Prof. dr. C. Graafland zou nooit gewild hebben dat er een theologisch instituut naar hem vernoemd zou worden. Toch ging dinsdagmorgen het Cornelis Graafland Centrum (CGC) van de Gereformeerde Bond (GB) van start. Nog wel aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
De weduwe van prof. Graafland was er dinsdagmorgen duidelijk over. Vanuit haar rolstoel onderbrak ze kort prof. dr. H. van den Belt, de coördinator van het nieuwe theologische instituut van de Gereformeerde Bond, die het centrum presenteerde. „Hij zou dit nooit gewild hebben.”
Zoon Wim Graafland nuanceerde dit even later: „Mijn vader had ook een verborgen kant. Hij zocht de belangstelling wel op.” Volgens de zoon vindt de familie het „fantastisch” dat de naam van Graafland, jarenlang bijzonder hoogleraar namens de Gereformeerde Bond, verbonden is aan het nieuwe instituut waarmee de GB een platform wil bieden aan theologisch onderzoek in hervormd-gereformeerde kring.
De familie schonk daarom een schilderij met het portret van hun vader aan het jonge instituut. Het schilderij kwam onlangs tevoorschijn toen de kinderen het appartement van hun moeder moesten leeghalen, omdat ze naar een verpleeghuis ging. Waarom het portret altijd verborgen was gebleven? „Mijn moeder vond het geen mooi schilderij”, aldus zoon Wim.
Nadat prof. Van den Belt het in ontvangst had genomen, beloofde hij het schilderij een mooi plaatsje te geven op de faculteit religie en theologie, „zodat, ook als ik er niet ben, de Gereformeerde Bond altijd present is aan de VU.”
Coördineren en stimuleren
Het Cornelis Graafland Centrum borduurt voort op het zogenoemde promovendiberaad dat de GB in 1999 in het leven riep om mensen die aan een dissertatie werken bij elkaar te brengen. De bedoeling van het CGC, waarin naast promovendi ook inmiddels gepromoveerde theologen participeren, is dat het instituut het wetenschappelijk theologisch onderzoek in hervormd-gereformeerde kring coördineert en stimuleert.
Bij de start dinsdag zaten zo’n vijftig studenten, promovendi, gepromoveerden en hoogleraren in de zaal. Saillant detail: niet één vrouwelijke onderzoeker. Dat ook vrouwen dit onderzoek kunnen doen, mag wel wat meer aandacht krijgen, aldus prof. Van den Belt.
Vrije Universiteit
De hoogleraar systematische theologie aan de VU wierp de vraag op wat prof. Graafland (1928-2004) ervan gevonden zou hebben dat het naar hem genoemde instituut uitgerekend aan de van oorsprong neocalvinistische VU wordt gestationeerd.
Dat had hij nooit verwacht, aldus prof. Van den Belt. Er is volgens hem dan ook al „ontzettend veel gebeurd” sinds de Gereformeerde Bond haar bijzonder hoogleraren weghaalde uit Utrecht, waar Graafland altijd doceerde.
Graafland had echter wel wat met sommige theologen die aan de VU werkten. Van den Belt citeerde de vroegere hoogleraar, die eens verklaarde dat de VU-hoogleraar G. C. Berkouwer geen geringe invloed op hem had uitgeoefend. Er zijn volgens Van den Belt dan ook allerlei verborgen dwarsverbanden tussen de vroegere synodaal-gereformeerde theologie en de hedendaagse hervormd-gereformeerde theologie.
Hij stelde dat de Gereformeerde Bond met de start van de centrum zichtbaar wil maken dat de gereformeerde theologie vitaal is. Van den Belt noemde deze theologie „kwetsbaar” maar ook „relevant en actueel.” Gereformeerde theologie is niet statisch maar in principe dynamisch, aldus de hoogleraar. „Tijdbetrokken en in rapport met de tijd.”
Waarden
Prof. dr. G. van den Brink, die namens de VU-faculteit religie en theologie sprak, stelde dat de uitgangspunten van het nieuwe CGC goed aansluiten bij de drie waarden die voor de faculteit belangrijk zijn: academische kwaliteit, maatschappelijke relevantie en levensbeschouwelijke betrokkenheid. Dat laatste is volgens prof. Van den Brink aan universiteiten niet vanzelfsprekend. „Maar hier aan de VU mag je als docent en student je geloofsovertuiging gewoon meenemen.”
Hij herkende de drie waarden ook in het werk van prof. Graafland, die hij een „allroundtheoloog” noemde van wie hij in zijn studententijd in Utrecht veel geleerd heeft. Hij sprak de hoop uit dat het nieuwe centrum niet alleen de naam van Graafland zal voeren maar ook in diens lijn verder zal gaan.
Ook dr. M. van Campen, die een toespraak hield namens de commissie theologie en het bestuur van de Gereformeerde Bond, noemde Graafland als voorbeeld. Volgens hem verbond de vroegere GB-hoogleraar, net als Voetius in de 17e eeuw, wetenschap en spiritualiteit. „Hij begon zijn colleges soms zelfs met gebed.” Tegelijk noemde dr. Van Campen de openheid en profilering van Graafland. „Niemand heeft hem ooit op een tunnelvisie kunnen betrappen.”
Themavelden
Het nieuwe instituut wil het onderzoek groeperen rond drie themavelden: gereformeerde hermeneutiek, profetie en profetische prediking, en ecclesiologie en belijdende teksten.
Prof. dr. M. J. Paul is coördinator van het eerste themaveld. Hij legde aan de hand van recente publicaties over hermeneutiek, onder andere een bundel van de Theologische Universiteit Kampen en het meest recente boek van prof. dr. A. Huijgen, uit dat de rol van de hermeneutiek verschuift. „Van ”meaning” naar ”significance”. Ze krijgt de rol van scheidsrechter”, aldus prof. Paul.
Dr. C. M. A. van Ekris coördineert het themaveld profetie en profetische prediking. Hij stelde dat er op dit veld veel te onderzoeken valt. Bijvoorbeeld hoe er gepreekt wordt in gebieden in deze wereld waar vervolging heerst. Of wat de relatie is tussen prediking, profetie en politiek.
Prof. dr. W. H. Th. Moehn, die het themaveld ecclesiologie (leer van de kerk) en belijdende teksten coördineert, legde verbanden tussen de huidige kerkvisie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), waar onder andere allerlei pioniersplekken ontstaan, en het spreken van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) over het wezen van de kerk. Hij stelde de vraag wie eindelijk eens een dieptestudie begint naar artikel 27 tot en met 32 van de NGB. Ook zouden jongere onderzoekers, die nog buitenspeelden toen in 2004 de PKN ontstond, de achtergrond van deze kerkfusie –„het is gewaagd”– kunnen bestuderen.
Gebogen knieën
Prof. dr. J. Hoek opende de bijeenkomst aan de VU met het lezen van Psalm 127. Hij benadrukte het belang van theologiseren met gebogen knieën. Dat is niet de sterkste sleutel tot academisch succes, wel het meest zegenrijk voor kerk en samenleving, aldus dr. Hoek.