Zwarte voorganger Komproe: Jeugd pikt racisme niet meer
Demonstreren is niks voor hem. Wel deelt hij de zorgen over racisme tegen zwarten. Pinkstervoorganger Hedwig Komproe (62), opgegroeid op Curaçao: „God zegt nergens dat de ene mens over de andere mens mag heersen.”
„Komproe, wil je lachen? Anders kan ik je niet zien.” Als jonge militair kreeg Hedwig Komproe die opmerking naar zijn hoofd geslingerd. Van een blanke medesoldaat. In het donker was hij met Nederlandse kornuiten op oefening. „Mijn maten bedoelden het niet slecht, toch deed die grap me wel pijn”, zegt Komproe. De voorganger is pastor bij de Amsterdamse tak van pinksterbeweging New Song.
Nadat de zwarte Amerikaan George Floyd overleed door een nekklem van een blanke agent, protesteren demonstranten wereldwijd tegen racisme. Woensdag is Amsterdam weer toneel van zo’n betoging.
Wat vindt u van de demonstraties?
Komproe: „Ik bid woensdag dat de betoging rustig verloopt. Ik ben niet zo van de massademonstraties. Die kunnen averechts werken. Zeker in Amerika profiteren oproerkraaiers en criminelen van de onrust. Ze stelen, roven, maken spullen kapot. Rechts-extremisten van Ku Klux Klan vallen zwarten aan.
Wel deel ik de zorgen over racisme. Het is goed dat het Amsterdamse raadslid Silvana Simons en Kick Out Zwarte Piet van zich laten horen. Voor het eerst protesteren ook witte mensen op mondiale schaal tegen racisme. De jeugd pikt racisme niet meer. Het is niet meer van deze tijd.”
In welke mate hebt u last van racisme?
„Op Curaçao zat ik als enige zwarte jongen op een witte school. Toen ik een jaar of vier was, zei een meisje „neger” tegen me en in haar stem klonk afkeuring. „Wat is een neger?” vroeg ik thuis aan moeder. Ze kon het me niet uitleggen. „Zeg maar „rode kat” tegen dat meisje”, zei ze. Dat heb ik niet gedaan. In Nederland werd ik afgewezen voor een administratieve functie op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Later hoorde ik dat dat op basis van mijn huidskleur was. Er waren al te veel mensen met mijn huidskleur aangenomen. Ik ontwikkelde een werkwijze om te overleven. Ik deed mijn best, volgde een opleiding, ging in Nederland integreren. Ik bereikte succes. Mijn kinderen zijn kaaskoppen met een kleurtje.”
Ook mijn zwarte kinderen ervaren racisme. Mijn dochter vertelde hoe Hollandse dames bij een bushalte een tas tegen zich aandrukten toen ze langsliep. Dat deden die vrouwen niet toen er witte mensen voorbijkwamen. Mijn dochter vindt dat erg.”
Premier Rutte stelt dat hij meer oog heeft gekregen voor mensen die zich gekwetst voelen door Zwarte Piet. Anderzijds beschouwt hij Zwarte Piet niet als een racistische figuur.
Wat vindt u?
„Ruttes uitspraken vormen een doorbraak. Al spaarde hij de kool en de geit. Ik vind Zwarte Piet wel racistisch. Als je weet dat zo veel mensen lijden onder Zwarte Piet, wat is er dan op tegen er een regenboogpiet of roetveegpiet van te maken? Aan de andere kant: Een witte pleegzoon speelde voor Zwarte Piet. Ik zal hem dan niet tegenhouden.”
In steden zijn Antillianen en Marokkanen oververtegenwoordigd in de criminaliteit. Kunt u zich voorstellen dat die wetenschap racisme in de hand werkt en mensen bang worden voor die bevolkingsgroep?
„Volkomen. Maar Nederlanders moeten dan niet beschaafde en hardwerkende zwarte Nederlanders als crimineel zien. George Floyd pleegde vroeger overvallen, maar dat geeft de politie niet het recht hem te doden. Jezus zou eten met overvallers, prostituees en junkies.”
Wat zegt de Bijbel over racisme?
„We zijn allemaal gelijk. Toen God de mens schiep, liet Hij hem heersen over dieren en planten. Nergens zegt Hij dat de ene mens over de andere mag heersen. Zondag preek ik in een PKN-gemeente in Utrecht over het thema. Denk aan Galaten 3 vers 28, waar staat dat er geen sprake is van Jood of Griek, van slaaf of vrije, maar dat mensen één zijn in Christus.”