Doedelzakspeler vast gezicht op de Ermelose heide
Regelmatig klinken de indringende tonen van zijn doedelzak over de heide bij Ermelo. Fanatiek doedelzakspeler Jaco Koster (32) gebruikt de hei als repetitieplek. „Prachtig hoe ver het geluid draagt.”
Hij haalt even diep adem, blaast lucht in de doedelzak en begint te spelen. Dan klinken de eerste tonen van het bekende muziekstuk Highland Cathedral over de hei. Jaco Koster gebruikt de Groevenbeekse Heide bij Ermelo als oefenplek. Het speelt prettiger dan binnenshuis –daar kan hij in verband met geluidsoverlast alleen een oefenfluit gebruiken– en een doedelzak is nu eenmaal bedoeld als buiteninstrument. Meestal gaat Koster in zijn normale kleding de hei op, maar soms is hij in tenue: kilt, gilet, blouse, hoofddeksel en hoge sokken. „Dat doe ik wanneer ik veel bekijks verwacht.”
De speellocatie naar keuze: een grafheuvel. De verhoging in het landschap zorgt ervoor dat het geluid van de doedelzak nog verder draagt. En hij is sneller te traceren voor de verbaasde fietser of wandelaar, die wil weten waar die muziek toch vandaan komt. Terwijl hij staat te blazen, verzamelen zich wat geïnteresseerde toehoorders. Na afloop vraagt een vrouw: „Mag ik een foto van u maken?” Koster poseert voor de heuvel en neemt dan een slok water uit de hoorn die hij over zijn schouders draagt. Later: „Ik raak altijd aan de praat met mensen, ze willen bijvoorbeeld weten waarom ik doedelzak speel.”
Koster is docent geschiedenis en Engels op een middelbare school en heeft daarnaast een eigen bedrijfje als doedelzakspeler. Hij wordt vaak gevraagd voor bruiloften, herdenkingen en begrafenissen, maar speelt bijvoorbeeld ook op middeleeuwse festivals.
Zijn fascinatie voor de doedelzak begon al op jonge leeftijd, toen hij een filmpje over Schotland zag. „Kilten en kastelen, prachtig vond ik het.” Helaas zat er in de omgeving geen goede doedelzakdocent, dus ging hij maar op pianoles. Pas op twintigjarige leeftijd kocht hij zijn eerste doedelzak. Bij een muziekband leerde hij het instrument te gebruiken en sinds die tijd is hij verkocht. De afgelopen jaren ging hij zelfs naar Schotland om daar cursussen te volgen. „Het indrukwekkende geluid dat uit een doedelzak komt, kun je met niets vergelijken.”
Luchtdruk
Een doedelzak heeft vijf pijpen. Op één pijp, de chanter, wordt de melodie gespeeld, terwijl de andere pijpen voortdurend dezelfde toon laten horen en voor het achtergrondgeluid zorgen.
Het is een ingewikkeld instrument om te leren bespelen. „De melodie is niet zo moeilijk”, zegt Koster. „Je hebt maar negen noten, negen vingercombinaties, dus het is vooral veel herhaling. De uitdaging zit hem in het feit dat je de luchtdruk in de zak precies op peil moet houden, anders gaat het vals klinken. Daar is kracht voor nodig.”
Een goede doedelzakspeler is een multitasker: hij speelt de muziek uit zijn hoofd, moet blazen, druk uitoefenen op de zak en ondertussen de omgeving in de gaten houden. „Paarden kunnen niet tegen het geluid, ze gaan ervan steigeren. Als ik op de hei sta en er komen ruiters aan, dan stop ik altijd even.”
Meestal speelt hij de klassiekers, zoals Koster dat zelf noemt. „Amazing Grace is populair, of een nummer als Scotland the Brave.” Soms krijgt hij aanvragen om een bepaald nummer te spelen op een bruiloft of herdenking. „Dan moet ik eerst kijken of het lukt, want ik heb maar negen tonen tot mijn beschikking.” Laatst kreeg hij de vraag of hij The Last Post wil instuderen. „Dat is een langzaam nummer, dus waarschijnlijk lukt dat wel. Heerlijk om te puzzelen met de melodie.”
De muzikant doet al zijn optredens in het traditionele kostuum van de doedelzakspeler: de Schotse kilt. Die zijn in Nederland bij een paar speciaalzaken te koop. Koster heeft er vier in zijn bezit, waaronder een kilt die zijn vrouw voor hem maakte. „Ik ken haar van de band, ze zit ook in het wereldje.”
Vandaag draagt hij een paars en blauw exemplaar, de kilt van zijn eigen bedrijf. „Zoals ik nu gekleed ben, voldoe ik helemaal aan de voorschriften.” Dan, wijzend naar de kiltpin: „Alleen dit klopt niet, de pin moet matchen met de clanbadge op mijn gilet. Maar bijna niemand kijkt zo specifiek.”
Voor mensen die geïnteresseerd zijn in het dragen van een kilt, heeft Koster nog een belangrijke tip. „Draag hem niet te lang. Je moet de knieën zien. Als de stof tot halverwege je kuiten valt, gaan de Schotten je uitlachen.”
Decibellen
Op de heide maakt Koster zich ondertussen op voor een oefenrondje: al lopend op de grindpaden speelt hij wat nummers uit zijn repertoire. Soms krijgt hij negatieve reacties op zijn spel. „Logisch, want je produceert een indringend geluid van 110 decibel. Niet iedereen kan dat waarderen. Gelukkig is het grootste deel van de mensen positief.”
Kilt recht, melodiepijp aan de mond, en daar klinken de eerste tonen van een nieuw muziekstuk. Langzaam verdwijnt Koster uit het zicht, maar het geluid van de doedelzak blijft nog lang hoorbaar.
serie Markant
Deel 5 in een serie over mensen met een opvallende leefwijze. Volgende week vrijdag deel 6.