De Nederlandse Vereniging tot bevordering van de Zondagsrust en de Zondagsheiliging heeft een brief gestuurd aan premier Rutte, waarin zij haar grote zorg uit over de „teloorgang van de zondag” en het geestelijk klimaat in Nederland.
Dat werd bekendgemaakt tijdens de jaarvergadering van de vereniging, zaterdag in Barneveld.
De vereniging memoreert in de brief de toenemende openstelling van winkels op zondag.
Politiek gezien constateert de vereniging dat „in landelijk en niet minder in Europees verband” de zondag steeds vaker misbruikt wordt voor het houden van vergaderingen. „Wij zouden niets liever zien dan dat u er alles aan zou doen om deze ontwikkeling tegen te gaan of terug te draaien. Laat toch het gebod Gods uw richtsnoer zijn, daarin ligt alleen alle ware heil voor een mens persoonlijk en is er wezenlijke welvaart voor een land te verwachten.”
De vereniging laat in de brief aan de premier weten dat er alle zondagen „in heel veel kerken van onze achterban” voor de regering in alle geledingen gebeden wordt om wijsheid en voorzichtigheid in deze „veel bewogen” tijd. „Er wordt met name aan u gedacht in uw hoge en verantwoordelijke functie als minister-president. Het moge u ter harte gaan dat als er een beleid gevoerd wordt in strijd met Gods Woord en Wet, dit een verhindering geeft in de voorbede voor onze overheid.”
De vereniging wil haar werk de komende tijd breder onder de aandacht brengen. Penningmeester L. Vogelaar maakte nieuwe activiteiten bekend. „De doelstelling van de vereniging is zo langzamerhand voor eigen mensen wel duidelijk. We willen nu mensen bereiken die weinig van de doelstelling afweten en dat willen we doen in een taal die zij goed kunnen volgen.”
De vereniging denkt concreet aan een magazine dat in een oplage van zo’n twee à driehonderdduizend exemplaren huis aan huis wordt verspreid in een stad als Groningen, Leeuwarden of Zwolle of „misschien wel het gehele eiland Voorne en Putten”, zo liet secretaris D. Exalto weten. Het is de bedoelding dat het magazine nog voor de zomer verschijnt, zei voorzitter D. van der Sluis desgevraagd.
Vogelaar dacht verder ook aan het oprichten van een soort expertisecentrum over de zondag, dat de kennis bundelt van onder meer de juridische aspecten van deze dag. Daarnaast wil de vereniging onderzoeken wat de afschaffing van de zondag doet met de mens of met kinderen.
Exalto merkte op dat de vereniging steeds vaker stuit op berichten die getuigen van het „alsmaar niet begrijpen wat de zondagsrust en de zondagsheiliging inhoudt.”
Er zijn minder brieven verstuurd als voorheen. „In de loop der jaren zijn er bij herhaling zoveel instanties aangeschreven, dat we soms denken: doen we er nog wel goed aan opnieuw te schrijven? Meestal doen we dit na een aantal jaren wel weer opnieuw, maar helaas, zonder resultaat. De mensen zijn steeds moeilijker te bereiken. De boodschap landt nauwelijks meer.”
Het aantal leden neemt langzaam af. En dat is „niet ernstig, wel tekenend”, aldus Exalto. Op 31 december waren het er 27.581,van wie er ruim 7000 de contributie (van één euro) nog niet betaalden. Jaarlijks worden er enkele honderden uitgeboekt wegens het niet betalen.
Verblijdend is volgens Exalto dat er 763 nieuwe leden kwamen. Het blijft echter moeilijk de jeugd bij het werk van de vereniging te betrekken.
Het verslagjaar werd afgesloten met een positief exploitatieresultaat van ruim 45.000 euro. „Financieel ziet het er goed uit, er is ruim voldoende garantievermogen”, aldus Vogelaar. De uitgaven voor de doelstelling van de vereniging zijn hoger dan vorig jaar. De post legaten (55.000 euro) is lager dan vorig jaar, maar toch nog steeds aanzienlijk.
Van der Sluis constateerde in zijn openingswoord een steeds verder afwijken van de heilzame geboden van de Heere. „Veel activiteiten vinden op zondag plaats. Op 3 mei wordt de Formule 1 in Zandvoort gehouden. Alle tegenargumenten worden door hogere en lagere overheden van tafel geveegd: alles moet doorgaan.”
Op veel manieren wordt er aandacht geschonken aan het feit dat Nederland 75 jaar in vrijheid leeft, „maar er wordt weinig aandacht geschonken aan de wonderen des Allerhoogsten in ons land.” Dat was ook volgens hem een reden om een brief aan Rutte te sturen.
Hij mediteerde over Amos 8, waarin veel zaken aan de orde komen die in de huidige tijd actueel zijn. „Er was in Israël nog een vorm van godsdienst, men hield de sabbat, maar men zocht óók naar de wereld en vroeg daarom: wanneer zal de dag van de sabbat voorbij zijn?”
Ds. W. J. op ’t Hof, hersteld hervormd emeritus predikant in Gameren, sprak een slotwoord over Jesaja 56. De heiliging van de sabbat wordt er in dit hoofdstuk speciaal uitgelicht. „Het centrum en het hoogtepunt van de geboden is hier de onderhouding van het vierde gebod. Vreemden en gesnedenen lijken de verbondskinderen van Israël voor te gaan. Het houden van de sabbat staat als het ware nog vóór het verbond en is nog belangrijker dan de besnijdenis. Dat moet u als vereniging een hart onder de riem steken.”
Ds. Op ’t Hof plaatste kritische opmerkingen over de naam van de vereniging. „Oudvaders hebben tegen de naam zondag geprotesteerd. Ze spraken doorgaans van rustdag, sabbat of de dag de Heeren. De dag des Heeren is de beste naam voor deze dag, deze dag komt God toe.”
Als we de liefde tot de dag des Heeren niet kennen, is er alleen maar wettisch werk, aldus Op ’t Hof. „We kunnen hier zitten als voorstanders van de heiliging van Gods dag maar als we de Heere Zelf niet kennen en niet met Hem verzoend zijn, dan is een van de heetste plekjes in de hel bereid voor ons. Hoe meer we geweten hebben, des te meer zullen we te verantwoorden hebben.”
Veel oudvaders konden zeggen dat (bijna) al hun kinderen de vreze des Heeren deelachtig waren. „Kwestie van andere tijden? De tijd doet er niet veel toe. Hoe is het in ons gezin? Voelen onze kinderen iets van dat wonderlijke werk dat God in harten uitstort? We kunnen ons geweldig druk maken over de zondagsrust, maar er staat in uw vereniging ook een woordje bij: heiliging. Wij rusten met het oog op de heiliging. Rusten alleen is niet genoeg. Hoe vaak gebeurt het niet: na de morgendienst koffiedrinken, eten en de ouders gaan naar bed. Kinderen moeten dan maar kijken. Is dat heiliging? Waar blijft de huiselijke catechisatie en de huisgodsdienst? Er is geen heerlijker werk om op Gods dag te spreken met je kroost over de dienst van de Heere.”