Niet meer sparen, wel een hoger pensioen
We moeten stoppen met sparen voor ons pensioen en werkenden rechtstreeks laten betalen voor ouderen. De economie zal groeien en iedereen krijgt jaarlijks een extra uitkering. Econoom Martin ten Cate: „Alles loopt nu vast doordat we veel te veel sparen.”
Zoeken naar een hoek in een ronde kamer. Zo schetst Ten Cate het pensioenakkoord, waarin naarstig wordt gezocht naar oplossingen voor de gestaag dalende dekkingsgraden bij de pensioenfondsen. Aan de tafel in de eetkamer van zijn woning in Breukelen zet hij zijn plan, dat hij in een boek uitwerkte, uiteen. Vanuit zijn achtertuin is het landgoed Nyenrode met de bekende Business Universiteit te zien. De plek waar hij recent zijn plan presenteerde.
Directe aanleiding tot zijn overpeinzingen was de vraag waarom het Nederland, in tegenstelling tot omliggende landen, zo moeizaam lukte om de financiële crisis van pakweg tien jaar geleden te boven te komen. „Dat zette me aan het denken. Dertig jaar was ik werkzaam in de financiële sector en al die jaren zag ik de rente gestaag dalen. Dat komt doordat er wereldwijd door een groeiende groep babyboomers almaar wordt gespaard. Nederland loopt voorop, waarbij de pensioenfondsen verantwoordelijk zijn voor een groot deel van het bizar grote overschot op onze betalingsbalans. Ondanks grote schulden hebben we nog veel meer vorderingen op buitenlandse partijen, bijvoorbeeld in de vorm van obligaties. En we sparen maar door, ook nu de rente zo laag is geworden en het de fondsen niet lukt om de vereiste dekkingsgraad vast te houden. Is dat slim of dom?”
Drees
Ten Cate bracht de buitenlandse systemen met betrekking tot de pensioenen in beeld. Hij kwam tot de conclusie dat, op een enkele uitzondering na, de meeste naties hun bevolking premies laten betalen voor de uitkering van het pensioen. Geen kapitaaldekkingssysteem, maar een zogenaamd omslagstelsel. „Net als bij de AOW. Dat was een verplichting die na de oorlog door Drees is ingevoerd en tot op de dag van vandaag uitstekend dienstdoet. De verhalen dat die onbetaalbaar wordt als gevolg van de vergrijzing blijken reuze mee te vallen. De minder snelle verhoging van de AOW-leeftijd is mogelijk, omdat deze betaalbaarder bleek te zijn dan eerst gedacht. Het omslagstelsel heeft in eerste instantie het pensioenakkoord gered, hoe ironisch is dat?”
Vergrijzing
Door de dalende rentestanden moet er steeds meer worden ingelegd, geeft Ten Cate aan. „We leveren daardoor koopkracht in en hebben geen idee wat we straks overhouden. Daarom blijven we maar sparen. We zijn echt een angstig land geworden. De vergrijzing is evenwel redelijk te voorspellen. In het pensioenakkoord, dat tal van open einden kent, wordt gesproken over meebewegen met de economie. In de praktijk betekent dit meebewegen met de financiële markten. Maar die deden het afgelopen periode heel goed, zodat het niet uit te leggen is dat er kortingen dreigen. Met dat gegeven vecht het kabinet doorlopend.”
Het kan ook anders, zegt u. Hoe?
„Ik ben gaan berekenen wat een omslagstelsel voor pensioenen kost. Dan kom je tot een uitkomst die ook mij verraste. Grofweg blijven werkenden hetzelfde betalen als nu. Iedereen draagt naar rato van zijn of haar inkomen evenveel bij aan zijn of haar pensioen.”
En dat kan uit?
„Ja. We kunnen vandaag overstappen naar een omslagstelsel, omdat we samen nog steeds meer premie betalen dan dat er aan pensioenen wordt uitgekeerd. Daarin komt de komende jaren wel een geleidelijke verandering door de vergrijzing. Je ziet dat aankomen en zult over een aantal jaren wel wat tekortkomen, tot maximaal bijna 10 miljard per jaar halverwege de jaren 2040. Als je dat afzet tegen de bedragen die er nu inkomen en uitgaan, valt dat wel mee en het vlakt later weer af. Daarnaast heb je nog altijd de huidige pot van 1500 miljard ter beschikking om die tekorten aan te vullen.”
Dat klinkt te mooi om waar te zijn.
„Toch klopt het. Ik heb ook anderen laten meerekenen en de omschakeling blijkt verrassend eenvoudig. Mijn plan, dat ik PensioenPlus noem, voldoet in alle opzichten aan de voorwaarden die we aan een goed pensioenstelsel stellen. Iedereen ontvangt 70 procent van zijn of haar gemiddelde inkomen. Dat is met de kapitaaldekking op dit moment nog maar voor een kleine groep weggelegd. Het draagt bovendien bij aan de groei op macro-economisch niveau. Uit recente cijfers blijkt dat we jaren van stilstand tegemoet gaan. Het CPB rekent daarbij met een forse stijging van de pensioenpremies. Dat sombere scenario kan dus geheel of gedeeltelijk worden voorkomen.”
Alle werkenden moeten meedoen. Ook de zzp’ers?
„Dat is inderdaad een verplichting. Daar staat tegenover ze ook pensioen opbouwen dat meegroeit met de economie. De pensioenleeftijd wordt net als nu gekoppeld aan de ontwikkeling van de sterfteleeftijd. Er wordt in PensioenPlus weer geïndexeerd. Wisselen van baan, nu soms een probleem, maakt ook niet meer uit, het is voor iedereen gelijk. Het is heel simpel en past volledig in deze tijd.”
Maar een deel van die zelfstandigen is het toch niet gewend om maandelijks geld opzij te zetten?
„Dat is zo, maar net als iedereen profiteren zij van de opbrengst van de enorme spaarpot van de gezamenlijke pensioenfondsen. De kers op de taart. We moeten die reserve niet verder laten toenemen, omdat dat de groei van de economie afremt. In mijn model ga ik uit van een gematigde beleggingsopbrengst van circa 2 procent per jaar. Die komt ten goede aan iedere inwoner van Nederland, omgerekend met de gebruikte cijfers 1440 euro per jaar. Voor een zzp’er met twee kinderen betekent dat dus extra inkomsten van bijna 6000 euro per jaar. Daar is die premie wel van te betalen. Die jaarlijkse extra inkomsten vormen bovendien een enorme stimulans voor de economie.”
Wie beheert die pot van 1500 miljard?
„In feite wordt die min of meer genationaliseerd. Dat klinkt lelijker dan het is, want iedereen krijgt er nieuwe en betere toezeggingen voor terug. Naar mijn idee moet je het beheer ervan in een fonds onderbrengen dat op afstand staat van de regering en dat wordt beheerd door een groep wijze mannen en vrouwen.”
Wordt dat systeem niet al snel onderdeel van de inkomenspolitiek?
„Dat verwacht ik niet, omdat je de hoogte van de premies wettelijk verankert, evenals de uitvoering. In feite is de wijze waarop er nu met de pensioenen wordt omgegaan al onderdeel van de inkomenspolitiek. Zo beslist de minister nu ook over de spelregels, die wel of niet korten op de pensioen noodzakelijk maken.”
Velen zullen u potverteren verwijten.
„Dat hoor ik inderdaad. In mijn boek heb ik het ook over de calvinistische inslag van de Nederlander, die weleens wordt genoemd als het om werken en sparen gaat. Sparen is op zich niet verkeerd, en het is verstandig om wat achter de hand te hebben. Maar waar ik de vinger bij wil leggen, is dat te veel sparen niet goed is. Nederland is een van de rijkste landen ter wereld, een rijkdom die voor een deel bestaat uit vorderingen op het buitenland. Vorderingen die in die landen in de toekomst nog verdiend moeten worden. De vraag is dan ook of je afhankelijk wil zijn van Frankrijk of Italië of gewoon van de bevolking in ons eigen land.”
Waarom lukt het tot op heden niet om een discussie op gang te krijgen?
„Dat blijft inderdaad de vraag. De sector zelf heeft er geen belang bij en ik denk dat veel politici gevangenzitten in hun eigen denkwijze. Meer meningen dan feiten. Letterlijk heb ik van meerdere kanten gehoord: „Ik geloof in het kapitaaldekkingsstelsel”. Omdenken is lastig. Bij de presentatie van mijn boek gaf prof. Bas Jacobs van de Erasmus Universiteit overigens aan dat hij graag wil dat mijn plan wordt doorgerekend door het CPB, want er zitten te veel sterke argumenten in om het zomaar terzijde te leggen.”
„Wereld kan niet sparen voor toekomstige consumptie”
Martin ten Cate (59) heeft bijna dertig jaar gewerkt in de financiële sector. Hij publiceerde eerdere onder andere het boek ”Een rijk land moet rijk leven”.
Ten Cate studeerde economie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was onder meer senior vicepresident bij ABN-AMRO.
Hij schetst in ”Waar blijft mijn pensioen” een alternatief voor het huidige pensioenstelsel. Dat staat steeds weer onder druk doordat er doorlopend kortingen dreigen als gevolg van de lage (reken)-rente.
De pensioenfondsen in Nederland hebben grofweg 1500 miljard in kas, meer dan tweemaal de volledige hypotheekschuld. Dat bedrag is voor bijna 90 procent belegd in het buitenland. Grote ‘afnemers’ zijn –in die volgorde– Frankrijk, Duitsland en Italië, waar in staatsobligaties is belegd.
Uitgangspunt voor het plan van Ten Cate, die zijn macro-economische kennis samenvoegt met zijn ervaringen in de bankwereld, is het theoretische gegeven dat de wereld in zijn geheel niet kan sparen voor toekomstige consumptie; niet iedereen kan vorderingen hebben en geen schulden. „Dat is hetzelfde als wanneer je tegen een 25-jarige zegt een voedselvoorraad aan te leggen voor de periode na zijn 65e. Dat is niet te overzien. Er bestaat geen belegging die een tijdspanne van vier decennia overbrugt.”
Waar blijft mijn pensioen?, Martin ten Cate; uitg. Prometheus, Amsterdam, 2019; ISBN 9789044641400; 212 blz.; € 19,99 Lezers van het Reformatorisch Dagblad ontvangen bij de boekhandel € 2,- korting met de code 904-10852. Geldig van 6-12-2019 t/m 6-3-2020.