Boeken over spannende dieren zijn er te over. Maar meestal leven die hoofdrolspelers ver weg en kom je ze niet in je eigen omgeving tegen. Toegegeven, ”Beestachtige buren” is heus niet het allereerste boek dat dieren die in Nederland voorkomen, van huismuis tot wolf, in het zonnetje zet. Maar het gebeurt in dit toegankelijke boek op groot formaat wel op een heel leuke manier.
De auteurs, Bouwien Jansen en Lotte Stegeman, stellen ruim 35 dieren elk op een dubbele pagina voor, voorzien van een illustratie van Marieke Nelissen en steeds de pootafdruk en drol erbij. De toon is lichtvoetig en herkenbaar voor kinderen van nu. De steenmarter heet bijvoorbeeld „motorkaphooligan”, want hij kruipt en knabbelt graag onder de motorkap. En zo wordt de spitsmuis voorgesteld: „Spitse neus: check. Grijzige vacht: check. Oortjes die bijna verdwijnen in de vacht: check.”
Het mooie is dat de twee –beide journalist van professie– luchtig schrijven op een manier die de informatieoverdracht niet in de weg staat. De toon staat juist ten dienste van het doel – op een enkele uitgijder qua woordkeus na. Iets als de konijnenziekte myxomatose weten de auteurs in een paar zinnen behapbaar te maken: „En (sic!) viraal hemorragisch syndroom. Klinkt brrr. En dat is het ook.”
Ook de mens, „de boze buurman”, komt aan bod, „het raarste zoogdier van dit boek”. Met als eindconclusie dat het hoog tijd is dat de mens een wat betere buurman wordt voor de dieren.
Boekgegevens
Beestachtige buren. Ontdek onze wilde zoogdieren, Bouwien Jansen, Lotte Stegeman en Marieke Nelissen (ill.); uitg. Luitingh-Sijthoff, 96 blz.; € 18,99