Veenkoloniën verbitterd over windmolens
Nergens in Nederland is het verzet tegen windmolenparken zo fel als in de Veenkoloniën. Verbitterd strijdt een groot deel van de bevolking door, ook na afwijzingen van hun bezwaren. Hoe kon het zover komen? „Eerst kwamen ze om de turf, toen om zout, om olie, om aardgas en nu om windenergie. We liggen echt aan het voeteneinde.”
Voor haar op tafel liggen twee dikke rapporten. Lies Zondag, voormalig tekenlerares en sinds 2014 raadslid voor de plaatselijke partij VUK (VeurUutKiekn) in Veendam, is niet alleen druk met de komst van windturbines. Haar fraai verbouwde woonboerderij in het buitengebied de Ommelanderwijk is ook slachtoffer van de aardbevingen als gevolg van de gaswinning. „Vanaf 2013 hebben we overal scheurtjes.”
Het huis zal heus niet instorten. „Daarvoor wonen we te ver van het centrale gebied, waar zich ernstige schade voordoet”, zegt Zondag. Maar ze wilde wel de oorzaak weten. Het eerste onderzoek betaalde ze uit eigen zak. „Heel lang is geprobeerd om Veendam buiten de discussies over aardbevingen te houden. Dat zou schadelijk zijn voor het beeld naar buiten.”
Nu, vele jaren en diverse studies verder, staat wel vast dat de scheuren veroorzaakt zijn door mijnwinning. Tegelijkertijd is duidelijk dat nooit kan worden achterhaald wie precies wat heeft veroorzaakt. „Probleem is dat er in deze regio sprake is van gestapelde mijnwinning.”
Zondag geeft een opsomming. „Er wordt zout gewonnen, deels boven een gasveld. Lege putten in steenzout, zogeheten cavernes, zijn gebruikt voor de aardgasopslag en recent is er een proef met de opslag van waterstofgas begonnen. Tien kilometer verderop staat een stikstoffabriek. Voor deze fabriek zijn ondergrondse buffers nodig. Iets verderop is een 40 hectare groot zonnepark. En nu komen er 35 turbines van 200 meter hoog. Onze woonomgeving verandert in een grootschalig industriegebied.” Met een zucht: „Daarvoor ben ik raadslid geworden. Ik probeer die complexiteit onder de aandacht te brengen.”
Overlast
De strijd tegen de komst van de windturbines begon voor Zondag al eerder, in 2011. De gemeente Veendam en het toenmalige Menterwolde wilden niet weten van 34 windmolens in de buurt van de provinciale weg bij Meeden. Iets zuidelijker waren 45 turbines gepland, in het gebied van Oostermoer en De Drentse Monden. Daar was het een boer die spijt kreeg en de geheime voorbereidingen openbaar maakte. Daarna barstte daar de kritiek los.
De tegenstand richt zich, net als overal, op geluid, slagschaduw, waardedaling van de woningen en de laatste jaren in toenemende mate op de effecten van voortdurende ruis op de gezondheid. Maar op de rand van Groningen en Drenthe zit de pijn dieper.
„Het versterkt het gevoel dat we ons aan het voeteneinde bevinden”, zegt Zondag. „Dat begon ooit met de turf. Die werd hier weggehaald om in de stad te kunnen verbranden. We kregen er letterlijk stront voor terug. In de voorbije eeuwen hebben de boeren hun stempel op het gebied gedrukt. Ze hadden het vroeger overal voor het zeggen, er was een strikt hiërarchische maatschappij. Nu dreigt het weer die kant op te gaan. Wij worden met de overlast en waardedaling opgezadeld en de boeren, die in de windmolens investeren, strijken opnieuw de centen op.”
Wat de bevolking het meest dwars zit, is dat bij het aanpassen van de bestemmingsplannen gebruik is gemaakt van de zogenaamde rijkscoördinatieregeling, waardoor gemeenten buiten spel kwamen te staan. Zondag: „We zijn echt aan de zijlijn geparkeerd. De gemeentebesturen hebben alternatieven aangeboden, maar daar is niets mee gedaan. De provincie heeft daarbij een heel kwalijke rol gespeeld.”
De door verschillende actiegroepen –verenigd in Tegenwind Veenkoloniën– aangedragen alternatieven mochten evenmin baten. „Alles op zon inzetten was een tijdje ons plan. We hebben gebieden gezocht die geschikt waren voor de aanleg van zonneparken en zijn daarmee naar toenmalig minister van Economische Zaken Kamp gegaan.” Hij vond het prachtig, maar zijn reactie maakte aan alle illusies een einde: „Doe die er maar bij.”
Bezwaren hebben niet geholpen. Recent werden door de Raad van State alle argumenten tegen de 210 meter hoge turbines langs de N33 van tafel geveegd. Zondag, voorzitter van de actiegroep Tegenwind N33, had verwacht dat ze na de uitspraak zou stoppen als voorzitter, maar heeft zo sterk het gevoel alleen voor de vorm te hebben meegedaan dat ze doorgaat. „Misschien stappen we naar het Europese Hof van Justitie.”
Tranen
De toenemende bedreigingen (zie: Het verzet wordt steeds rauwer en de sfeer is verziekt) doen de actievoerders geen goed. „Ik ben bezorgd en verdrietig. We willen dit op een democratische manier aanvechten, maar tegelijkertijd is het moeilijk om volledig afstand te nemen van hen die zich op deze wijze uiten. Hoe lang kun je iemand in het gezicht slaan?”
Het raadslid geeft aan dat het vertrouwen helemaal weg is en dat „het niet meer goed komt.” Ze zegt niet te geloven dat windturbines, zelfs niet op zee, dé oplossing vormen voor de energietransitie. „Ik denk niet dat we het zonder de bouw van kerncentrales redden.”
Zondag is de afgelopen jaren „dag en nacht” met het windturbinedossier in de weer geweest. De inwoonster van Veendam wordt emotioneel en kan haar tranen nauwelijks bedwingen. „Ik heb al eens met hartritmestoornissen in het ziekenhuis gelegen. Het is eigenlijk niet vol te houden.”
Stemmetje
Een dikke twintig kilometer zuidelijker, op het industrieterrein van Nieuw-Buinen, bevindt zich het financieel adviesbureau van Jan Nieboer. Nieboer is een keurige verschijning: donkere broek en dito stropdas op een smetteloos overhemd. Ook hij is al jaren actief in een plaatselijk actiecomité en daarnaast woordvoerder van Tegenwind Veenkoloniën. Hij woont in Tweede Exloërmond, een gebied dat de komende jaren te maken krijgt met 45 windmolens. De eerste turbine is in aanbouw en dient als testlocatie, omdat van tevoren vast moet staan dat de naburige LOFAR-antennes –onderdeel van ’s werelds grootste radiotelescoop– geen last van ruis ondervinden.
Nieboer is zo mogelijk nog bozer dan Zondag. „Mijn moeder is enkele jaren geleden overleden, maar ze vergeleek tijdens de laatste jaren van haar leven de verhoudingen hier met de bezettingstijd, die ze van nabij had meegemaakt. Met verraders en bezetters, in dit geval de landelijke overheid. We hebben het hier wel over het grootste windpark ter wereld in een bevolkt gebied. Er wonen in dit gebied zeker 20.000 tot 30.000 mensen.”
Het vertrouwen in de rechtsstaat is hij kwijt. „In de bezwarenprocedures zijn we als figurant opgeroepen.” Ook Nieboer verwijst naar de sociaal-economische geschiedenis. „Zout, aardgas, opslag van CO2, turbines en ons imago. Mijn vrouw vertelde eens aan een medecursiste in het westen over haar woon-werkverkeer. Van hier naar Groningen, dagelijks 35 kilometer heen en weer, een dik half uur. De ander vroeg zich met een hoog stemmetje af hoe dat mogelijk was: over die boerenweggetjes...”
Het stempelt volgens hem de kijk op de Veenkoloniën. „Ooit hebben we een staatssecretaris gehad die de dorpen wilde opruimen om er een groot militair oefenterrein van te maken. Dat domme volk kon je alles in de maag splitsen. We zijn eigenlijk altijd als uitschot behandeld.”
De sociale cohesie in de regio is en blijft weg, denkt Nieboer. „Niet alle deelnemende boeren wonen hier, maar de scheidslijn loopt dwars door de dorpen heen.”
Hij spreekt voor zijn werk veel mensen en vangt het nodige op. „Ik sta voor democratisch verzet, maar heb niet alle mensen aan een touwtje. De volksaard is hier zo dat men zich niet uit. Maar als het eenmaal zo ver is, laat men zich niet als een schaap leiden. Er zijn mensen die zelfs handgranaten hebben aangeschaft. Ik denk dat het nooit lukt om de turbines te bouwen. De testlocatie moet nu al worden bewaakt.”
Schadeclaims
Een paar jaar geleden uitte hij zijn vrees en ongenoegen in een gesprek met koning Willem-Alexander en koningin Máxima. „Het gesprek ging over de sociale cohesie in dit gebied. Ze waren echt onder de indruk, maar ik heb de indruk dat ze er ook niet zoveel mee konden.”
Als enige oplossing ziet hij het stoppen met alle voorbereidingen. „Een streep door de windmolens.” Met de actiegroepen zoekt hij vooralsnog zijn heil in het voorbereiden van schadeclaims. „Wij gaan dit gevecht winnen. We laten ons woongenot en onze gezondheid door niemand afnemen.”
Het verzet wordt steeds rauwer en verziekt de sfeer
Brandstichting, intimiderende kerstkaarten en posters waarop lokale politici als nazibeulen werden neergezet; meer dan honderd zelfgemaakte projectielen in akkers, om oogstmachines te beschadigen: het verzet tegen twee grote windparken, gepland in Drenthe en Groningen, werd de afgelopen twee jaar steeds rauwer.
Dan waren er nog de vele voorwerpen die in 2016 en 2017 in akkers opdoken, bedoeld om machines te beschadigen: houten palen, zware kettingen, en meer dan honderd grote conservenblikken die waren gevuld met beton en ijzeren staven. De daders gingen tot op heden vrijuit.
De laatste tijd is het bedrijfsleven aan de beurt. Ten minste 34 bedrijven en hun medewerkers die zich bezighouden met de bouw en planning van de windparken, kregen in juni een dreigbrief. Zelfs de nationaal coördinator terrorismebestrijding sprak recent de vrees uit dat de ‘windmolenterreur’ uit de hand kon lopen.
De onenigheid heeft de sfeer in het gebied verziekt. „De strijd tussen voor- en tegenstanders wordt op het schoolplein uitgespeeld.” Volgens boer Harbert ten Have, wiens schuur in brand werd gestoken, zijn de windparken nauwelijks nog bespreekbaar. „Ik ken verjaardagen waarop de gasten afspraken maximaal tien minuten over windmolens te praten. Anders werd het ruzie.”
Twee parken strekken zich uit over ruim 30 kilometer
Twee grote windparken zijn gepland rondom de lintbebouwing van de Veenkoloniën: 34 molens langs de N33 bij Veendam (provincie Groningen) en 45 molens iets zuidelijker, in het oosten van Drenthe. De tiphoogte van de molenwieken is 210 meter.
Als beide parken zijn gebouwd, liggen ze dicht bij elkaar en strekken ze zich uit over ruim 30 kilometer. Daarmee behoren ze tot de grootste op het Nederlandse vasteland. Samen zijn ze goed voor een vermogen van 270 megawatt (MW).
De boeren die hun land ter beschikking stellen en daarvoor jaarlijks grote sommen geld ontvangen, zijn eigenlijk de enige verklaarde voorstanders.
Het is op dit moment niet mogelijk om met de initiatiefnemers het gesprek aan te gaan. Woordvoerder Elzo Springer van het project Drentse Monden en Oostermoer geeft aan dat is besloten pas op de plaats te maken richting de media. De bedreigingen leiden er volgens hem niet toe dat het stimuleren van de regionale economie uitblijft. „Bij ons windpark heeft tot nu toe één onderaannemer zijn medewerking gestaakt. Zes anderen hebben zich gemeld om juist wel te werken aan dit project.” Hij relativeert het verzet. „Vanaf grote afstand is het alsof de oorlog is uitgebroken, maar de werkelijkheid is toch anders.”
Naschrift: na publicatie van dit artikel kwam de redactie ter ore dat de geïnterviewde woordvoerder van Tegenwind Veenkoloniën, Jan Nieboer, op 19 juni werd gearresteerd op verdenking van het versturen van dreigbrieven aan bedrijven die meewerken aan de bouw van windparken in Drenthe en Groningen. Samen met een andere man wordt Nieboer ook verdacht van het deponeren van asbest op het land van betrokken boeren. Bron: Dagblad van het Noorden.