De bijdrage van de luchtvaart aan de totale CO2-uitstoot in Nederland ligt op 6,5 procent. Omdat het aantal reizigers naar verwachting fors blijft groeien, zal deze bijdrage flink toenemen.
Dat deze uitstoot door de aanplant van bomen geheel kan worden gecompenseerd, is een illusie. Het duurt zeker tien jaar voordat bomen groot genoeg zijn om zoveel CO2 te kunnen opnemen, wat overigens niet wegneemt dat het planten van bomen altijd zinvol is. Ook een volledige overstap naar biobrandstoffen is onrealistisch, omdat daar te veel landbouwgrond voor nodig is.
Elektrisch vliegen lijkt het toverwoord. De ontwikkeling van goede en vooral lichte accu’s vraagt echter nog veel tijd. Bovendien blijft een nu nieuw opgeleverd vliegtuig de komende 25 jaar vliegen. Zo kan het dus gebeuren dat in vrijwel alle sectoren de uitstoot van broeikasgassen afneemt, maar die van het vliegverkeer toeneemt.
Dit roept weinig protest op, omdat de meeste mensen maar wat graag gebruik maken van de goedkope vluchten. Maar we zullen het onder ogen moeten zien: de enige manier om de uitstoot terug te dringen, is simpelweg minder vliegen.
Vaak zoeken mensen naar argumenten om hun vlieggedrag goed te praten. Denk aan: „Ik ga op de fiets naar mijn werk, dus ik mag in de zomer wel een lange vliegreis maken.” Of: „Ik eet nog maar drie keer per week vlees, dus kan ik best vliegen.” Als mensen echt zouden uitrekenen hoeveel CO2-uitstoot hun vliegreis tot gevolg heeft, zouden ze zien dat ze, om een vliegreis naar Azië te kunnen compenseren, vijf jaar vegetarisch moeten eten.
Het is echter de vraag of je zo moet rekenen. Deze gedachte gaat ervan uit dat je net zoveel CO2 mag uitstoten als je buurman of collega. Maar dit idee van ”uitstootrecht” of ”CO2-footprint” moet je per wereldburger berekenen. Ik vermoed dat de vliegreis naar Azië dan een ”once in a lifetime”-gebeurtenis gaat worden.
Het is zo vanzelfsprekend geworden om een vliegreis te boeken, dat mensen me vaak verdwaasd aankijken als ik hun vraag waarom ze vliegen. Het antwoord is namelijk vaak: omdat het kan. De nadelige gevolgen voor het milieu worden niet of nauwelijks meegenomen in de keuze van de reisbestemming. Ver weg lijkt altijd goed. Maar als het doel van de reis is om gezellig met de familie een weekend bij elkaar te zijn, hoef je daarvoor toch niet naar Turkije te vliegen?
Ik snap heel goed dat mensen reizen voor het avontuur en nieuwe culturen willen leren kennen. De vraag is alleen of dat altijd ver weg moet en zo vaak. Avontuur zit in het zelf ontdekken en dat kan ook dichterbij. Het lijkt soms wel alsof we tegen elkaar opbieden. Wie gaat het verst met vakantie? En wie heeft de meest exotische bestemming uitgekozen?
Het is belangrijk dat we ons bewust zijn van de impact van een vliegreis en dat we de consequenties voor het klimaat serieus afwegen tegen het doel van de reis. Je hoeft niet met je vriendinnen naar Barcelona. Een weekendje Haarlem of Nijmegen is ook heel leuk.
Het gemak waarmee we nu in het vliegtuig stappen, laat een gebrek aan verantwoordelijkheid zien. Gelukkig lijkt het besef dat vliegen schadelijk is voor het milieu toe te nemen. Sinds een jaar kennen we daarvoor het woord ”vliegschaamte”. Als vliegschaamte leidt tot een betere afweging van de milieu-impact bij de keuze van de reisbestemming, lijkt me dat heel goed. Soms rechtvaardigt het doel van de reis het vliegen, maar even zo vaak zal de uitkomst zijn dat de impact van de vliegreis te groot is. Dan is het zoeken naar een andere bestemming of naar een andere manier van reizen.
Steeds meer mensen ontdekken de trein, die zeker voor Europese vakantiebestemmingen een goed alternatief is. Ook daar is dit jaar trouwens een nieuw woord voor uitgevonden: ”treintrots”.
Vliegschaamte is prima als die leidt tot meer bezinning en minder vliegreizen. Vliegen is echt niet altijd fout, maar de vanzelfsprekendheid waarmee we nu vliegen, is niet meer te verantwoorden.
De auteur schrijft en spreekt over duurzaamheid.