De spagaat rond opwekkingsmuziek
Een predikant van de Gereformeerde Gemeenten publiceert een boekje waarin hij opwekkingsmuziek afwijst. Op hetzelfde moment brengt een muziekuitgever uit hetzelfde kerkverband een cd op de markt waarop een jongedame de liedjes zingt waarvoor de predikant waarschuwt. Het tekent de spagaat waarin deze discussie zich bevindt.
Het lijkt bijna ironie. Vorige maand kwam bij uitgeverij De Banier het boekje ”Opwekkingsmuziek” van de Middelburgse predikant ds. J. M. D. de Heer uit. Het betreft een uitwerking van de inmiddels veelbesproken lezing die de predikant in mei in Gorinchem hield op uitnodiging van het ouderplatform BewustGezin.
Veelbesproken, omdat de bijeenkomst in Gorinchem plaatsvond net na het overlijden van de bekende zangeres Kinga Bán (37) van de band Sela, en haar naam natuurlijk niet ongenoemd kon blijven die avond. Veelbesproken ook, omdat ds. De Heer vervolgens op het Christelijk Informatie Platform (CIP) in een uitgebreide serie artikelen zijn standpunt nader toelichtte.
De stellingname van de Zeeuwse predikant –kenner van de evangelische beweging– is helder: opwekkingsmuziek vormt vooral een groot gevaar voor christenen die zich gebonden weten aan Schrift en belijdenis. De teksten, de muziekstijlen, de sfeer tijdens concerten, de uitstraling van zangeressen: het verdraagt zich niet met een bevindelijk gereformeerde prediking en geloofsbeleving. Musici die ds. De Heer met name noemt zijn onder anderen Christian Verwoerd, Gerald Troost en de band Sela.
Eveneens vorige maand bracht Peter Wildeman –kerkorganist in de gereformeerde gemeente van Tholen– op zijn label Interclassic Music een nieuwe cd van Tenira Sturm (20) uit: ”Pray”. De zangeres was in 2011 prijswinnaar op het muziekconcours van Interclassic Music en maakte sindsdien meerdere cd’s op het label van Wildeman.
Op haar jongste album zingt Sturm eigenlijk alleen maar opwekkingsliederen: onder andere Nederlandse muziek van Sela (”Een weg naar U” en ”Via Dolorosa”) en Christian Verwoerd (”Hoor jij de vogels nog fluiten”), songs van de Amerikaanse gospelzangeressen Alisa Turner (”My prayer for you”) en Kari Jobe (”Be still my soul (In You I rest)”), psalmen van de Australische band Sons of Korah (Psalm 91) en de Nederlandse groep The Psalm Project (Psalm 51) en zelfs de megapopulaire song ”You Say” waarmee de Amerikaanse zangeres Lauren Daigle recent de Top 40 haalde.
Sturm wordt op de cd begeleid door piano, percussie, synthesizer, gitaar en een strijkorkest. Daarmee weet ze qua muzikale sfeer aardig dicht in de buurt te komen van de originele uitvoeringen van de liederen die op YouTube te vinden zijn.
Meer dan geijkte gezangen
Nu zou het gemakkelijk zijn direct met een beschuldigende vinger richting Tholen te wijzen: datgene waarvoor ds. De Heer waarschuwt wordt daar geproduceerd. Maar het fenomeen is veel breder. Op allerlei manieren sijpelen teksten en melodieën van opwekkingsliederen en uit de gospelwereld de gereformeerde gezindte binnen.
Wie tracklists bekijkt van cd’s die op gerespecteerde labels verschijnen, vindt meer dan alleen psalmen en geijkte gezangen. Het Young Ladies Choir Rejoice (Nunspeet) neemt ”Ik zal er zijn” van Kinga Bán op. Het jongerenkoor Jigdaljahu (Barendrecht) zet de opwekkingsliederen ”Hier in Uw heiligdom” en ”Zo lief had God de Vader ons” op cd. Het Urker mannenkoor Hallelujah zingt ”Vader, vol van vrees en schaamte” (Opwekking) en ”Lichtstad met uw paarlen poorten” (Evangelische Liedbundel). Cantate Deo (Amersfoort) vertolkt de opwekkingsliederen ”Abba, Vader” en ”Geprezen zij de Heer”. En op een album van de reformatorische zangeres Lisanne Leeuwenkamp prijken liederen als ”De kracht van Uw liefde”, ”Tienduizend redenen” en Psalm 51 van The Psalm Project.
De lijst zou eenvoudig uit te breiden zijn. Jonge pianisten spelen gospelsongs, organisten improviseren over opwekkingsliederen, fluitisten vertolken arrangementen van evangelische liederen, kinderkoren zingen liedjes van Elly en Rikkert en componisten schrijven bewerkingen van lichte muziek.
Daarnaast neemt het aantal kerkelijke gemeenten waar het evangelisch liedrepertoire inmiddels is doorgedrongen tot de liturgie hand over hand toe. Via bundels als ”Op Toonhoogte” (nooit bedoeld voor de eredienst, maar veelvuldig benut) en ”Weerklank” (met name de afdeling kinderliederen) klinkt ook in klassiek vormgegeven erediensten inmiddels het lichte repertoire.
Kortom, de constatering dat opwekkingsmuziek binnen de gereformeerde gezindte inmiddels breed ingang gevonden heeft, is een open deur. Blijkbaar voorzien deze liederen met hun directe teksten en aansprekende melodieën in een behoefte. Dat velen zich zorgen maken over deze opmars is echter eveneens begrijpelijk.
Valkuilen
De vraag is alleen of altijd de juiste argumenten gebruikt worden in de reacties op deze ontwikkelingen. Ik zie ten minste drie valkuilen.
1. Het gevaar dat ”opwekking” als containerbegrip wordt gebruikt waarbij elke nuance ontbreekt. Het is duidelijk dat verwezen wordt naar de bundel ”Opwekking” van de gelijknamige stichting, die jaarlijks rond Pinksteren een reeks nieuwe liederen aan het repertoire toevoegt. Maar het ene lied uit deze bundel –inmiddels meer dan 830 nummers– is het andere niet. Teksten als ”Heer, God, U loven wij”, ”Wat de toekomst brenge moge”, ”U zij de glorie” en ”Kroon Hem met gouden kroon” –veelvuldig gezongen door reformatorische koren– staan ook in deze verzameling. Omdat het hier om klassieke teksten en melodieën gaat, herkennen velen ze niet eens als opwekkingslied. Zorgvuldigheid als het gaat om de definitie is dus geboden.
2. Het gevaar dat de oorspronkelijke context te veel gewicht in de schaal legt bij afwijzing. Wie aan de hand van bovengenoemde cd van Tenira Sturm op zoek gaat naar filmpjes waarop de band of zanger zélf het desbetreffende lied vertolkt, kan schrikken van de manier waarop en de setting waarin een Alisa Turner, een Lauren Daigle of een band als Sons of Korah dat doet. Maar het is de vraag of het helemaal eerlijk is om op basis daarvan een lied af te wijzen. Als Sturm een psalm van Sons of Korah zingt –sowieso heeft ze een ‘rustige’ gekozen–, mis je het podium, de lichteffecten, de gillende basgitaar en de indringende beat. En als Lisanne Leeuwenkamp ”Tienduizend redenen” instrumentaal op haar cd zet, klinkt dat heel wat ingetogener dan bij de opname van de stichting Opwekking.
De vergelijking met de berijming van 1773 dringt zich op. Psalm 42 is voor velen een dierbare psalm. Dat de auteur van deze woorden de remonstrantse dichteres Lucretia van Merken is, vormt daarbij blijkbaar geen enkel probleem om die woorden ons toe te eigenen.
Of neem Johannes de Heer. Vele bevindelijk gereformeerden van vóór de oorlog zullen –vanwege de sfeer– nooit bij zijn straatevangelisatiebijeenkomsten geweest zijn. Maar de liederen die deze opwekkingsevangelist daar met de verzamelde menigte zong, kwamen via de bekende bundel wél terecht in de huiskamers van bevindelijk gereformeerden. En velen zongen bij het harmonium liederen als ”Vaste Rots van mijn behoud”, ”Ga niet alleen door ’t leven” en ”Heer, ik hoor van rijke zegen” van harte mee. In de praktijk blijkt dus dat liederen zich in veel gevallen ‘loszingen’ van de oorspronkelijke context; dat moet wel meegewogen worden in de beoordeling.
3. Het gevaar dat schaduwzijden worden benoemd die ook bij refomuziek aan de orde zijn. Soms wordt de vinger gelegd bij de emoties die loskomen tijdens gospelconcerten of bij het bekijken van filmpjes. De reacties van fans op sites van zangers en bands en op YouTube spreken inderdaad boekdelen. Alleen, vergelijkbare reacties zijn te vinden onder video’s van organist André Nieuwkoop die massale samenzang begeleidt in Zaltbommel of bij filmpjes van de populaire pianist Jan Mulder. De muziek is anders, maar de uitingen –soms woordelijk– hetzelfde.
Iets dergelijks geldt de kritiek op het opzwepende karakter van de muziek tijdens gospelconcerten en het aantal decibellen dat daar geproduceerd wordt. Gebeuren dergelijke dingen ook niet op avonden waar refo’s met een gerust hart naartoe gaan? Wie ervan geniet als 2000 mannen in Katwijk aan Zee met hun psalmgezang bijna het dak van de Nieuwe Kerk zingen („oorverdovend luid”, las ik), heeft weinig te zeggen over het aantal decibellen dat vrijkomt bij een concert van Sela of Gerald Troost.
En neem de kritiek dat veel teksten uit het evangelische repertoire eenzijdig zijn qua mensbeeld, Godsbeeld en tekstkeus. Het lied ”Welzalig de man die niet wandelt” gaat immers alleen over het eerste deel van Psalm 1; waar blijven de goddelozen uit het vervolg? En ”Als een hert dat verlangt naar water” bezingt slechts een klein deel van Psalm 42; waar blijven de golven en baren verderop in de psalm? Predikanten die dit zeggen en zelf alleen maar bekende losse versjes uit het psalmboek opgeven (Psalm 1 vers 1 en 2; Psalm 42 vers 1, 3 en 5) hebben natuurlijk boter op hun hoofd. Op dat punt valt er nog wel wat te leren van de evangelischen. De band van Psalmen voor Nu zong ooit tijdens een concert héél Psalm 104 (ooit meegemaakt in een reformatorische eredienst?); en ook Sons of Korah zingt complete psalmen, inclusief ‘ruige’ teksten als Psalm 88 of 137.
Kortom, voorzichtigheid is geboden als het gaat om verwijten over zaken die op een andere manier ook in reformatorische kring spelen.
Handvatten
Dan maar alles klakkeloos accepteren en consumeren? Zeker niet. Want er zijn natuurlijk wel aandachtspunten te noemen voor de omgang met en het beoordelen van het evangelische repertoire; waarbij we ook nu weer direct de hand in eigen boezem moeten steken. Ik noem drie handvatten.
A. De inhoud. Teksten die echt een scheef of verkeerd beeld geven van God of de menselijke wil om te geloven, verdienen het niet gezongen of beluisterd te worden. Als God je ‘vriendje’ dreigt te worden en nooit als de Afwezige wordt ervaren, zijn we ver verwijderd van een Bijbels Godsbeeld. Als de mens een goedwillende gelovige is en geen zondaar meer mag heten, gaat er iets grondig mis. En als het qua taalgebruik allemaal wel erg gewoontjes of zelfs platvloers wordt, is er ook een grens gepasseerd.
Eenzijdigheid is een lastiger punt. Veel liederen zijn per definitie eenzijdig; psalmen vaak ook. Wie ”Abba Vader” zingt, benadrukt Gods vaderschap; wie Psalm 23 zingt, belijdt Gods herderschap. In beide gevallen is er bijvoorbeeld van Gods heiligheid geen sprake. Die kant moet dan op een ander moment weer naar voren komen. Een enkel lied kun je daarom niet veroordelen alleen op basis van eenzijdigheid. Voor een cd of concert is het dan wel zaak naar evenwicht te zoeken. Net zoals de voorganger zondags niet alleen troostpsalmen moet uitkiezen.
B. De kwaliteit. Als het goed is hebben liederen qua tekst een goed poëtisch gehalte en qua muziek een compositorisch fatsoenlijke melodie. Op dit punt is er nog een wereld te winnen in evangelische kring, getuige de hoeveelheid slappe teksten en simplistische melodieën die in omloop zijn. Maar hetzelfde verwijt kan gemaakt worden over sommige zogenoemde oratoria die in refokring in omloop zijn, waarvan de teksten soms het niveau van sinterklaasrijmpjes maar nauwelijks ontstijgen. En ook in bijvoorbeeld de bundel ”Weerklank” staan teksten van echte dichters soms gebroederlijk naast liederen die in de buurt komen van rijmelarij.
C. Bruikbaarheid. Niet alle muziek is voor hetzelfde doel geschikt. Het is goed onderscheid te maken tussen muziek en muziekstijlen die geconsumeerd worden tijdens een concert of via een geluidsdrager, en muziek die in de eredienst tot klinken komt. Wie ter ontspanning graag naar lichte muziek uit evangelische hoek luistert –even ervan uitgaande dat de teksten oké zijn– moet daar vooral van genieten. Maar in de kerk, waar we God ontmoeten, passen veel van deze muziekstijlen niet; al helemaal niet in het kader van een klassiek vormgegeven eredienst. Gemeenten waar ruimte is om meer te zingen dan alleen de psalmen zullen dus, als ze dit criterium hanteren, veel van wat in evangelische kring wordt geproduceerd, als onbruikbaar terzijde leggen.
Denkrichting
Is hiermee alles gezegd? Zeker niet. Misschien is wel een denkrichting gegeven voor onze omgang met opwekkingsmuziek. Om de spagaat te voorkomen.
In ieder geval is er werk aan de winkel: voor muzikanten, dirigenten, cd-producenten, predikanten. Voor wie eigenlijk niet...