Kerkelijke protocollen in Noordhorn, Veenendaal en Rotterdam
Kerkenraden wordt gevraagd een protocol op te stellen voor kerkdiensten in de anderhalvemetersamenleving. Daarvoor is maatwerk nodig. Kerkgebouwen zijn er tenslotte in soorten en maten: klein en groot, historisch en modern, voorzien van bijgebouwen of juist niet. Drie voorbeelden uit de praktijk: Noordhorn, Veenendaal en Rotterdam.
Hervormde kerk Noordhorn
De kerkenraad van de hervormde gemeente Noordhorn-Saaksum vergadert donderdagavond over de manier waarop de kerkdiensten worden gehouden na de versoepeling van de coronamaatregelen. Ds. M. Krooneman, predikant van de gemeente, gaf woensdag aan dat de richtlijnen van de Protestantse Kerk in Nederland daarin leidend zijn. „We gebruiken die als basis voor onze plaatselijke situatie.”
Het kerkgebouw in het Groningse Noordhorn dateert uit de dertiende eeuw. Vóór de coronacrisis zaten er op zondag zo’n 120 mensen in de kerk. „Ik denk dat we in de kerk moeten gaan meten hoeveel ruimte er is. De vraag is bijvoorbeeld hoeveel rijen banken leeg moeten zijn om 1,5 meter afstand te waarborgen”, aldus ds. Krooneman. De predikant schat in dat het maximale aantal zitplaatsen per dienst „niet heel veel hoger dan veertig” zal zijn. „We zoeken de grenzen niet op en gaan zorgvuldig te werk. Er wordt op de kerken gelet.”
In het historische kerkgebouw zitten de banken vastgeschroefd. De kerk anders inrichten is geen optie. Ook is er maar één in- en uitgang. „Iedereen komt via de deur onder de toren naar binnen en moet daar ook de kerk weer verlaten. We hebben dus maar één looproute.”
De predikant is er „erg dankbaar” voor dat er per 1 juni weer mensen in de kerk mogen zitten tijdens een dienst. „In het begin ging de overstap naar het preken voor een camera in een lege kerk voor mijn gevoel vrij goed. Maar het kijken in een zwarte lens gaat toch snel vervelen. Normaal krijg je als predikant tijdens het preken toch iets terug van de gemeenteleden. Je ziet hoe mensen kijken en je voelt dan aan of een bepaald thema nog wat verder moet worden uitgediept of juist niet.”
De kerkgangers in Noordhorn zijn afkomstig uit de wijde omgeving, vertelt ds. Krooneman. „Zeker in de zomermaanden staan mensen na de kerkdienst buiten nog wat na te praten. Maar ook dat gaat voorlopig niet. Wat dat betreft gaat het spontane er wat af.”
Ds. Krooneman vraagt zich af wat de gevolgen zijn van de huidige praktijk van het op afstand meeluisteren met een kerkdienst. „Blijven mensen weg als de kerkdiensten weer normaler worden? Of komen er juist mensen bij? Het aantal onlineluisteraars naar onze dienst was hoger dan normaal en bedroeg meer dan het aantal leden van onze gemeente. Misschien is de drempel om een dienst via internet te beluisteren wel lager en wil de Heere dat middel nog gebruiken voor mensen om de weg terug naar de kerk te vinden.”
Pniëlkerk cgk Veenendaal
In de christelijke gereformeerde Pniëlkerk in Veenendaal is de afgelopen weken hard gewerkt aan het samenstellen van een draaiboek. Met 1200 leden behoort zij tot de grotere gemeenten binnen het kerkverband. In het kerkgebouw is genoeg ruimte om de honderd bezoekers per 1 juli in goede banen te leiden met inachtneming van de nodige 1,5 meter afstand.
In- en uitgaan gebeurt via vier uitgangen en desnoods ook via nooduitgangen, zegt scriba Ben Post. „De opzet is dat mensen regelrecht van hun auto naar de kerkzaal lopen en omgekeerd. Op het plein samenklonteren is onverstandig, hoe graag we dat ook zouden willen.”
Geschikte zitplaatsen worden gemerkt met een gekleurde sticker, klapbanken zullen om en om opengeklapt zijn. Twee diakenen geven desgewenst aanwijzingen om gedrang in de looppaden te voorkomen. „De aard van het kerkgebouw is belangrijk”, zegt Post, „dat merk je in het nadenken hierover.” Het draaiboek instrueert ook over zaken als het gebruik van het toilet (liever niet), de kapstok (neem jassen mee in de kerkzaal), het instellen van kinderoppas (voorlopig niet) en de collecte (idem).
Wat als de gemeentezang stokt door een verbod? De scriba wil er eigenlijk nog niet over nadenken en hoopt op permissie. „We zouden het zingen erg missen. Ook theologisch weegt dit zwaar. De zang is het antwoord van de gemeente op het Woord van God.”
In de Pniëlkerk is er op dit punt nog geen noodscenario voorhanden. „Ik kan me voorstellen dat je alleen het orgel laat spelen of dat je gemeentezang laat horen”, speculeert Post. „Maar hoe voorkom je dan dat gemeenteleden gaan meezingen?”
Een belangrijke vraag voor velen is wie er naar de kerk gaan als de honderdmensenmaatregel van kracht is. De Veenendaalse draaiboekcommissie knobbelde een plan uit. De acht wijken van de gemeente zijn vanaf 1 juli om de beurt welkom. Wijken die meer dan honderd (gezonde en mobiele) kerkleden tellen, worden gesplitst.
In de komende maanden staat er een doopdienst op de agenda, aldus Post. „Een predikant heeft eigenlijk ook een contactberoep. Als een kapper zonder mondkapje mag knippen, moet een predikant met gestrekte arm een doophandeling kunnen uitvoeren. Laten we niet doorschieten.”
De commissie die zich nu over de erediensten boog, zal zich later bezinnen op de vormgeving van het pastoraat en van de gemeentelijke activiteiten in het winterseizoen. „De zomermaanden moeten we gebruiken om een visie te ontwikkelen. Laten we hopen dat de centrale richtlijnen daarbij helpen.”
Gg Rotterdam-Zuidwijk
De kerkenraad van de gereformeerde gemeente te Rotterdam-Zuidwijk stelde eind februari al een adviescommissie in, bestaande uit twee artsen, een verpleegkundige, een medisch-biologisch wetenschapper en een psycholoog, allen leden van de gemeente.
Jaap Kwekkeboom, lid van de coronavirus-adviescommissie: „Er kwamen handhygiëne-instructies in de kerk. Er werd bij de uitgang gecollecteerd en gemeenteleden met symptomen die op besmetting konden wijzen, werd gevraagd kerkdiensten en andere bijeenkomsten niet bij te wonen. Toen het aantal besmettingen in de eerste helft van maart alarmerend steeg, heeft de kerkenraad de gemeente opgeroepen om vanaf 15 maart de diensten thuis via internet of kerktelefoon te volgen en andere bijeenkomsten te annuleren. We volgden hierin een strikter beleid dan de overheid, die toen nog kerkdiensten met maximaal honderd kerkgangers toestond. Wij vonden het risico te groot worden. Daarnaast werken ongeveer veertig gemeenteleden in de zorg. Zij vormen een hoog risico op besmetting van anderen. Overigens gaf de overheid ook toen al aan kerkelijke bijeenkomsten bij voorkeur te limiteren tot het minimaal noodzakelijke aantal aanwezigen.”
De gemeenteleden toonden begrip voor de ingrijpende maatregelen, zegt Kwekkeboom. „Er ontstond een mooie samenwerking met een aantal jonge gemeenteleden die kans zagen op zaterdag 14 maart al een livestreamverbinding op te zetten. Zo kon de gemeente de eerste onlinekerkdienst direct via beeld en geluid volgen. De bediening van de doop en van het avondmaal moesten helaas worden uitgesteld.”
Nu de overheid met ingang van juni kerkdiensten met maximaal dertig, vanaf juli met maximaal honderd kerkgangers toestaat, is de commissie in overleg met kerkenraad en koster bezig protocollen op te stellen die het risico op besmetting zoveel mogelijk verkleinen. Kwekkeboom: „Overeenkomstig het advies van Peter Schalk gaan we die protocollen in juni testen met kleine aantallen kerkgangers. Het blijft belangrijk dat we ons realiseren dat het virus hoogstwaarschijnlijk nog lange tijd onder ons zal zijn. Er kunnen nieuwe besmettingshaarden ontstaan en de gevolgen kunnen dodelijk zijn zolang er geen effectief medicijn is. Wij denken eraan om de gemeente in te delen in vaste groepen, die om de beurt de diensten kunnen bijwonen. We vinden het belangrijk om de redenen voor onze voorzichtigheid helder te blijven communiceren naar de gemeente, zodat er ook op langere termijn draagvlak voor de maatregelen blijft. We moeten als christenen hierin onze verantwoordelijkheid naar onze naasten toe blijven nemen.”