping en val een voor die tijd vernieuwende kijk op het boek Genesis.
De Duitse theoloog hield in de periode van november 1932 tot februari 1933 colleges in Berlijn over het thema ”Schepping en zonde”. Samen met een Bijbelstudie over ”verzoeking” uit 1938 is dit werk vertaald onder de titel ”Schepping en val. Wat Genesis 1-3 ons te zeggen heeft” (KokBoekencentrum, Utrecht).
Prof. dr. Gerard den Hertog, emeritus hoogleraar systematische theologie in Apeldoorn, gaat in een uitvoerige inleiding in op de discussies over het geladen begrip schepping rond 1930. In het toen in Duitsland heersende geestesklimaat kende men ”volk” en ”staat” de status van ”scheppingsordening” toe. De theologie die daaraan meedeed heeft krachtig geholpen de weg te banen voor de machtsovername door de nationaalsocialisten.
Bonhoeffer hield zijn colleges in een periode waarin op 30 januari 1933 Adolf Hitler tot rijkskanselier benoemd werd. Opvallend is dat in de colleges geen enkele verwijzing is naar de gebeurtenissen in Duitsland.
Prof. Den Hertog: „Dat lijkt merkwaardig, maar als we zien hoe Bonhoeffer op persoonlijke en haast bevindelijke wijze de Bijbel heeft leren kennen, vooral in zijn ontmoeting met de zwarte kerken in New York, dan is dat niet zo vreemd. Nee, hij noemt Hitler en het nazisme niet direct, ook in andere exegetisch getoonzette werken daarna niet, maar je merkt in alles dat hij één ding geleerd heeft: laat je terugwerpen op de Schrift, want zo alleen kun je in deze barre tijden standhouden.”
De ondertitel van het boek luidde oorspronkelijk ”theologische uitleg van Genesis 1-3”. Den Hertog: „In de kritieke politieke én theologische situatie van eind 1932 was het een openlijke en ondubbelzinnige keuze voor de theologische benadering van Karl Barth, maar inhoudelijk evenzeer van Luther, wiens commentaar op Genesis hij intensief heeft bestudeerd. Zijn colleges waren dan ook een openlijke verklaring dat systematische theologie niet in zichzelf rust, maar slechts beoefend kan worden in een aandachtig luisteren naar de Bijbel.”
Bonhoeffer legt sterk nadruk op het begin: God heeft soeverein de schepping van hemel en aarde uit niets gemaakt. Daarachter kunnen we niet terugvragen, stelt hij. Wat bedoelt hij met zijn woorden: Met de letterlijke inspiratie redden wij het niet?
„Bonhoeffer is groot geworden door de historisch-kritische uitleg van de Bijbel en sprak zelfs op de begrafenis van zijn liberale leermeester Adolf von Harnack. Zijn colleges over schepping en val laten zien dat hij de Schrift zelf wilde laten spreken en niet op een filosofische wijze, wat toen gebruikelijk was. Bonhoeffer was echter niet geïnteresseerd in de vraag of de schepping nu in zes letterlijke dagen plaatsvond, maar wat de Bijbel en het boek Genesis theológisch te zeggen hebben. Ook al erkent hij het goed recht van de historisch-kritische Bijbeluitleg, in de praktijk komt hij vaak heel dicht bij wat men nu biblicisme noemt. En dan is hij leerling van Luther die onmogelijk vanuit de situatie van de zondeval rechtstreeks over de schepping kon spreken buiten Christus om.”
Dat vulde Bonhoeffer ook sterk in ten aanzien van het kwaad en de zondeval. Den Hertog: „Bonhoeffer ziet de vraag naar het oorsprong van het kwaad niet als een legitieme theologische vraag, het gaat om de vraag hoe het kwaad overwonnen wordt: door Christus. Er is een duidelijke zinspeling op het boek van de Duitse Luther-kenner Emanuel Hirsch ”Schepping en zonde” dat even voordat van Bonhoeffer verscheen. Hirsch stelt daarin niet alleen dat de eerste hoofdstukken van de Bijbel mythische gelijkenissen met een symbolische waarheid zijn, maar beperkt ook de betekenis van Jezus Christus tot het menselijk innerlijk en ontwikkelt zich tot de ”hoftheoloog” van het nationaalsocialisme. Bonhoeffer laat in zijn boek zien dat de Schrift die van Christus spreekt het beslissende woord heeft.”