Koningshuis in 1945 terug na vijf jaar ballingschap
De bevrijding van Nederland betekende voor de koninklijke familie het einde van vijf jaar ballingschap. Koningin Wilhelmina en prins Bernhard hadden die in Engeland doorgebracht, prinses Juliana was met haar dochtertjes uitgeweken naar Canada.
Eede, 13 maart 1945. Koningin Wilhelmina betreedt voor het eerst in bijna vijf jaar weer vaderlandse bodem.
Dat had ze graag eerder gedaan. Toen Zuid-Nederland in september 1944 werd bevrijd, wilde de vorstin ernaartoe, maar haar ministers vonden het niet veilig genoeg. Toen het bijna een halfjaar later eindelijk zo ver was, had de reis in het diepste geheim plaats, om een Duitse aanslag te voorkomen.
Per vliegtuig arriveerde de vorstin op 12 maart in Brussel. De Britten zorgden voor een gepantserde auto. Daarmee kon de koningin eindelijk naar haar land. Niet Limburg of Noord-Brabant, maar het zwaar geteisterde Zeeuws-Vlaanderen had de eer haar te ontvangen. Met meel was er inderhaast een streep geproduceerd om de grens te markeren. „H.M.’s adjudant hielp Haar uit den wagen en om 12.29 precies overschreed H.M. de met een kalkstreep geïmproviseerde grenslijn. Het gejuich, dat deze enkele honderden eenvoudige Nederlanders toen aanhieven, ging over in een uitbundige ovatie, die zich steeds geestdriftiger voortplantte door het gebied, dat H.M. bezocht”, aldus een krantenverslag. Volgens anderen was het publiek echter zo onder de indruk van de omstandigheden dat er weinig gejuicht werd.
Wilhelmina was druk met handen geven en bemerkte nauwelijks dat ze haar land betrad. Voor de fotografen wilde ze het nog wel een keer overdoen. „Eenvoudige boeren en arbeiders verdrongen zich om H.M. De ontroering van het ogenblik werd velen te machtig. Het was een aangrijpend gezicht, deze eenvoudige plechtigheid tussen deze ruïnes van dit kleine landbouwdorpje. Hier werd geschiedenis gemaakt. De heroverde vrijheid werd hier bezegeld door de terugkomst van Haar, wier persoon voor allen die vrijheid symboliseert. Spontaan hieven de aanwezigen het Wilhelmus aan.”
Na een reis door bevrijd gebied keerde de koningin terug naar Engeland. Begin mei kwam ze opnieuw en nam ze haar intrek in villa Anneville in het Brabantse dorpje Ulvenhout, bij Breda. Daar ontving ze al snel het bericht van de Duitse capitulatie die ook het noorden van haar land de vrijheid bracht.
Diplomaat
Prins Jaime zegt in het pasverschenen boek ”Oorlogsgesprekken”: „Ik ben door die Tweede Wereldoorlogverhalen in mijn familie me er bewust van geworden dat oorlog altijd om de hoek kan staan.” Hij baseerde er zelfs zijn beroepskeuze op en werd diplomaat. „”Oorlogswinter” is het eerste oorlogsboek dat ik las”, zegt Jaime tegen de schrijver ervan, de inmiddels 88-jarige Jan Terlouw.
Jaimes moeder Irene ontleende haar naam, die vrede betekent, aan de oorlogsdreiging die Europa in 1939 beheerste. Na de Duitse inval in mei 1940 week de kleine koninklijke familie uit naar Engeland. Hofprediker ds. W. L. Welter dichtte, kort voordat hij op 90-jarige leeftijd overleed: „Neen, ’t was geen vlucht die u deed gaan.” Nou, dat was het natuurlijk wel, maar vluchten kan heel verstandig zijn. De historici A. en H. Algra typeerden in ”Dispereert niet” de rol die koningin Wilhelmina vervulde: „Zij is bijna vijf jaar balling geweest en in den vreemde was zij de moeder van het verzet.” Dat zou ze niet zijn geweest als ze zich door de Duitsers gevangen had laten nemen.
Hongerwinter
De koninklijke familie was klein en kwetsbaar. Hoe veilig was ze in Engeland eigenlijk? Daarom ging prinses Juliana naar Canada. Daar werd in 1943 haar derde dochter, prinses Margriet, geboren. Die zou deze maand met haar man weer naar Canada reizen, maar vanwege de coronacrisis kan dat niet doorgaan.
Pieter van Vollenhoven, die kort voor de Bevrijding zes jaar werd, maakte de Hongerwinter en de Bevrijding in Schiedam mee. In 2013 verscheen er een boek van Freek Schlingmann over Vesting Holland in 1940 dat was gebaseerd op een dossier van Van Vollenhovens vader, die bij het uitbreken van de oorlog commandant van de Vaartuigendienst was.
Luftwaffe
Koningin Wilhelmina benoemde prins Bernhard in 1944 tot bevelhebber van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS), waarin de verzetsgroepen werden bijeengebracht. Een functie waarvoor hij elke elementaire vorming ontbeerde en die vooral ten dienste stond van de naoorlogse positie van de Oranjedynastie, schreef dr. Gerard Aalders in een van zijn kritische boeken over Bernhard, ”Niets was wat het leek.” Met succes werd het beeld neergezet van Bernhard als bevrijder en verzetsheld. Hij was het allebei niet.
Bernhards oude vaderland had zijn nieuwe aangevallen. Ook zijn familie was bij de oorlog betrokken. Op de begraafplaats van Duitse soldaten en foute Nederlanders in het Limburgse dorp Ysselsteyn is het graf te vinden van een verre neef van de prins, Egmont Prinz zur Lippe Weissenfeld, die bij de Luftwaffe roem verwierf door 51 geallieerde vliegtuigen uit de lucht te schieten. Hij sneuvelde in de Ardennen.
Paleizen
De Nederlandse hofhouding probeerde tijdens de oorlogsjaren zorg te dragen voor de achtergelaten paleizen en bezittingen, maar kon niet voorkomen dat de bezetter een deel van de inboedel stal en de paleisruimten in gebruik nam. De ongenode gasten gingen niet altijd even zorgvuldig met hun royale onderkomen om. Duitse officieren verzonnen intussen een leuk uitje: ze gingen in een koets van Wilhelmina toeren door Den Haag.
In Paleis Noordeinde zaten onderduikers. Paleis Huis ten Bosch overleefde de aanleg van de Atlantikwall, de Duitse kustverdediging. Er ontstond echter veel schade, ook door het vergissingsbombardement dat een groot deel van de naburige wijk Bezuidenhout in puin legde.
Paleis Het Loo, aan de rand van het bos bij Apeldoorn, was zo uitgeleefd dat het jaren duurde voordat Wilhelmina er weer haar intrek nam. Ze woonde eerst in een huurhuis aan de Nieuwe Parklaan in Den Haag en later in een villa aan de Waldeck Pyrmontlaan in Apeldoorn.
Nieuw kabinet
De koningin wees W. Drees en prof. dr. ir. W. Schermerhorn aan als formateurs van het eerste naoorlogse kabinet, al bemoeide ze zich vervolgens intensief met de zoektocht naar ministers. Ze wilde politieke vernieuwing, al had ze niet helder voor ogen hoe dat moest. Al snel kreeg ze het verwijt dat ze zich te eenzijdig oriënteerde op de verzetsbeweging. Oud-minister Aalberse noteerde: „Ze ontvangt de mensen, onder anderen de bisschoppen, leden van de hofhouding enz., steeds met de vraag: „En wat heeft u in de illegale beweging gedaan?” Blijkt dat dit niet veel was, dan kan de man aanstonds weer vertrekken.”
De vorstin hield een glorieuze intocht in Amsterdam (28 juni) en Den Haag (6 juli). Maar het werk wachtte. De zware jaren en de teleurstelling over de gang van zaken na de Bevrijding eisten hun tol: de vorstin moest zich enkele keren door haar dochter Juliana laten vervangen en trad uiteindelijk rond haar 68e verjaardag terug.
„Leve het vaderland!”
„Landgenoten, het uur der bevrijding is thans ook voor u aangebroken”, begon Wilhelmina in mei 1945 haar bevrijdingsproclamatie. „Het ogenblik waarop ik en u met zoveel spanning en ongeduld gewacht hebben, is daar. Ik weet van de bittere beproeving, waaronder gij, afgesneden van een deel van ons vaderland, deze laatste maanden hebt geleefd. Die druk heeft thans een einde genomen. Ik weet ook van de bovenmenselijke moed, waarmede gij de zwaarste ontberingen hebt gedragen. Talrijke handen zijn uitgestrekt om het einde uwer noden zoveel mogelijk te bespoedigen, maar veel zal daarbij afhangen van uw rustige en eendrachtige houding in de komende dagen. (...) Dat Gods zegen op u allen ruste. Nederland herrijst. Leve het vaderland!”
Gebed voor de Koningin
Radio Oranje zond vanuit Londen tijdens de oorlog elke zondagmorgen het volgende gebed uit: „Uit de diepte van ons hart roepen wij tot U, almachtige God en Vader. Schenk heil aan onze Koningin. Bescherm Haar Huis. Verlicht met Uwe Geest onze wettige Overheid. O God, bevrijd ons ganse Rijkseenheid uit de hand onzer tegenstanders. Voor alle slachtoffers van hun boos geweld storten wij ons gebed uit voor Uw aangezicht.
Omgord met de wapenen van geloof, gerechtigheid en moed allen die strijden voor vrijheid en recht. Wij smeken U: Geef ons geduld en volharding, totdat Gij de dag des vredes doet aanbreken over onze landen, ja, over de hele wereld. Amen.”