Avondmaalsviering op eiland Lewis gaf stoot tot een geestelijk ontwaken
Onvruchtbaar en grotendeels overdekt met heide, moerasveen, plassen en rotsen is het grote afgelegen eiland Lewis, gelegen voor de noordwestkust van Schotland aan de Atlantische Oceaan.
L. J. van Valen
Verscholen achter grillige heuvels aan de westkust van het eiland ligt het plaatsje Uig. Een kronkelende weg vormt de enige verbinding met dit uitgestrekte dorp, gelegen aan een van de baaien die in de oceaan uitkomen.
De parochiekerk staat op een verlaten heuvel en de pastorie grenst direct aan de baai zelf. Het kerkje was in het begin van de negentiende eeuw tot een bouwval verworden en ook de pastorie verkeerde niet in zo’n beste staat. Het duurde tot 1829 tot een nieuwe kerk kon worden gebouwd en vijf jaar eerder had de pastorie een ingrijpende verbouwing ondergaan. De verbetering van kerk en pastorie had direct te maken met de komst van een nieuwe predikant, Alexander Macleod (1786-1869).
In april 1824 deed Macleod zijn intrede. Hij werd niet met vreugde binnengehaald. De bevolking was erg onkundig; er waren maar twee Bijbels in het gehele dorp, één in de kerk en één in de pastorie. De mensen hadden meer belangstelling voor de schepen die voor de kust vergingen dan voor het Woord des levens. Maar desondanks lukte het de nieuwe voorganger om de aandacht in de kerkdienst vast te houden. Toch ketste zijn prediking af. De waarheid maakte geen indruk op het hart. Men wist niet wat men met het Evangelie moest doen. Vanwege de grote onkunde stelde Macleod het avondmaal uit. Maar enkele maanden na zijn komst werd hier en daar de roep gehoord: „Wat moet ik doen om zalig te worden.”
Ploegschaar
De prediking was de eerste jaren meer bestraffend dan vertroostend. Macleod hanteerde de ploegschaar van de wet en dat maakte indruk. Hij zocht niet onder de doornen te zaaien, maar schilderde de verlorenheid van de mens. Het geneesmiddel om gered te worden, onthield hij het volk niet. Hij verkondigde de levende Christus en Zijn offer aan het kruis van Golgotha. In het jaar na zijn komst in Uig zag hij tekenen van Gods gunst. Er kwam beroering in de dorre beenderen. Pas in 1827 vond hij het verantwoord om het avondmaal te bedienen. Er gingen slechts twintig mensen aan. Voor zijn komst kwam iedereen aan het avondmaal. Nu vond eerst onderzoek plaats naar de motieven om aan te gaan. Het handjevol avondmaalsgangers betekende geen verhindering voor Gods Geest om een overvloedige zegen te geven.
Ruim 9000 personen brachten die dagen in Uig door. Overal kwamen de hongerende en dorstende zielen vandaan. De aanwezigheid des Heeren was voelbaar. De vrijmoedigheid om aan de tafel aan te gaan was niet groot. De pasbekeerden bleven van de dis af, omdat zij zich nog niet rijp vonden om aan de heilige maaltijd deel te nemen. De gemeente was op deze gedenkwaardige dag zeer bewogen en onder de indruk. „Toen de tekenen werden voorgesteld, daalde een regen van opleving van de tegenwoordigheid des Heeren op de vergadering neer.” Bij de tweede tafel „viel de hemelse dauw van de genadige invloeden op een kennelijke wijze op het volk neer. Dit was op zulk een in het oog vallende wijze dat niet alleen de vrienden van Christus, maar ook de vijanden dit schouwspel niet konden vergeten…”
Het bleef niet bij deze ene avondmaalsviering in Uig. Het volgende jaar scheen het gehele eiland door een krachtige wind van de Heilige Geest bewogen. Een schare van vele hongerige zielen ging naar het afgelegen Uig om de avondmaalsdiensten bij te wonen. In 1833 kwamen zij van heinde en ver, zelfs van Harris en Uist, om de weg naar Uig te vinden. De weersomstandigheden waren in die jaren beter dan men in Lewis gewend was. Macleod schreef een jaar later: „Tien winters zijn hier voorbijgegaan, alle wonderlijk kort, aangenaam en behaaglijk.” We lezen niet over langdurige regentijden en stormen die het leven op het eiland zo zuur kunnen maken. Wel lezen we over de wind van de Geest, die met kracht waaide. Een opwekking was over de Hebriden gekomen. De machten van bijgeloof en vijandschap moesten wijken voor de kracht van het Woord van het Evangelie. Gelovigen werden verlevendigd en namen toe in de kennis en in de genade van Christus. Krachtdadige bekeringen vonden plaats, waarin Gods kinderen zich verblijdden. Overal ontstonden gezelschappen om de gemeenschap der heiligen door Woord en gebed te onderhouden en elkaar tot een hand en een voet te zijn.
Geest van gebed
Het meest opmerkelijke bij deze beweging was misschien wel de geest van gebed die de gelovigen des te meer samenbond. Tussen de openbare diensten van het Woord zocht men elkaar op om met elkaar de hemel aan te lopen. Tijdens avondmaalsgelegenheden, die naar Schotse gewoonte van donderdag tot maandag duurden, werden op afgelegen plaatsen in de natuur overal groepjes mensen gezien die met elkaar worstelden aan de genadetroon. Ook individuele gelovigen trokken zich buiten in de eenzaamheid terug om met de Heere alleen te zijn. De gemeenschap met God in het gebed was vaak voelbaar en sommigen beschouwden dit als een voorportaal van de hemel. Het gebeurde wel dat menigeen de gehele nacht in het moerassige land doorbracht om met zijn God alleen te zijn. Als de zon dan ’s morgens opging en de nieuwe dag aankondigde, was men zich vaak niet bewust van de uiterlijke omstandigheden en plichten die weer wachtten. Overal op het eiland en op zee gingen de gesprekken over geestelijke zaken. De Heere werd grootgemaakt als de grote Gever van Zijn onuitsprekelijke genade in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. Zo gaf de Geest getuigenis in het hart, van de wonderen van de Allerhoogste.
Lewis werd het eiland van de opwekkingen. Macleod kreeg collega’s die uit hetzelfde hout waren gesneden als hij. En na hun dood hielden de opwekkingen niet op. Ook in de vorige eeuw vonden herlevingen plaats. De laatste zichtbare beweging van Gods Geest vond in de jaren 1970 in de Free Church van Stornoway onder de bediening van Murdoch MacRitchie plaats.
Alexander Macleod is de eerste pionier geweest die na eeuwen van duisternis de stoot gaf tot een geestelijke doorbraak met verstrekkende gevolgen op Lewis aan de oceaan. Heidendom en bijgeloof hielden het volk in dikke duisternis, totdat het licht van het Evangelie van de Zon der gerechtigheid ook over dit afgelegen eiland opkwam.