Ook na het vredesverdrag tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten blijven de spanningen tussen Israël en de Palestijnen bestaan. Echte vrede kan pas volgen als deze partijen elkaar vinden.
Deze week kwam er onverwachts goed nieuws. Dat was welkom, want tot donderdagavond was de stemming in Israël in mineur.
De hele week door vlogen politici elkaar in de haren over de begroting en over de vraag of een politicus die voor een misdaad is aangeklaagd zich kandidaat mag stellen voor het premierschap. Daar kwam bij dat Israël de tweede coronagolf niet echt onder controle heeft en de Palestijnen in de Gazastrook weer ballonnen met brandbommen naar Israël oplaten.
En toen opeens kwam de aankondiging dat Israël en de Verenigde Arabische Emiraten een vredesverdrag zullen sluiten. Het leek Israëliërs leuk op vakantie te gaan in de luxueuze hotels aan de Golf.
Maar niet iedereen is blij. Israëliërs in de nederzettingen hoopten dat Israël grote happen van de Westelijke Jordaanoever zou annexeren – zonder een Palestijnse staat toe te staan. Netanyahu probeerde hen gerust te stellen door te zeggen dat de annexatie niet is afgesteld, maar uitgesteld. En dat op het verzoek van het Witte Huis, want het ligt niet aan hem natuurlijk.
Ook de Palestijnen zijn teleurgesteld. Ze zagen dat de relaties tussen Israël en de Golfstaten opwarmden. Maar ze dachten altijd: eerst wij, en dan de rest. Pas als er een akkoord zou bestaan tussen Israël en Palestina, zouden de Golfstaten volgen. Op deze wijze zou de druk op Israël gehandhaafd blijven om concessies te doen tegenover de Palestijnen. Nu echter valt dat plan in duigen.
Maar wat de VS, Israël en de Emiraten en mogelijk andere Golfstaten of Noord-Afrikaanse staten in de komende maanden ook besluiten, een ding is zeker: de Palestijnen gaan niet weg. Het zijn niet de sjeiks uit de oliestaten die door de straten van Jeruzalem wandelen, maar de Palestijnen. Israëliërs en Palestijnen zijn buren en blijven op elkaar aangewezen. Een akkoord tussen hen is dringend nodig.
Daarom moet Israël eindelijk eens een beslissing nemen. Wat willen we? Willen we een Joodse en democratische staat blijven door het met de Palestijnen eens te worden over een grens? Of willen we de bewoners van de nederzettingen gehoorzamen? Steeds meer Joden op de Westelijke Jordaanoever laten wonen, zodat een Palestijnse staat niet meer mogelijk is en Israël op den duur opgaat in een nieuwe politieke constellatie, namelijk een seculier-democratische Joods-Arabische staat die bol staat van de spanningen?
Ook Palestijnen moeten een keuze maken. Ze moeten Israël accepteren als een Joodse staat. Ze zullen af moeten zien van het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen en hun nazaten naar Israël, mogelijk met uitzondering van enkele duizenden. Ze moeten bereid zijn te stoppen met het verheerlijken van terreur en het drukken van schoolboekjes waarin ze de suggestie wekken dat Israël niet mag bestaan. En willen ze concessies doen over Oost-Jeruzalem, waar de Tempelberg ligt, de belangrijkste heilige plaats van het Jodendom?
Tot nu toe geven Palestijnse leiders weinig hoop, maar hopelijk gaat dit nieuwe akkoord hen stimuleren aan boord te stappen. Ze zijn namelijk onontbeerlijk voor echte vrede in het Midden-Oosten.