Politiek

„ChristenUnie mag iets vaker tot tien tellen”

De ChristenUnie staat er na twintig jaar puik voor. De partij regeert mee en staat in de peilingen op winst. Kenners waarschuwen dat de CU zich niet „te links” moet profileren en vinden dat de Tweede Kamerfractie meer „staatkundig belijnd” moet denken.

Coen Hermenet en Gerard Vroegindeweij
18 January 2020 08:36Gewijzigd op 19 January 2021 20:02
Gert-Jan Segers. beeld ANP, Sander Koning
Gert-Jan Segers. beeld ANP, Sander Koning

”Resultaten”. Een knop met dit woord prijkt meteen zichtbaar op de website van de ChristenUnie. De kleinste regeringspartij, die deze maand het twintigjarig bestaan viert, houdt het zorgvuldig bij. De teller staat op 138. Van geld voor onderzoek naar biodiversiteit tot een spoorverbinding naar Stadskanaal: de CU laat graag zien wat haar impact is van meeregeren.

Toch is dit niet waar Wouter Beekers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie, mee begint als hij antwoord geeft op de vraag hoe het ervoor staat met de partij. „Ik denk allereerst aan wat we willen betekenen voor de samenleving. We voelen ons geroepen te zoeken hoe we de samenleving kunnen helpen dichter bij Gods bedoeling te komen, als ik het even heel gelovig uitdruk.”

Eimert van Middelkoop, minister van Defensie in het kabinet Balkenende IV, vindt dat ‘zijn’ partij het goed doet. De electorale positie is „een robuuste.” Of er groeikansen zijn? „Ik denk van niet. We zijn uit een kerkelijke bedding afkomstig. Dat is geen schande. Voor de karakterontwikkeling van de ChristenUnie is dat goed geweest. Het toelatingsbeleid is weliswaar verruimd, maar dat heeft niet geleid tot andere politieke keuzes en forse toename van het aantal zetels.”

Dat de partij het in de peilingen goed doet, heeft ook te maken met het optreden van de ChristenUnie-politici. Beekers is uitgesproken positief over de partijleider, Gert-Jan Segers. Wat hem persoonlijk betreft is het dan ook geen vraag of Segers bij de komende verkiezingen opnieuw de kar moet trekken (zie: Wie wordt de lijsttrekker?). Hoe hij vindt dat de bewindspersonen (Schouten, Slob en Blokhuis) het doen? „Ik ben altijd een beetje de man van de kritische toon, dus ik hoor mezelf praten”, antwoordt hij verontschuldigend. „Maar eigenlijk ben ik ook bijzonder content met hoe zij het doen. Wat ik bijzonder aan hen waardeer is de open, eerlijke en betrouwbare manier waarop zij hun bestuurlijke rol vormgeven.” Toch wil hij niet slechts met complimenten strooien. Beekers kan naar eigen zeggen genieten van CDA’ers als Wopke Hoekstra of Hugo de Jonge die „bezig zijn met grote debatten” over bijvoorbeeld identiteit en migratie. „De grotere verhalen en het grotere perspectief schetsen, dat zou ik ook heel erg bij onze bewindslieden vinden passen. Dat mag wat mij betreft eerder meer dan minder.”

Rechtsstatelijkheid

Van Middelkoop snijdt een ander kritiekpunt aan: „De partij toont te veel een moreel correct gezicht en te weinig een belijnd programmatisch inzicht. Dat duid ik niet positief. Met morele argumenten kom je een heel eind in de politiek; dat zal ik niet ontkennen. Maar een partij moet ook staatkundig belijnd zijn.”

De 70-jarige oud-bewindsman noemt als voorbeeld de reactie van de fractie op de Urgenda-arresten waarbij de rechter de overheid dwingt tot een strenger klimaatbeleid: „Dat is met groot gejuich ontvangen. Toen dacht ik: waar is de staatsrechtelijke belijning gebleven? Naar mijn opvatting is de rechter een en andermaal op de stoel van de wetgever gaan zitten. Het morele domineert nu. Ik zou graag willen dat er meer wordt geredeneerd vanuit bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Wreekt zich hier het feit dat er momenteel geen juristen in de fractie zitten?”

Sytze Faber, oud-CDA-Kamerlid en kenner van de ChristenUnie, is het daarmee eens. Hij vindt het optreden van de ChristenUnie-politici soms onbesuisd. Faber kent de CU goed omdat hij tijdens de formatie van het CDA-PvdA-ChristenUnie-kabinet in 2007 de fractievergaderingen bijwoonde en daar een boek over schreef. „De partij zou wat meer rechststatelijk moeten denken. Even tot tien tellen voor je iets zegt, zou mijn advies zijn. Ik denk aan minister Schouten van Landbouw. Die zei tijdens de boerenprotesten: „Ik ben jullie minister.” Dan zeg ik: Nee, de minister is een dienaar van de kroon.”

Rondom de boerenprotesten had de ChristenUnie volgens Faber ook moeten zeggen dat er grenzen zijn: „Tijdens de protesten gebeurden er dingen die in een rechtsstaat niet thuishoren. Ik had van de CU wel een vermanend woord willen horen.”

Faber, die zichzelf een kritisch CDA-lid noemt, ergert zich aan het maandagmorgenoverleg tussen de fractievoorzitters van de regeringspartijen en de top van het kabinet. „Dat heeft een verlammend effect op de daadkracht van de regering. Kijk naar de stikstofcrisis. De daadkracht komt nu van de commissie-Remkes. Ik zou meer rechtsstatelijkheid van de ChristenUnie verwachten.”

Voltooid leven

Wat Van Middelkoop betreft, moet de ChristenUnie „de poot stijf houden” en „geen millimeter toegeven” in het debat over voltooid leven. „De christelijke partijen hebben in de jaren tachtig van de vorige eeuw in de euthanasiediscussie gewezen op het gevaar van de glijdende schaal. Dat vonden de voorstanders destijds niet kies. Maar kijk eens waar we nu zijn? We hebben het over de zelfgekozen dood als mensen levensmoe zijn. De geschiedenis heeft ons gelijk gegeven. Daarom zijn er niet alleen ethische en andere principiële redenen om hierin niet mee te gaan, maar ook historische. Maar reken erop dat de tegendruk groot zal zijn. Want kennelijk geldt er nog maar één recht, en dat is het zelfbeschikkingsrecht.”

Beekers is positiever over de voltooid levendiscussie. „We gingen de Tweede Kamerverkiezingen in met een duidelijke parlementaire meerderheid om dat te regelen. Mede dankzij onze scherpe en principiële inzet is het niet zo hard gegaan. Er is juist een flinke maatschappelijke discussie ontstaan, en ik heb het gevoel dat er veel meer nuance in het politieke debat is gekomen. Dus soms pakt een pauze ook goed uit, vanuit ons perspectief.”

De directeur van het Wetenschappelijke Instituut van de CU breekt herhaaldelijk een lans voor vrijmoedigheid. „Ik vind het heel mooi als wij vrijmoedig durven blijven uitkomen voor hoe wij vanuit de Bijbel naar de samenleving kijken, naar huwelijk en gezin. Volgens mij hebben we daar de samenleving echt iets te bieden. Misschien mag dat af en toe een tikkeltje vrijmoediger dan we nu doen.”

Uitgerekend het huwelijk is in de ChristenUnie echter een thema waarop de gelederen niet gesloten zijn. De partij herzag enkele jaren geleden onder leiding van Beekers haar beginselverklaring, en noemt het huwelijk daarin een „publieke verbintenis tussen man en vrouw.” De stemming leerde dat ruim 90 procent de tekst steunde, aldus Beekers. Een wijzigingsvoorstel haalde het niet. „We zijn een grote partij, met 25.000 leden. Dan zijn er altijd mensen die vragen stellen. Dat geldt voor alle onderwerpen, maar journalisten vinden dit punt natuurlijk interessant. Dat vind ik prima. Van mij mag de discussie doorgaan, dat houdt je scherp.”

Ook staatssecretaris Blokhuis plaatste openlijk vraagtekens bij de partijlijn. Beekers is voorstander van een „open debatcultuur”, maar plaatst desondanks een kanttekening: „Mijn kritiek op Paul Blokhuis is wel weleens geweest dat hij insinueerde alsof er een verandering aan zat te komen, of zou moeten komen. Dan denk ik: Laten we respecteren dat we twee jaar de tijd hebben genomen om goed na te denken over waar we staan. Dat is op een open, liefdevolle manier uitgedrukt, eigenlijk heel dicht bij hoe de CU er al tientallen jaren over denkt.”

Links

Over koersvastheid gesproken: volgens Beekers is zijn partij er kwetsbaar voor „om zich al te links te profileren. Dat zie ik andersom bij de SGP, waar toch wat met FVD wordt geflirt. Daar reageren wij dan weer ongelooflijk allergisch op. Dat is volgens mij allemaal een proces van polarisatie, en daar moeten we voor oppassen. Ons perspectief is niet polarisatie of meedoen met een van de flanken. Ik denk dat wij met gerichtheid op Jezus Christus een eigen weg mogen zoeken in deze tijd, en een eigen perspectief mogen schetsen.”

Van Middelkoop staat niet afwijzend tegenover samenwerking tussen ChristenUnie en Forum voor Democratie. „In de partij van Baudet –los van Baudet zelf– zitten best wel constructieve mensen. Kijk naar de Eerste Kamerfractie van FVD; die is bereid om het kabinet de helpende hand te bieden. Ik adviseer de Christen-Unie op die weg door te gaan. Mogelijk komt dat ooit nog eens van pas als je niet om deze partij heen kunt bij coalitievorming.”

Dankbaarheid zal een belangrijk onderdeel zijn in de komende verkiezingscampagne, onthult Beekers. „Wij willen redeneren vanuit dankbaarheid. God geeft ons heel veel mooie dingen in Zijn schepping. Daar willen we zuinig op zijn. Het eerste thema zal dan ook duurzaamheid zijn. In de tweede plaats richten we ons op hoe we samenleven; laten we zeggen de duurzame samenleving. En als derde de ethische discussies.

In de komende campagne moet de ChristenUnie naar de mening van Faber in korte en krachtige bewoordingen bij de kiezers overbrengen wat ze hebben bereikt in het kabinet. De lijst met 138 punten helpt daar niet bij: „Dat is borstklopperij. De kiezers moeten een paar duidelijke ankerpunten hebben. Tot nu toe mis ik die.”

Wie wordt de lijsttrekker?

Opzienbarend nieuws. Dat zou het zijn als Gert-Jan Segers zou besluiten dat hij niet opnieuw de ChristenUnie-kar wil trekken bij de komende verkiezingen. Van de drie christelijke partijen is de leiderschapsvraag bij de CU het minst spannend. Alles lijkt er namelijk op te wijzen dat Segers doorgaat.

De vijftigjarige Segers is sinds 2012 Kamerlid. In 2015 werd hij fractievoorzitter. Toen de CU in 2017 ging meeregeren, koos hij ervoor om in de Kamer te blijven.

Ongeveer een jaar geleden kwam Segers bij een peiling van EenVandaag als de meest authentieke politieke leider uit de bus. „Er is enorm veel draagvlak voor de manier waarop hij politiek leiding geeft aan de CU”, zegt Wouter Beekers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de partij. Wat daarbij ongetwijfeld helpt, is dat de partij er als geheel goed voorstaat. En dat is geen vanzelfsprekendheid. Integendeel. Niet zelden krijgt de kleinste partij in een coalitie gevoelige tikken bij verkiezingen. De ChristenUnie daarentegen staat als enige coalitiepartij op winst in de peilingen.

Segers moet allereerst zelf natuurlijk verder willen; dat besluit laat –in elk geval officieel– nog op zich wachten. Een publiekelijke strijd om het leiderschap zou hoogst ongebruikelijk zijn; de partij heeft altijd een enkelvoudige verkiezing gehad: leden krijgen één kandidaat-lijsttrekker voorgeschoteld en stemmen daarover. Als er echter een naam van een mogelijke concurrent genoemd zou moeten worden, dan lijkt minister Carola Schouten de eerst aangewezene.

De kandidatenlijst van de CU wordt op het congres in november vastgesteld. Het landelijk bestuur bepaalt in overleg met de selectiecommissie of dan ook de lijsttrekker wordt gekozen, of dat dit al tijdens het voorjaarscongres gebeurt, aldus een woordvoerder.

Dit is het eerste deel van een drieluik over hoe de christelijke partijen er, ruim een jaar voor de verkiezingen, voor staan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer