Binnenland

Hitte van 1944 bezorgde zedenpolitie extra werk

In Warnsveld werd op 23 augustus 1944 38,6 graden gemeten. Een record. Wat schreven de kranten –in een tijd waarin er wel een zedenpolitie was, maar nog geen koelkast– over het hete augustusweer?

Ben Provoost en Anne Vader
24 July 2019 16:22Gewijzigd op 16 November 2020 16:35
beeld ANP
beeld ANP

„Ik herinner mij nog, dat het een aantal dagen zeer warm was. De mussen lagen, bij wijze van spreken, bij risjes dood in de dakgoot. Of de mensen het beseft hebben dat het zo warm was? Ach, het was oorlog en in de kranten stond niets over het weer te lezen en de radio zweeg ook dood.”

Bovenstaand citaat van dr. Johannes B. (Jan) Thate tekende Eilandennieuws op 29 augustus 1975 op. Thate was KNMI-waarnemer en las op 23 augustus 1944 het record af. Hij verklaarde in het christelijke streekblad „met grote stelligheid” dat zijn „aflezing” zuiver is geweest. Vandaag –driekwart eeuw later– staat de betrouwbaarheid van zijn waarneming buiten kijf.

Augustus 1944 is in alle opzichten heet. De Duitsers arresteren op 4 augustus Anne Frank. Vanaf halverwege die maand omsingelen de geallieerden Parijs wat even later tot de bevrijding van die stad leidt. Op 11 augustus scheidt dr. K. Schilder zich af van de Gereformeerde Kerken.

Borstkinderen

Schreven de kranten toen echt niets over het weer? Wel iets, leert een blik in Delpher.nl. Zo meldde een Brabantse krant dat de warmte de zedenpolitie extra werk bezorgt. „Sommigen, van beiderlei kunnen, geneeren zich niet in weinig meer dan in badcostuum door de stad te loopen. Dit ergerlijk optreden kan absoluut niet worden goedgepraat met een beroep op de tropische hitte der laatste dagen. (…) Vanwege de zedenpolitie wordt ons daarom dan ook verzocht te waarschuwen tegen deze onbehoorlijke kleeding, waaraan elk welvoegelijk mensch zich in hooge mate ergert.”

De Nieuwe Venlosche courant wijdt een artikel aan „onze zuigelingen in de zomermaanden.” Velen worden „ernstig ziek”, aldus de krant. „Borstkinderen worden door deze ziekte veel minder dikwijls aangetast dan kinderen, die met de flesch gevoed worden.” Oorzaak? „Bederf der melk, die niet voldoende versch is en niet koel bewaard wordt.” Vervolgens krijgt de lezer wat tips voorgeschoteld hoe melk zo lang mogelijk vers te houden. Geen overbodige luxe, want hoewel de koelkast al wel was uitgevonden, waren er nauwelijks mensen die zo’n ding in huis hadden.

De Limburger koerier schreef over „eerbiedwaardige en anderzijds zeer gerespecteerde steltloopers” –ooievaars– die in Roermond waren neergestreken en daar de aandacht van passanten trokken. „De dieren zijn ongetwijfeld in Zuid-Frankrijk door het oorlogsgeweld uit hun evenwicht gebracht en tot hun blijde verrassing hebben ze gemerkt, dat het hier minstens zoo warm is als in het zoele Zuiden.”

Groote hitte

Het warme weer beïnvloedde ook sportprestaties. Van de voetbalwedstrijd Ajax-Wageningen viel weinig te genieten, vond een verslaggever van het Algemeen Handelsblad. „Het was voor deze wintersport nog veel te warm.” En De Telegraaf schreef in een voorbeschouwing op het NK wielrennen dat de weersomstandigheden waarschijnlijk een belangrijke factor zouden gaan vormen. „Bij groote hitte krijgt men andere winnaars dan bij regen en modder.”

„Er is wat gebeden in die hete augustusmaand”

De 93-jarige Gerrit Ebbers uit Doetinchem herinnert zich de warme zomer uit het laatste oorlogsjaar nog goed. „Het was onnoemelijk heet. Er is wat gebeden om regen. Mensen zagen de droogte als een oordeel van God.”

Zelf woonde Ebbers vanaf 1941 tot en met de Bevrijding niet op de boerderij van zijn ouders in Doetinchem, maar bij zijn oma in het Betuwse Hemmen. Er was armoede en zijn ouders hadden negen kinderen te voeden. In de zomer van 1944 kwam er een brief uit de Achterhoek. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt, schreef zijn vader. De koeien loeiden de hele dag, omdat er geen gras meer groeide. „Sproeiers hadden we in die tijd niet”, verduidelijkt Ebbers. „Van armoede hebben ze de koeien de roggevelden in gejaagd, zodat ze nog wat konden eten.”

Warmte is een risico voor ouderen, maar in de jarendertigwoning weet Ebbers het nog redelijk koel te houden. Alle gordijnen dichtgetrokken en een grote ventilator in de woonkamer staat klaar om verkoeling rond te blazen. Deze week staat hij al om zes uur ’s morgens de tuin te sproeien.

De Doetinchemmer begrijpt niet goed waarom mensen zich tegenwoordig zo druk maken om het warme weer. „Als het hier regent, willen ze naar Frankrijk. Mensen zoeken de warmte zelf op.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer