Oud gereformeerde gemeente in Nederland te Rhenen 100 jaar
”Als waterbeken in een dorre plaats”. Zo heet het herdenkingsboek dat op 1 juli verschijnt ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Rhenen. „Gods volk mocht hier weleens water des levens drinken.”
Achter het witte kerkje aan de Bantuinweg is nog de hoge toren van de Cunerakerk te zien. Vlakbij, aan het Plantsoen, staat de kerk van de gereformeerde gemeente in Nederland. Iets verderop, aan de Achterbergsestraatweg, bevindt zich de kerk van de gereformeerde gemeente.
In de consistoriekamer aan de Bantuinweg zegt ouderling J. Haalboom: „We houden in Rhenen de kerkmuren graag laag. De kerken ontmoeten elkaar ieder jaar in een platform van kerken. Als wij zondags onze diensten beginnen, horen we de klokken van de Cunerakerk luiden. Dat vinden we mooi, want luidende kerkklokken brengen toch een bepaalde boodschap. We mogen onze eigen plaats innemen in de burgerlijke gemeente. Elk jaar woont de burgemeester een kerkdienst bij. Dat wordt door ons zeer op prijs gesteld.”
Aan de wand van de consistoriekamer hangen een GBS-kalender en twee portretten, van oefenaar Johannes Vijverberg en van ds. J. van Prooijen. Op een tafeltje staat een fles met ontsmettingsmiddel. Rond de tafel zijn acht stoelen geplaatst, maar de kerkenraad bestaat slechts uit drie ambtsdragers, ouderling Haalboom en twee diakenen, W. van Oostende en J. van der Elst.
Is een kerkenraad niet kwetsbaar met één ouderling? Haalboom: „De last is ons opgelegd. Dat mag je ook weleens voor de Heere neerleggen. Hij weet van de gemeente af en wil bemoeienissen met ons maken. Anders zou het niet te doen zijn. Maar nu is het ambtelijk werk ook weleens een lust. Als Haalboom wegvalt, gaat het werk des Heeren gewoon door.”
Patrus Datheen
In de kerkzaal is plaats voor 160 kerkgangers. Aan het planken dak hangen acht kroonluchters. Zwaar overkapt met een groot klankbord staat de preekstoel tegen de zuidelijke wand, met rechts ervan een elektronisch orgel. Op de kleine lessenaar ligt het psalmboek van Petrus Datheen, geopend bij Psalm 44: „Heer’, Uw wonderwerken verkoren, hebben wij dikwijls met onz’ oren, gehoord van onz’ voorvaders goed, die Gij voortijds deedt en nog doet.”
De gemeente zingt nog steeds de psalmen van Datheen. Haalboom: „In die traditie willen we staan. Dat was bij de oprichting zo, en zo is het altijd gebleven. We hebben geen bezwaren tegen de berijming van 1773, maar die van Datheen heeft voor ons een diepere inhoud. En dus zingen we Datheen. Daar stelt niemand vragen bij, ook de jeugd niet.”
Mijlpaal
Dat de gemeente honderd jaar bestaat, is een bijzondere mijlpaal, zegt Haalboom. „Dat is niet dankzij ons, want wij hebben het er niet naar gemaakt. Er is veel gepasseerd. We mogen herdenken wat Hij hier heeft verricht. Zulke dingen komen wel in de vruchten openbaar. Wij kunnen geen gemeente in stand houden, maar de Heere heeft betoond van ons af te weten. Hem alleen de eer.”
Haalboom bewoont het huis naast de kerk, de voormalige pastorie, waar onder anderen ds. J. van Prooijen heeft gewoond. De periode waarin ds. Van Prooijen de gemeente heeft gediend, was een goede tijd, zegt Haalboom. „Nadat hij in 1975 in Rhenen beroepen was, bedankte hij. Maar ouderling Ter Haar wist zeker dat hij komen moest. Hij zei tegen ds. Van Prooijen: „Dominee, u hebt u vergist.” En toen ds. Van Prooijen opnieuw beroepen werd, lag er een vlak veld en kwam hij alsnog. Het was een lieve man, een geroepen knecht des Heeren. Het kerkje zat vol in die tijd.”
Preeklezen aan de Bantuinweg
In de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Rhenen worden preken gelezen van oudvaders, van Du Cloux, Gezelle Meerburg, Petrus Nahuys, Smijtegelt en Bruinings, maar ook van overleden oud gereformeerde predikanten. „En we lezen ook gerust preken van predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten, zoals Kersten, Fraanje en Lamain, en van predikanten uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, zoals Verhoeks en Van Beek. We willen een vriend en een metgezel zijn van allen die God ootmoedig vrezen.”
Preeklezen doen de Rhenense ambtsdragers niet op de preekstoel. „We lezen vanachter de lessenaar. Dat is nooit anders geweest. En zo is het goed. De lessenaar is een goede plaats om een preek te lezen.”