Pastorale vragen rond suïcide: „Past ons een oordeel?”
Het onderwerp zelfdoding is beladen met overweldigende gevoelens en vragen. Vooral over de eeuwige bestemming van degene die zich van het leven beroofde, kunnen vragen leven. „Past ons een oordeel over iemand die wanhopig een eind aan zijn leven maakte?”
Voordat ze een poging deed zichzelf te doden, schreef Lisa (15) in haar afscheidsbrief: „Ik wil niet sterven, maar ik houd het niet langer uit. Ik vind het leven te moeilijk. (...) Mama, ik heb wel gezien hoe verdrietig u de laatste tijd bent. Ik ben alleen maar een zware last voor u.”
Bovenstaand voorbeeld komt uit het boek ”Gevangen in moeite en verdriet. Suïcide bij pubers en jongeren” van dr. J. Stolk en ds. J. Belder. Het is een herkenbare gedachtegang bij depressieve jongeren, zeggen de auteurs in hun boek. „Opvallend is dat in nagelaten brieven vaak wordt gezegd dat het blijven leven een grotere belasting is voor ouders, broers en zussen dan hun sterven. Met egoïsme heeft dat niets te maken, integendeel. De jongere denkt, verdrietig genoeg, zijn familie van een last te bevrijden.”
Het aantal zelfdodingen onder jongeren van 12 tot 20 jaar neemt toe, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 1980 maakten 31 jongeren een eind aan hun leven, in 2017 was dit aantal gestegen naar 81.
Onder tieners is suïcide de belangrijkste doodsoorzaak; een kwart van de sterfgevallen onder hen komt door zelfdoding.
Reden genoeg voor dr. Stolk en ds. Belder, respectievelijk oud-hoofddocent orthopedagogiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en emeritus predikant van de Protestantse Kerk in Nederland, om een boek te schrijven over dit onderwerp. „We willen ouders helpen die op een allesoverweldigende manier worden geconfronteerd met de zelfgekozen dood van een van hun kinderen”, zegt Stolk. „Ze hebben hun kind zien opgroeien, hun kind dat ze zo veel jaren hebben opgevoed. En dan, juist aan het begin van de volwassenheid, zegt je zoon of dochter als het ware: Ik wil dit leven niet; ik kan het niet meer aan. Dat raakt ouders in het diepst van hun bestaan.”
De auteurs spraken voor het boek met verschillende ouders en jongeren die dit hebben meegemaakt. „Ze zijn dankbaar dat er in reformatorische kring eindelijk aandacht wordt besteed aan zelfdoding bij jonge mensen. Het is namelijk nog steeds een taboeonderwerp”, zegt ds. Belder.
Gevoeligheid
Na de dood van hun zoon of dochter is voor ouders een van de belangrijkste vragen: hoe kon dit gebeuren? Een duidelijk aanwijsbare oorzaak is er meestal niet. „Jongeren die zichzelf doden of een poging doen, zijn vaak gevoelig”, zegt Stolk. „Ze kunnen opzien tegen het volwassen en zelfstandig worden. Of ze reageren impulsief op een moeilijke gebeurtenis in hun leven. En bijna altijd is er sprake van depressiviteit.”
Gevoelige jongeren zijn vaker ontvankelijk voor psychische problemen. Ds. Belder: „Het leven is zo complex geworden. Er wordt enorm veel van mensen gevraagd. We leven in een maatschappij vol competitie en ”ieder voor zich”. Je moet het al jong gemaakt hebben. Er komt zo veel op tieners af, terwijl het hun vaak ontbreekt aan een duidelijke oriëntatie in het leven. Zij groeien op in een samenleving zonder God. Stel je eens voor wat dat betekent als je nog volwassen moet worden. Juist jongere mensen lopen daar in vast.”
Depressieve jongeren zijn gedurende langere tijd somber gestemd, passief, of juist kortaangebonden. Uit allerlei uitspraken blijkt hoe negatief ze over zichzelf denken, hoe hulpeloos en schuldig ze zich voelen. Ze gaan meer of juist minder slapen en eten, verliezen hun belangstelling voor het dagelijks leven en kunnen zich moeilijk concentreren. „Zie je dat bij je zoon of dochter, dan is er sprake van code rood”, zegt Stolk. „Het zou kunnen dat hij of zij dan ook rondloopt met gedachten aan zelfdoding. Het beste is om daar dan maar rechtstreeks naar te vragen, om zo het gesprek te openen over de depressieve gevoelens en hulp van deskundigen in te roepen. Dat kan niet vroeg genoeg gebeuren.”
Luisteren
Psychische problemen worden volgens Stolk nog te vaak gezien als zwakte van mensen die er niet in slagen om in hun leven de schouders eronder te zetten. „Het is ook niet gemakkelijk om je echt te verdiepen in het verdriet van andere mensen. Instinctief gaan we daar allemaal liever aan voorbij.”
Toch denkt hij dat er in dit opzicht sprake is van een kentering. „Er is vergeleken met vroeger meer openheid over psychisch leed. Maar er blijven taboes. Zelfdoding is er één van. Horen van iemand die een poging deed tot suïcide, is heel confronterend. Daar sluiten we ons bijna instinctief voor af.”
Over zelfdoding bestaan allerlei misverstanden. Bijvoorbeeld: een poging is vragen om aandacht. Met iemand erover praten, brengt hem of haar alleen maar op het idee om het daadwerkelijk te doen. Als een jongere een eind aan zijn leven maakt, zijn de ouders verantwoordelijk. „Allemaal uitspraken die voortkomen uit onwetendheid. Tegelijk zijn het opvattingen die ouders diep kunnen kwetsen.”
Wat kunnen ouders doen als hun zoon of dochter depressief is en ze vermoeden dat er gedachten zijn aan zelfdoding?
In het boek geeft Stolk een aantal tips. Allereerst: probeer vooral rustig te blijven. „Hoe tegenstrijdig dat ook klinkt. Wapen je tegen de moeilijke dingen die ter sprake kunnen komen. Je zoon of dochter kan uiting geven aan heftige gevoelens en schokkende gedachten. Laat merken dat je iets probeert te begrijpen van de pijn. Bedenk dat goed luisteren belangrijker is dan het direct bieden van oplossingen. Probeer met liefdevolle aandacht het isolement van je kind te doorbreken.”
Wat ook belangrijk is: benoem het probleem, zelfdoding of gedachten aan zelfdoding. „Alleen zo help je het onder ogen te zien. Vertel je kind rechtstreeks wat het je doet dat hij of zij het zo moeilijk heeft, en vertel dat je hem of haar niet kunt missen. Ga met je zoon of dochter naar de huisarts, die zo nodig medicijnen voorschrijft en kan doorverwijzen. En bid als ouders samen; vraag de Heere om rust en wijsheid, om liefde voor je kind.”
Spanningsveld
Ook in het pastoraat is die biddende houding belangrijk. „Pastoraat bij zelfdoding is zwaar en is een kwestie van lange adem en geduld”, zegt ds. Belder, die er meerdere keren mee te maken kreeg. „Belangrijk is een uitnodigende houding, waarbij de jongere of de ouders zich veilig voelen. Een belerende, veroordelende toon is uit den boze.”
Zeker na een zelfdoding, als ouders rouwen om hun verloren kind, past een belerende toon volgens ds. Belder niet. „Ween dan, bij wijze van spreken, met de wenenden. Schrik niet terug voor boosheid op God, de kerk of de overledene. Wees er alert op dat wat je uit de Bijbel leest en wat je in je bidden verwoordt verkeerd opgepakt kan worden. Laat het Woord spreken, maar met erbarmen, met liefde, als basis.”
Het onderwerp suïcide is beladen met overweldigende gevoelens en vragen. Vooral over de eeuwige bestemming van degene die zich van het leven beroofde kunnen vragen leven. „Er is sprake van een geweldig spanningsveld. In de Bijbel staat het gebod: ”Gij zult niet doden”. Maar is een psychisch ernstig zieke jongere in dit opzicht ook aansprakelijk? Past ons een oordeel over iemand die wanhopig een eind aan zijn leven maakte? Wat weten wij als mensen van de reikwijdte van Gods genade?”
Volgens Stolk mogen we Gods genade niet verruimen, maar ook niet inperken. „Dat betekent dat we aan de ene kant niet van iedereen die zichzelf doodt, kunnen zeggen dat hij of zij in Christus geborgen is. Maar aan de andere kant betekent het ook niet dat hij of zij een onvergeeflijke zonde heeft begaan en dus verloren is. We kunnen beter niet te veel zeggen en het in Gods hand leggen. En dan op Zijn ontferming hopen en geloven dat niet onze gedachten en ideeën, maar Christus Zelf het fundament van Zijn genade is.”
Hebt u hulp nodig? Dan kunt u contact opnemen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0900 0113 (24 uur bereikbaar) en 113.nl
„Het ontbreekt vaak aan een luisterend oor”
Suïcide bij pubers en jongeren. Achter deze vijf woorden gaat een wereld van moeite en verdriet schuil. Hoe komen pubers en jongeren ertoe zichzelf te doden? Wat gaat er in hen om? Kunnen ouders het zien aankomen? In het boek ”Gevangen in moeite en verdriet” proberen dr. J. Stolk en ds. J. Belder een antwoord te vinden op deze vragen. Het boekje is een vervolg op het in 2017 verschenen ”Jong en depressief”, een uitgave van Stolk over depressies bij pubers en jongeren.
Er staan verschillende praktijkvoorbeelden in het boek. Deze zijn gebaseerd op gesprekken met pubers en jongeren en hun ouders. „Voor ouders is het heel moeilijk om zo over de dood van hun eigen kind te vertellen”, zegt Stolk. „Je wordt weer geconfronteerd met het ergste wat een vader of moeder kan overkomen: een kind verliezen dat zelf een einde aan zijn of haar leven maakt. Een trauma dat geen ouder ooit helemaal te boven komt. Aan de andere kant kan een rustig gesprek over alles wat er is gebeurd ook troost bieden. Want daar ontbreekt het ouders vaak aan: een luisterend oor, iemand die meedenkt en meeleeft, zonder oordeel.”
De auteurs gaan ook uitgebreid in op de pastorale zorg rond suïcide; de laatste drie hoofdstukken gaan over dit onderwerp. „Wie op rouwbezoek gaat, moet vooral niet vergeten dat spreken zilver en zwijgen goud is. (...) Soms zit er niet meer in dan de ander je tranen van machteloosheid te bieden. Zeg het ook gerust als je niet meer hebt en verslagen en stom bent van medelijden. Ga vooral af op wat je hart je ingeeft.”
Gevangen in moeite en verdriet, dr. J. Stolk en ds. J. Belder; uitg. De Banier; 144 blz.; € 14,95
serie
Suïcide
Dit is het tweede deel van een serie over zelfdoding. Volgende week dinsdag deel 3: aandacht voor de stichting 113 Zelfmoordpreventie.