Meningen over zonneparken zijn verdeeld
„Zonneparken zijn nodig”, vindt Joop Bettink, eigenaar van een aantal groene-energiebedrijven in Barneveld en omgeving. „Anders haalt de gemeente de doelstellingen uit het energieakkoord niet.” Daarbij komt dat zonnepanelen niet bijdragen aan de vervuiling van de atmosfeer. Hij denkt soms willekeurig aan Psalm 89 (berijmd): „Zo duurzaam als de zon.”
Bettink ziet zonneweiden als onontkoombaar. „Zonnepanelen op daken zijn mooi, dan heb je een dubbele functie. Maar er is veel te weinig geschikt dakoppervlak, dus moeten er ook zonneparken komen.” Bij voorkeur op minder productieve landbouwgrond; dus hij ziet ze liever op de zandgronden dan op de vruchtbare zeeklei in Flevoland, Zeeland en Groningen. Maar hoe dan ook: „Eén hectare zonnepanelen levert evenveel energie als 8 hectare maïs. Energie uit speciaal geteelde biomassa, dát vind ik een verkrachte manier van energie opwekken. Met zon op land haal je het meeste rendement van de grond. Door onder meer elektrisch rijden komt er steeds meer behoefte aan elektriciteit. Er is op dit moment meer vraag naar energie dan naar Nederlandse biefstuk en melk.”
Wouter Veefkind, projectmanager duurzame energie bij LTO Noord, staat er anders in. „Belangenbehartiger LTO Nederland is terughoudend over investeerders die boeren lokken met hoge huurprijzen, meer dan ze met tarwe of welk gewas ook kunnen verdienen”, zegt hij in het tijdschrift van de Vereniging van Afgestudeerden van Hogeschool Van Hall Larenstein. „LTO wil vruchtbare landbouwgrond beschikbaar houden voor voedselproductie. Als de grond nog schaarser wordt, stijgt de grondprijs verder en wordt het voor jonge agrarische ondernemers nog lastiger om te boeren. Bedenk ook dat onze samenleving voldoende open ruimte nodig heeft voor natuur, landschap en recreatie. Bovendien hebben zonneparken flinke verborgen kosten. De hele samenleving betaalt mee via overheidssubsidies en de energierekening. Ondertussen vloeit het grote geld dat met de zonne-energieproductie wordt verdiend grotendeels weg naar buitenlandse investeerders.” Hij ziet dan ook meer in zonnepanelen op daken en in grootschalige, lokale projecten. De regie bij lokale gemeenschappen is belangrijk voor het draagvlak voor de energietransitie.
Windturbine
Veefkind parkeert zijn auto op het erf van een kalverhouderij in Kootwijkerbroek, eigendom van Bettink. De jonge zetbaas komt even poolshoogte nemen en vertelt over de kleine windturbine die onlangs werd geplaatst. Of de investering uit kan weet hij nog niet, maar het past binnen het plan energieneutraal te worden. De turbine levert energie wanneer de zonnepanelen op het dak van de kalverschuur geen stroom leveren. Een warmtepomp, die draait op zonne-energie, doet de rest: met warmte uit de lucht wordt het water opgewarmd voor de melk die aan de kalveren wordt gevoerd.
Veefkind, zoon van een Noord-Hollandse glastuinbouwer, studeerde bosbouw („dat heeft ook een economische component, dat trekt me wel”) en kwam via een agrarische natuurvereniging bij LTO terecht. Zijn eerste project was ”Asbest van het dak, zonnepanelen erop”. Hij ziet hier een kans. „De meeste asbestdaken zijn aan vervanging toe. Zijn zonnepanelen straks het nieuwe asbest? Dat is echt onzin. De panelen gaan lang mee –op proeflocaties in Duitsland werken ze al 25 jaar– en kunnen vervolgens volledig gerecycled worden. De zonnecellen bestaan uit zandkristallen, silicium. Daarboven zit een glasplaat, er loopt koperdraad door en er zit eventueel een aluminium rand omheen. Alles volledig herverwerkbaar. De omvormer gaat minder lang mee, maar die is afzonderlijk te vervangen.”
Nu ligt pas 6 procent van het dakoppervlak in Nederland vol, vertelt hij verder, en dat kan makkelijk naar 30 procent. „Dat komt overeen met de helft van de energiebehoefte. Er wordt gewerkt aan lichtere panelen, waardoor er nog meer dak geschikt wordt. Een probleem is dat zonne-energiebedrijven geen eigenaar zijn van de daken, maar je ziet steeds meer bedrijven hun eigen dak benutten. Daarnaast wordt het fiscale stelsel zo aangepast dat meer vormen van hernieuwbare energie interessant worden, waaronder functiecombinaties van zonnepanelen en landbouw.”
Veefkinds ideaalplaatje heeft ook een sociale kant. „Houd het lokaal en kleinschalig. Boeren kunnen energie gaan opwekken voor de burger, waardoor er weer verbinding ontstaat. Overtollige elektriciteit zou kunnen worden omgezet in waterstof in plaats van die op te slaan in vervuilende accu’s. Op de waterstof kunnen vervolgens auto’s rijden. Dan krijg je: tanken bij de boer.”
Ecologen vrezen dat zonneweides funest zijn voor het bodemleven. Mede daarom kreeg een groep Wageningse wetenschappers onder leiding van ir. Friso van der Zee van het ministerie van LNV de opdracht uit te zoeken wat er bekend is over de effecten van zonneparken op natuur, landbouw en landschapsbeleving. Inderdaad blijken het graafwerk en de beschaduwing „desastreus” zijn voor bijzondere vegetaties. Toch zijn er ook kansen. Zonneparken zijn namelijk te verenigen met landbouw of natuur, licht Van der Zee op zijn werkplek in Wageningen toe. „Als er tussen de opstellingen voldoende ruimte gelaten wordt kan zich daar, mits er goed maai- of eventueel begrazingsbeheer gevoerd wordt, een leuke vegetatie ontwikkelen. Als er tussen de panelen in een opstelling een kier blijft waar regenwater tussendoor kan sijpelen, maak ik me geen zorgen over het bodemleven.” Onder de panelen zal zich schaduwvegetatie ontwikkelen.
Voor de projectontwikkelaar is er nog steeds geld te verdienen. Bovendien kan het zo rekenen op meer draagvlak, wat steeds meer gemeenten belangrijk vinden. Zelfs een combinatie met akkerbouw is mogelijk. Van der Zee noemt een proef in Duitsland met aardappelen, waarbij de panelen in een iets ruimere opstelling nog 80 procent van de maximale opbrengst haalden, terwijl de opbrengst van de aardappels dankzij de beschaduwing 103 procent was.
Weidevogels zullen er in een zonnepark niet komen, verwacht Van der Zee. Hij raadt daarom een zonnepark in open gebied af. Dat betekent niet dat vogels het niet naar hun zin kunnen hebben tussen de panelen. Want bij een zonnepark op een al dertig jaar niet meer gebruikt terrein van een zinkfabriek in Brabant vlogen veldleeuweriken en groeide heide. Volgens de onderzoeker ligt „zonder meer het leukste” zonnepark bij Hengelo in de Achterhoek. Op een voormalige boomkwekerij werd minder nieuwbouw neergezet dan aanvankelijk gepland, dus bleef er grond over. Nu ligt er het door bewoners beheerde Solarpark De Kwekerij, het enige in Nederland dat overdag vrij toegankelijk is.
Door de ruime opstelling vangen de panelen ook bij laagstaande zon maximaal licht. Tussen de panelen zijn kruiden gezaaid; een enkel bloempje bloeit nog. Een troepje merels eet bessen van heesters op een wal die door het terrein kronkelt.
Frambozen telen onder een afdakje: onder zonnepanelen
Groningen stond bekend als dé gasleverancier, maar is bezig de leverancier van zonne-energie te worden. Tientallen zonneparken liggen er al of staan op stapel. Het grootste reeds voltooide project ligt bij Sappemeer: 316.216 panelen, verdeeld over 117 hectare. De looptijd is dertig jaar; daarna kan het weer bouwland worden.
Het was eigenlijk de bedoeling dat er kassen kwamen, vertelt boer-loonwerker Erik Bouwman, een van de eigenaren van de grond. Maar er kwamen geen tuinders opdagen. Omdat de prijzen van akkerbouwproducten niet zo geweldig waren, besloten vijf boeren met ontwikkelaar Powerfield in zee te gaan. Inmiddels is het project in handen van het Chinese bedrijf Chint Solar. Bouwman: „Dit is rendabel. Ik zie liever een veld tarwe, maar de maatschappij wil dit graag. Het zal er toch van komen, dus denk ik: we kunnen beter op tijd zijn.”
Veehouder Bertus van Essen uit Kootwijkerbroek zou dit niet doen. „Het is absurd dat kostbare landbouwgrond, die door onze voorouders met bloed, zweet en tranen is ontgonnen, niet voor voedselproductie gebruikt wordt, terwijl er elders in de wereld honger is. Dat stuit me tegen de borst.”
Zonnepanelen kunnen ook gecombineerd worden met gewassen. Want lang niet alle gewassen hebben fel zonlicht nodig. Piet Albers doet bij Babberich een proef met frambozen onder gedeeltelijk lichtdoorlatende zonnepanelen. „Frambozen worden doorgaans geteeld onder schaduwplastic dat beschermt tegen hagel en zonnebrand,” vertelt Albers’ projectontwikkelaar Willem de Vries van firma GroenLeven. „Met zonnepanelen hebben we een mooie dubbelfunctie. Het is alleen nog zoeken naar de precieze uitwerking om opbrengstverlies te voorkomen.”
SGP Ede stemt tegen komst zonneweides
De gemeente Ede zet in op duurzame energie, maar biomassavergisting en windturbines stuiten op weerstand, dus blijft zonne-energie over. Toen er in de gemeenteraad een plan werd besproken voor zonneweides kwam de SGP-fractie met een tegenvoorstel: een halve hectare op elk boerenbedrijf, vrijwel alles op de daken en het bouwblok. „Anders wordt door nog hogere grondprijzen landbouwgrond onbetaalbaar voor jonge boeren”, licht raadslid Theo Folmer toe. „Bovendien wringt het om in de Food Valley landbouwgrond te onttrekken aan de voedselproductie. Maar het bleek een politiek spelletje, het college had allang besloten het oorspronkelijke plan te handhaven.”
Tijdens een laatste bespreking onlangs stemde de SGP in met een CDA-motie om de totale oppervlakte terug te brengen van 50 naar 40 hectare. Een combinatie van functies is niet ter sprake gekomen.
Groen of niet
Sommige duurzame opties hebben voor- en tegenstanders. Dat komt doordat de vraag leeft hoe groen deze opties echt zijn. Deel 2: zonneparken.