Geschiedenis

Stripheld Asterix viert zestigste verjaardag

Asterix viert zijn zestigste verjaardag. De bestverkochte stripserie ter wereld legt de nadruk steeds meer op fantasie en steeds minder op de historische werkelijkheid.

Imco Lanting
27 November 2019 13:48Gewijzigd op 16 November 2020 17:37

Om de verjaardag van Asterix en zijn onafscheidelijke kameraad Obelix luister bij te zetten, kwam onlangs met veel bombarie een nieuw album uit, het 38e: ”De dochter van de veldheer”. De lancering vond tegelijkertijd in vijftien landen plaats, waaronder Nederland.

De immense populariteit van de humoristische strip tekent zich af in de cijfers. De afgelopen zestig jaar werden 380 miljoen Asterix-albums verkocht, in 111 talen en dialecten. Ter vergelijking: Asterix laat de andere twee populairste strips (beide Belgisch), Suske & Wiske (200 miljoen) en Kuifje (275 miljoen), ver achter zich. Alleen Lucky Luke (van dezelfde bedenker als Asterix) en de Amerikaanse ”comic strip” Peanuts (Snoopy) raken de 300 miljoen aan.

”De dochter van de veldheer” begint, zoals elk album sinds 1959, met de landkaart van Gallië in 50 voor Christus. Een grote loep zoomt in op het enige vrije Gallische dorp in het verder door Julius Caesar veroverde land. Ondanks de omsingeling door vier Romeinse legerkampen met namen als Aquarium en Grootmocum, leiden de bewoners een opvallend onbezorgd leven. Dat is vooral te danken aan de toverdrank van de plaatselijke druïde Panoramix, die Asterix een bovenmenselijke kracht geeft. Daarnaast zijn de Romeinen in de strip ook niet bepaald snugger.

Humor is het belangrijkste ingrediënt van Asterix, en het laatste album vormt daarop geen uitzondering. Maar de verhalen blijken ook historisch gezien geregeld opvallend accuraat en leerzaam, volgens historici Sunnyva van der Vegt en René van Royen van de Universiteit van Amsterdam, die er twee boeken over schreven.

Van der Vegt: „Natuurlijk hebben we het nieuwe Asterix-album meteen gelezen. Allereerst valt de titel op, die is in het Frans ”La fille de Vercingetorix”. Vercingetorix is een Gallische verzetsstrijder die echt heeft bestaan en die zich in 52 voor Christus overgaf aan de Romeinen. In de scène waarin hij in een eerder album zijn zwaard niet vóór maar óp de voeten van Caesar smijt, gaven de oorspronkelijke makers van Asterix, Albert Uderzo en René Goscinny, al een humoristische draai aan een historisch feit.”

Een dochter heeft Vercingetorix nooit gehad en deze Adrenaline heeft dan ook meer weg van een moderne puber. Het sieraad dat ze draagt, een ”torque”, is echter historisch. Van der Vegt: „Deze omgebogen metalen, en geregeld gouden, ketting met twee knoppen aan de uiteinden, werd door de Keltische en Gallische aristocratie gedragen. Ook de door de Romeinen uitgevonden enterbrug, de ”corvus”, komt voorbij. De Romeinen gooiden deze soort van loopplank met een grote pin erin op een vijandelijk schip, waardoor het daaraan vastgeklonken zat. Soldaten bestormden vervolgens het schip. Een vreselijk slimme uitvinding, die de Romeinen veel overwinningen heeft bezorgd. Maar in de strip gebeurt natuurlijk precies het omgekeerde. Op de loopplank stuiten de soldaten op Asterix en Obelix, die met z’n tweeën op hilarische wijze het Romeinse leger aan boord van hun eigen schip aan gort slaan.”

Kakofonix

Van der Vegt had al jong belangstelling voor de min of meer verborgen geschiedenisfeitjes in Asterix. „Op de middelbare school leerde ik dat er leuke waarheden in de strips zaten, zoals de namen, die allemaal eindigen op ”-ix”. Dat klopt met wat we historisch weten. Dat komt van de Gallische naamuitgang ”rix”, dat koning betekent. Natuurlijk bedachten de makers de meest fantastische ”-ixen”, zoals Kakofonix, de altijd vals zingende bard van het Gallische dorp, het stamhoofd Heroïx en de smid van het dorp, Hoefnix. In het nieuwste album kwamen we onder meer Selfix, Scampix en Suffix tegen. Ook de Gallische helmen met die hoorns erop zijn waarheidsgetrouw. Zelfs het punt dat de Galliërs ervan maakten als je te dik was, is terug te vinden in historische bronnen. Obelix maakt zich daar in verschillende albums nogal druk over. Logisch met zijn nogal forse postuur. Toen ik jaren later, samen met René van Royen, de albums professioneel onder de loep nam, stapelden de historische feiten die erin zijn verwerkt, zich op.”

Everzwijnen

Galliërs zagen er echt zo uit als in de Asterix-albums, ontdekten de twee historici, met baarden, snorren, geruite en gestreepte kleding (Obelix!), broeken en helmen, schilden en zwaarden. Ook klopt het dat ze zowel boeren als vechters waren en ze veel kabaal maakten als ze ten strijde trokken. Ook het Gallische dorp in ”Asterix” is redelijk waarheidsgetrouw.

Daarnaast hielden ze van lekker eten. Op het dagelijks menu van het antieke volk stonden geroosterde everzwijnen, die ook een terugkerende gimmick in de albums zijn – al aten Galliërs net zo graag rund- en schapenvlees. En ook de setting en etiquette kloppen aardig.

Van Royen: „De Griekse auteur Posidonius bezocht Gallië in de tijd dat Asterix zich afspeelt en beschrijft precies de tafelmanieren van met name Obelix: „Ze (de Galliërs, IL) eten netjes maar met de honger van een leeuw en zij pakken hele ledematen met beide handen vast en kluiven die af tot op het bot.” Aan de andere kant is de grondige afkeer van vis die de bewoners van het Asterix-dorp hebben vrijwel zeker verzonnen. In de strip wordt er vooral mee gegooid en geslagen, maar gezien de bronnen en de ligging aan de Atlantische kust lustten Galliërs wel degelijk vis.”

Mix

Het is de mix van humoristische fantasie en historische werkelijkheid die Asterix zo onweerstaanbaar maakt, zegt Van der Vegt: „Dat begint al bij de basis van de strip: heel Gallië was vanaf 52 voor Christus Romeins, dus zo’n klein dorp dat van het sterkste leger in de oudheid won, bestond niet. Net zo min als de toverdrank natuurlijk, al komt die ook weer niet zomaar uit de lucht vallen. De Galliërs maakten, zo schreef de Romeinse auteur Plinius, een drankje van de maretak, omdat ze geloofden dat het een antiserum was tegen vergif en onvruchtbare dieren vruchtbaar maakte. Goscinny gebruikte de antieke tekst als model voor de manier waarop Panoramix geregeld in een eik te vinden is, op zoek naar de magische plant.”

Maar vooral de moderne verwijzingen en gastberoemdheden die in de Asterix-albums opduiken, werken op de lachspieren. Zo is Obelix, die met een gele zak op de rug rondreist, een knipoog naar de Tour de France. En het aanbod van Asterix om de Egyptische koningin Cleopatra te helpen bij de bouw van een kanaal tussen de Middellandse en de Rode Zee verwijst naar het in de negentiende eeuw aangelegde Suezkanaal.

Van der Vegt: „In een van de albums begraaft iemand een verzameling helmen en everzwijnenbotten, en daarbij wordt dan opgemerkt: wat zullen ze later denken als ze die terugvinden. Een grappige referentie naar latere archeologische opgravingen.”

Amusement

In de albums passeren verder talloze bekende figuren uit modernere tijden de revue, zoals Columbus, Neil Armstrong en Charles de Gaulle, net als beroemde kunstwerken als het Vrijheidsbeeld en Manneken Pis.

Voor de fijnproevers zijn er subtielere historische onjuistheden te ontdekken. Zo werd het tenue van de Romeinse soldaten in ”Asterix” pas een eeuw later gedragen en vonden verschillende gevechten zoals de opstand van de Belgae en de invasie van Britannia in werkelijkheid plaats voordat Vercingetorix zich had overgegeven. En het Colosseum in Rome, waar Asterix als gladiator vecht, werd pas in 80 ná Christus gebouwd.

Van der Vegt ziet in dergelijke historische onvolkomenheden geen enkel probleem. „De makers hebben nooit gepretendeerd historisch verantwoorde verhalen te vertellen. Zij schreven en schrijven voor het vermaak. Ze kunnen zelfs Julius Caesar een mobiele telefoon laten gebruiken. De oorspronkelijke makers hadden wat ons betreft een prachtige balans tussen fantasie en werkelijkheid. Met de nieuwe makers, die vanaf het 25e deel verantwoordelijk zijn voor de inhoud, is het geschiedenisaspect helaas meer naar de achtergrond verschoven. De nadruk ligt nu nog veel meer op amusement en dan wordt het voor ons, historici, vanzelf minder interessant. Al blijven we Asterix op de voet volgen.”

Van Royen: „Voor ons zijn de strips een onderzoeksveld geweest dat ons nog steeds inspireert en helpt de geschiedenis te begrijpen. Goscinny en Uderzo hebben met ”Asterix” een totaalbeeld gepresenteerd van een tot dan toe vrijwel onbekende, abstracte samenleving en van de Galliërs herkenbare mensen gemaakt. Alleen dat al is een belangrijke prestatie.”

Asterix. De dochter van de veldheer, Jean-Yves Ferri en Didier Conrad; uitg. Les Éditions Albert René; 48 blz.; € 6,95

Asterix en de waarheid, René van Royen en Sunnyva van der Vegt; uitg. Bert Bakker; 183 blz.; tweedehands verkrijgbaar

Asterix en de wijde wereld, René van Royen en Sunnyva van der Vegt; uitg. Bert Bakker; 173 blz.; tweedehands verkrijgbaar.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer