Racisme is uit den boze, antiracisme vaak ook
„De scheidslijn tussen goed en kwaad loopt niet tussen rassen, klassen, landen en volken, maar dwars door ieder mensenhart”, schreef Nobelprijswinnaar Solzjenitsyn. De racismediscussie zou ermee gebaat zijn als iedereen deze woorden ter harte nam.
Racisme, in de betekenis dat je mensen op grond van hun ras en huidskleur anders behandelt, is uit den boze. God laat er in Zijn Woord al op de eerste bladzijden geen enkele twijfel over bestaan dat ieder mens naar Zijn beeld is geschapen. Dat neemt niet weg dat vroeger, en ook nú nog, christenen anders hebben gedacht en gehandeld dan je tegenwoordig zou verwachten. Dat betreft overigens niet alleen de raciale verhoudingen, maar ook die tussen ”heren en knechten”, mannen en vrouwen en volkeren.
Het kwaad van het racisme zit diep. Het is overigens deel van een veel omvangrijker probleem, namelijk dat heel de geschiedenis door is gebleken dat mensen en dingen die ”anders” zijn door de meerderheid argwanend worden bekeken. Een land waar dat al heel lang speelt, is Amerika. Het Amerikaanse racisme treft met name Amerikanen van wie de voorouders afkomstig zijn uit Afrika. Daarmee is al direct helder dat hier een link ligt naar het slavernijverleden.
Allereerst moeten we bedenken dat de zwarte Amerikanen, net als de latino’s, blanken en indianen, niet één massief blok vormen. Sommigen stemmen op Trump, anderen kiezen voor Biden. Ze zijn moslim, atheïst, jood of christen. Ook binnen de zwarte gemeenschap bestaan veel meningsverschillen. Zo koos de bekende ds. Martin Luther King, en verreweg de meeste zwarte (en blanke!) christenen met hem, voor de weg van vreedzame verbeteringen. Maar zijn tijdgenoot Malcolm X, de voorman van Black Muslims, zat op de lijn ”ballot” en ”bullet”: een stembiljet en als het nodig is ook een kogel. Tragisch is dat beide zwarte leiders werden doodgeschoten, ds. King door een blanke crimineel en Malcolm X door een zwarte activist die nog radicaler was dan hijzelf.
Ingebakken
Na de burgerrechtenbeweging onder leiding van de bevlogen ds. Martin Luther King, zo’n zestig jaar geleden, is er in Amerika gelukkig veel ten goede veranderd. Maar nog steeds lopen veel zwarte Amerikaanse burgers dagelijks aan tegen al dan niet opzettelijke achterstelling en pure discriminatie. Racisme zit ingebakken in de cultuur en structuren van de maatschappij.
De gebeurtenissen na de dood van George Floyd passen naadloos bij wat al te vaak al eerder gebeurde: onrust en onlusten in heel de VS. Het beeld dat uit de media oprijst, is dat, nadat de meeste betogers hun hart hadden gelucht en huiswaarts waren gekeerd, radicalen de terechte zorgen aangrepen om onterechte wandaden te plegen. Zij grijpen de strijd tegen het racisme gretig aan om óók een eind te maken aan wat zij vanuit hun extreemlinkse ideologie zien als de eeuwenlange ”witte overheersing” van vrouwen, homo’s, niet-christenen, transgenders, arbeiders, ja zelfs dieren.
Plundering
Deze activisten gaan heel ver, tot en met een pleidooi om de rollen maar eens om te keren. De extremistische opvattingen worden ook tot in het absurde doorgetrokken, tot rechtvaardiging van anarchie en plundering of het bekladden en omhakken van standbeelden van historische figuren die „niet deugen.” Een bekende voorman van Black Lives Matter riep er zelfs toe op om alle glas-in-loodramen van kerken en andere gebouwen waarin een „witte Jezus” te zien is in te gooien. Niet alleen historische figuren moeten eraan geloven, ook levende personen. Universiteiten en media weren op hun verzoek ‘foute’ sprekers, of het spreken wordt hun onmogelijk gemaakt.
De discussie in Amerika, die alweer geluwd is maar onderhuids doorgaat en ieder moment weer kan oplaaien, is naar veel andere landen overgewaaid. Ook naar Nederland. Er werden in het hele land grote en kleine demonstraties georganiseerd. Deze demonstraties waren er niet alleen om „solidair” te zijn met zwarte Amerikanen, maar ook om het racisme in Nederland aan de kaak te stellen. Premier-allemansvriend Rutte ontving de demonstranten en als aandenken kregen de activisten de boodschap mee dat ze nóg een keer welkom zijn, dat Zwarte Piet weg moet en dat er in Nederland van „systemische discriminatie” sprake is.
Hindernissen
Of dit laatste ook echt het geval is? Feit is dat bepaalde groepen burgers tegen hindernissen aan lopen als ze werk of woonruimte zoeken. Ook komt onheuse bejegening op straat, op voetbalvelden en op schoolpleinen voor. Maar is dat louter en alleen bewust racisme of spelen andere factoren misschien een rol? Deze problemen bestaan al decennia en er is financieel en ideëel ontzaglijk veel geïnvesteerd in projecten, onderwijs en voorlichting om alle obstakels en vooroordelen weg te nemen.
Als dat nodig is, moeten we dat ook blijven doen. Want inderdaad, achterstelling op grond van uiterlijke kenmerken is uit den boze en racisme al helemaal. Niet voor niets liepen de voormannen van het Reveil in de negentiende eeuw, met als belangrijkste representant Groen van Prinsterer, voorop in de strijd tegen de slavernij. En onder de antiracismeverklaring van de politieke partijen in de jaren tachtig prijkt óók de handtekening van de SGP. En in alle SGP-verkiezingsprogramma’s die zijn verschenen sinds dit thema speelt, werd racisme duidelijk veroordeeld.
De Russische Nobelprijswinnaar Alexander Solzjenitsyn (1918-2008), een overtuigd christen, schreef in zijn meesterwerk ”De Goelag Archipel”, dat gaat over de strafkampen in Siberië: „De scheidslijn tussen goed en kwaad loopt niet tussen rassen, klassen, landen en volken, maar dwars door ieder mensenhart.” Solzjenitsyn kon het weten. Onder de nazi’s zat hij in een Duits concentratiekamp, daarna crepeerde hij vele jaren in de gruwelijke communistische kampen van Siberië. De racismediscussie zou ermee gebaat zijn als deze diepe, doorleefde woorden ter harte werden genomen. Door iedereen!
De auteur is lid van de SGP-Tweede Kamerfractie.