Albanees leren in Woudenberg
Pieter van Ojen (32) zou, samen met zijn vrouw en twee zoons, eind april als zendingswerker door Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) worden uitgezonden naar Albanië. Door de coronacrisis wordt hun uitzending noodgedwongen uitgesteld.
De dozen staan ingepakt en een deel van het huisraad is al onderweg naar Albanië. Maar Pieter en Arianne van Ojen blijven voorlopig nog in Woudenberg. Van Ojen: „In Albanië is sprake van een volledige lockdown die al weken duurt. Er is geen zicht op verandering. We weten dan ook niet wanneer we kunnen vertrekken. Dat is jammer, want je stelt je er toch op in. Tegelijkertijd is het ook relatief. Onze uitzending gaat wel door, maar op een ander moment. We kunnen niet naar Albanië vanwege een ziekte die de hele wereld in zijn greep houdt. En als gezin hebben we met de gevolgen daarvan te maken. Het is ook een beschamende les. We hebben zo onze eigen planning in gedachten. Maar die doet er niet toe. De Heere leidt ons en wij mogen Hem hierin volgen.”
Taalstudie
Van Ojen heeft zich in de afgelopen maanden voorbereid op zijn uitzending. „Tijdens deze periode verdiepte ik me in diverse theologische vakken zoals missiologie en dogmatiek. Mijn vrouw en ik volgden cursussen rondom het functioneren in een andere cultuur. We hebben ons ook in praktische zin voorbereid op onze uitzending.”
In de tijd die nu aanbreekt, gaat Van Ojen zich verder bekwamen in vaardigheden die voor het zendingswerk van belang zijn. „Alhoewel het Albanees een taal is die je het best kunt leren als in je Albanië bent, zijn we er toch hier al mee begonnen. Op afstand leren is in deze tijd heel gewoon geworden. De collega’s van ZGG in Albanië moeten hun dagelijkse werk nu anders vormgeven. Via internet leren ze ons nu Albanees. Met deze taalstudie kunnen we nog maanden vullen.”
Centraal-Azië
Niet alleen een uitzending kan anders gaan, ook de terugkeer van zendingswerkers kan moeilijk zijn. Arie van der Poel, regiocoördinator Midden-Oosten en Centraal-Azië van de GZB, een zendingsorganisatie in de Protestantse Kerk in Nederland, vertelt dat het begin van de crisis een drukke tijd was. „Het crisismanagementteam heeft van de situatie van alle zendingswerkers een inschatting gemaakt. Niemand is gedwongen om te blijven of terug te keren. Iedere werker heeft zelf die keuze gekregen, tenzij wij vonden dat er zwaarwegende factoren waren om terug te keren. We hebben de beslissingen zoveel mogelijk gemaakt in overleg met de werkers en partnerorganisaties. Zendingswerkers vertrekken niet lichtvaardig van het zendingsveld. Tegelijkertijd komt er een dreiging op hen af die je moeilijk kunt inschatten.”
Peter, Riet en Gerlinde zijn werkers in Centraal-Azië. Van der Poel: „Wij hebben uiteindelijk de knoop doorgehakt en in goed overleg besloten dat zij, indien mogelijk, zouden terugkeren. Dat had te maken met de kwaliteit van de gezondheidszorg en de eventuele sociale onrust die kon ontstaan. De terugkeer bleek niet mogelijk. Vanwege sluiting van het luchtruim zitten zij in een lockdown. Ik heb regelmatig contact met hen en ze maken het naar omstandigheden goed. We hopen en bidden dat de crisis zal overgaan en zij hun werk op termijn weer kunnen oppakken.”