De voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (VGKN) staan op een kruispunt in hun geschiedenis. Met het naderende vertrek van de kerk in Harkema verliest het kerkverband ineens 40 procent van zijn leden. Nauwere samenwerking met andere kerkverbanden lijkt urgenter dan ooit.
De VGKN ontstonden in mei 2004 uit enkele gereformeerde kerken die niet mee wilden in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Telde het kerkverband een jaar of tien geleden nog zo’n drieduizend leden, de verwachting was dat het ledental dit jaar onder de tweeduizend zou duiken. Met het vertrek van Harkema –met achthonderd leden de grootste gemeente binnen de VGKN– wordt het verlies echter nog veel groter dan gedacht. De vgkN Harkema sluit zich per 1 januari 2020 aan bij de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten.
Het is overigens niet de eerste keer dat een gemeente de VGKN verlaat. Zo stapte de kerk in Garderen in 2016 uit het verband, om zich later aan te sluiten bij de Protestantse Kerk.
De voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland oriënteren zich al langere tijd op samenwerking met andere kerken, met name de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). Op plaatselijk vlak is er vaak kanselruil met predikanten uit de PKN.
De VGKN waren vanouds sterk op de CGK gericht. Veel predikanten in de VGKN genoten hun opleiding aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), terwijl de kerken een CGK-zendingsproject in de Centraal-Afrikaanse Republiek steunden. De VGKN participeren ook in het Centrum voor Israëlstudies, dat mede door de CGK gedragen wordt.
Toch ligt nauwere samenwerking met de CGK niet direct voor de hand. Grootste struikelblok is de vrouw in het ambt. Terwijl de CGK vrouwelijke ambtsdragers afwijzen –een onderwerp dat dit kerkverband bovendien sterk verdeelt– tellen de VGKN naar verhouding veel vrouwelijke predikanten en andere ambtsdragers.
Het is dan ook logischer dat de VGKN de samenwerking met de GKV en de NGK intensiveren. De VGKN vroegen de GKV vorig jaar al om het sluiten van een oecumenisch akkoord. Dat betekent dat beide kerken een zusterkerkrelatie aangaan en elkaars ambten erkennen. Ook is kanselruil mogelijk. De VGKN en de NGK hebben sinds 2017 zo’n oecumenisch akkoord.
De GKV lijken daarin mee te gaan. Deputaten kerkelijke eenheid van de GKV stellen hun synode voor de VGKN te „erkennen als kerken van Jezus Christus.”
De GKV en de NGK willen in 2023 herenigen. Ze nodigen de VGKN uit „op eigen wijze en in eigen tempo” aan te sluiten bij het proces van samengaan. Het is nu aan de VGKN of ze besluiten op deze rijdende trein te springen.