Regels en richtlijnen voor 1,5 meterdienst
Dat de kerkdeuren per 1 juni iets verder opengaan, betekent nog niet dat diensten weer ‘normaal’ zullen verlopen. Dat vraagt van kerkenraden de nodige organisatiekunst.
Een goede voorbereiding is het halve werk. Het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) vroeg haar lidkerken vorige maand al om plannen te maken voor de vormgeving van kerkdiensten in de anderhalvemetersamenleving. Hierdoor kwamen verschillende kerkgenootschappen deze week al met richtlijnen voor het opstellen van protocollen die per 1 juni van kracht zijn in plaatselijke kerken.
De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) plaatste donderdagmorgen een protocol op haar website. De Hersteld Hervormde Kerk (HHK), Gereformeerde Gemeenten (GG), Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) en Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN) maakten samen met SGP-senator Peter Schalk, die hen vertegenwoordigt in het overleg met het CIO, een basisdocument. Vandaar dat er weinig inhoudelijke verschillen zijn tussen de richtlijnen die kerkenraden in die kerkverbanden toegestuurd hebben gekregen. De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) komen nog met een protocol.
In de verschillende kerkelijke documenten staat voorop dat de richtlijnen van het RIVM te allen tijde in acht genomen moeten worden. In het draaiboek dat binnen de GG is verspreid, staat een berekening van Schalk waaruit blijkt dat in de meeste kerkgebouwen iets minder dan een kwart van de zitplaatsen gebruikt kan worden als de anderhalvemeterregel wordt gehandhaafd.
Specifieke wensen
De OGGiN hebben een draaiboek naar de kerkenraden verzonden, met grotendeels dezelfde inhoud als het protocol dat Schalk heeft opgesteld. Algemeen scriba Jan Verwijs zegt dat kerkenraden daarover dinsdag per brief geïnformeerd zijn. „Het is aan de afzonderlijke kerkenraden hoe zij hieraan nader invulling geven. Iedere gemeente heeft op onderdelen eigen behoeften en specifieke wensen. Wij geloven dat gezondheid en ziekte ons niet bij geval overkomen. Maar dat sluit het gebruik van geëigende middelen niet uit. Laten we als kerken daarom alles doen wat nodig is om besmetting te voorkomen, en zo ook naar de buitenwereld zorgvuldigheid uitstralen.”
De deputaatschappen kerk en overheid en kerkelijke dienstverlening van de GGiN hebben een ”aanzet draaiboek anderhalvemeterkerkdienst” opgesteld. De kerkenraden wordt verzocht het draaiboek te vertalen naar een plan voor de eigen gemeente, waarin de maatregelen concreet worden uitgewerkt.
Het draaiboek van de GGiN noemt twee „essentiële voorwaarden” voor het beleggen van kerkdiensten: alle potentiële bezoekers dienen zich verantwoordelijk te weten voor zichzelf en voor de ander. En kerkbezoekers moeten bereid zijn zich te voegen naar de regels die door de kerkenraad zijn vastgesteld en verspreid. H. D. den Toom, beheerder van het kerkelijk bureau te Opheusden, besluit zijn brief met: „Dat we samen in oprechtheid mochten leren bidden: Uw wil geschiede.”
Sacramenten
Gemeentezang tijdens de kerkdienst wordt door de Protestantse Kerk vooralsnog afgeraden. Andere kerkgenootschappen bezinnen zich nog op dit thema (zie kader). Ook over de viering van de sacramenten is het protocol van de PKN uitgesproken. De doop kan bediend worden door gebruik te maken van een verlengde arm met een doopschelp, maar een gemeente kan er ook voor kiezen het dopen uit te stellen. Het heilig avondmaal kan gevierd worden, maar met inachtneming van alle voorschriften. „Dat betekent: een bekertje per persoon en het brood afnemen van een schaal in plaats van aanreiken.”
In het protocol van de HHK wordt alleen gesproken over de bediening van de doop. Daarbij moet de predikant zijn handen desinfecteren direct voorafgaande aan de doophandeling. Ook mag het doopwater niet terugvloeien in het doopvont om onderlinge besmetting bij meerdere dopelingen te voorkomen.
Schalk liet donderdag weten dat er „ruim voor 1 juli” aanvullende adviezen komen voor de omgang met de sacramenten in de reformatorische kerken. „Vanaf 1 juni is het vooral belangrijk dat de kerkdiensten weer opstarten met dertig mensen. Als er per 1 juli honderd mensen per dienst mogen komen, is het belangrijk dat er zo zorgvuldig mogelijk wordt omgegaan met de sacramenten. Dat is in eerste instantie belangrijk voor de doopbediening.”
Het is nog niet duidelijk of gemeentezang in kerken een verhoogd risico op de verspreiding van het coronavirus met zich meebrengt. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) meldde donderdag dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hier onderzoek naar doet. Zolang de uitkomsten daarvan niet bekend zijn, raadt de Protestantse Kerk gemeentezang tijdens de dienst af. Op haar website reikt de kerk zeven alternatieven aan, zoals het laten uitspreken van liedteksten door gemeenteleden of het aanstellen van een zanger(es).
SGP-senator Schalk, die betrokken was bij het opstellen van de basisrichtlijnen voor vier reformatorische kerken, zei donderdagmorgen over het onderwerp gemeentezang: „Er is nog weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de gevolgen van het zingen tijdens de kerkdienst. Het is daarom moeilijk om op dit moment een gericht advies te geven. Maar met name in kleine kerkzalen is het verstandig als de kerkenraad een goede afweging maakt.”