Oppositie valt NSC stevig aan over onderwijsbezuinigingen
Coalitiepartij NSC is bij het debat over het akkoord over onderwijsbezuinigingen stevig bekritiseerd door de oppositiepartijen GroenLinks-PvdA, D66, Volt, SP en Partij voor de Dieren. De suggestie dat de coalitie geen andere keuze heeft dan te bezuinigen omdat het vorige kabinet op te grote voet heeft geleefd, wezen zij resoluut van de hand.
„Het laatste velletje papier was van de toiletrol getrokken door onze voorganger en wij moeten onze handen vuil maken”, zette Aant Jelle Soepboer (NSC) dat punt kracht bij. Jan Paternotte (D66) noemde dat „de smerigste metafoor over wat mij betreft de smerigste onderwijsbegroting die we ooit hebben gezien”.
D66 was aanvankelijk betrokken bij de onderhandelingen om een deel van de onderwijsbezuinigingen terug te draaien, maar trok zich uiteindelijk terug. Woensdag spraken CDA, ChristenUnie, SGP en JA21 met de coalitie af om 750 miljoen euro aan onderwijsbezuinigingen terug te draaien, in ruil voor steun voor de begroting in de Eerste Kamer. Andere oppositiepartijen betreuren dat 1,2 miljard euro aan bezuinigingen overeind blijft.
Soepboer hield vol dat door te bezuinigen op allerlei regelingen, juist geld wordt vrijgemaakt voor beter onderwijs, en dat kansarme kinderen vooral daarmee geholpen zijn. Het kwam hem op hoon te staan van SP-voorman Jimmy Dijk, die vond dat de NSC’er „kolder” stond te verkondigen. „U bezuinigt een half miljard op de kinderen met de grootste achterstand in het land”, zei Dijk.
„Je kan niet zeggen: we bezuinigen 1,2 miljard, en daarmee maken we het onderwijs beter. Dat gelooft niemand”, zei ook partijleider Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA. Er is volgens hem „geen mens die die redenering kan volgen”. Niet alleen het hele onderwijsveld roept op het niet te doen, maar ook bijvoorbeeld burgemeesters en het bedrijfsleven, bracht Timmermans in herinnering.