Lange tijd ontkwam Guinee-Bissau nog aan het coronavirus, maar woensdag werden de eerste twee besmettingen vastgesteld. Zendingswerker Marianne van Helden bereidt zich voor op onzekere tijden.
Preventieve maatregelen zijn vorige week al genomen door de overheid, vertelt Van Helden. „In de buurlanden Guinee en Senegal waren al uitbraken en mensen proberen de grens over te vluchten naar Guinee-Bissau. Zelfs door de telefoon klinken overheidswaarschuwingen. Toen ik iemand belde, kreeg ik voordat de telefoon overging eerst de boodschap te horen: Bescherm je tegen corona, was je handen en blijf weg waar veel mensen samen zijn.”
Van Helden werkt voor Stichting Kimon in het land aan de westkust van Afrika. In het stadje Buba, zo’n vijf uur rijden bij de hoofdstad Bissau vandaan, werkt ze in de thuiszorg voor gehandicapte kinderen. Ook geeft Van Helden trainingen in de regio om kinderclubs op te zetten.
Weekmarkten
Vorige week sloot Guinee-Bissau de grenzen en het luchtruim. Alle grote weekmarkten zijn verboden, scholen zijn gesloten en evenementen –waaronder diensten in moskeeën en kerken– zijn afgelast.
De kleinere markten in dorpjes mogen doorgaan, maar hebben beperkte openingstijden. De politie handhaaft streng: mensen moeten gepaste afstand bewaren en niemand mag stil blijven staan voor een praatje. Ook de rituele mannenbesnijdenis, die rond deze tijd in heel veel plekken zou plaatsvinden, gaat niet door.
Ondanks alle maatregelen lijken veel mensen de ernst van de situatie nog onvoldoende in te zien, valt Van Helden op. „Het lijkt alsof het niet doordringt. Er wordt aangeraden geen handen meer te schudden, maar je ziet veel mensen het nog steeds doen. Ook schrijft de overheid voor niet langer samen uit één schaal te eten. We doen dat op ons centrum daarom ook niet meer. Maar dat samen eten is in deze cultuur zó gebruikelijk; ik zie dat niet snel veranderen. We zagen dit eerder al bij cholera-epidemieën en bij een dreigende ebola-uitbraak. Mensen gaan pas beseffen hoe serieus het is als naasten overlijden, maar dan ben je al te laat.”
Voorraden
Vanuit eerdere crises in het land leerde Van Helden dat de voorraden snel schaars kunnen worden. „De diesel, benzine en op een gegeven moment ook voedsel. We zijn voor de zekerheid toch vast begonnen met het aanleggen van een noodvoorraad voedsel.” Woensdag ging ze nog één keer naar de hoofdstad om te zorgen voor een voorraad medicijnen voor kinderen met epilepsie. Het werd een rit met veel pech: een kokende motor en lekke band.
Het contact met het thuisfront is geïntensiveerd, ook omdat de situatie in Nederland zo snel is veranderd. „Ik moet eerlijk zeggen dat ik er in gedachten best veel mee bezig ben. Er is regelmatig contact met Kimon. Over een terugkeer hebben we het eigenlijk niet gehad. De situatie in Nederland is op dit moment ook niet rooskleurig. Ik besef wel dat als ik hier corona zou krijgen en er medische hulp nodig zou zijn, die in het land eigenlijk niet voorhanden is. Het beste is om nu alles maar in de handen van de Heere te leggen; Hij weet wat goed is.”
Vrees niet
Die boodschap probeert Van Helden ook mee te geven in de ontmoetingen die ze heeft. „Toen ik maandag de dag opende voor de werkers op ons centrum, heb ik hen gewezen op Jesaja 41. Daar zegt de Heere: Vrees niet, Ik ben met u. Hij zegt niet dat ons geen problemen of ziekten zullen overkomen, maar dat Hij door al die dingen heen erbij is. God laat ons door deze dingen zien dat we maar nietige schepselen zijn. Ik hoop dat het mensen ertoe zal brengen om Hem te zoeken en te leren kennen.”
Zendeling in crisistijd
Serie portretten van zendingswerkers tijdens de corona-uitbraak. Niet alleen is de situatie op het veld onstabiel, ook aan het thuisfront heerst onzekerheid. Vrijdag deel 4.