Vermissing van Katwijkse blijft raadsel
Tientallen Katwijkers kijken toe als een brandweerkraan de boot het water in takelt. Water waarin de politie woensdagmiddag de vermiste Anja Schaap hoopt te vinden.
Met fiets in de hand staart Mirjam –„geen achternaam”– vanaf de Kanaaldijk naar het heen en weer varende onderzoeksteam. Ze is 33 – dezelfde leeftijd als haar vermiste dorpsgenoot, en dat brengt het gebeuren dichtbij. „Je gaat nadenken: wat als ik ’s nachts alleen uit de kroeg kwam? Het klinkt cru, maar je hoopt eigenlijk dat ze zichzelf iets heeft aangedaan. En dat er niet een gek in Katwijk woont die vrouwen iets aandoet.” Dan lopen ook anderen gevaar, bedoelt ze maar te zeggen.
De vermissing leeft „enorm” in het vissersdorp. „Het gesprek van de dag.” Ze was in het dorp geweest en toen ze de boot zag, wilde ze toch even kijken. Wijzend op haar 4-jarige dochtertje in het fietszitje: „Tegen haar zeg ik maar: Er is wat zoek.” Met een zucht: „En het duurt nu al een week.”
Intussen trekt de boot van de ene naar de andere kant over de Binnenwatering. Bij elk nieuw rondje schuift-ie een meter op. De zoektocht is tevergeefs, zal aan het eind van de middag blijken. Eerder speurden duikers al het water aan de Melkweg af, waar Anja’s tas vrijdag werd aangetroffen. Twee dagen nadat de vrouw woensdagnacht rond 01.50 uur wegging uit een café in het centrum. Ze liep naar huis, maar kwam nooit aan. Om 3.45 uur zou ze nog zijn gezien op de Kanaaldijk, blijkt uit nieuwe informatie die de politie kreeg. Daarna ontbreekt elk spoor.
Het was bij In den Blauwen Bock waar Anja woensdagavond laat nog gewoon een drankje deed, vertelt cafébaas Erik Houtenbos. „Zoals hier elke avond gebeurt. Niets bijzonders.” Triest noemt hij de verdwijning. „Toen ik ervan hoorde, gingen mijn gedachten als eerste uit naar haar. Door heel Katwijk hoor je de verhalen. Iedereen speculeert over wat er gebeurd kan zijn.”
Ook Evelien Schaap –geen familie van de vermiste vrouw– is geschrokken, vertelt ze op het terras van In den Blauwen Bock, waar ze een drankje doet met een vriendin. „Ik ben hier ook altijd uitgegaan. Je kent de wegen en paden en probeert je voor te stellen hoe het moet zijn als je daar om twee uur ’s nachts loopt.”
Niet dat de angst er bij haar nu inzit. „Ik ben niet zo bang aangelegd. Ik heb ook in Amsterdam gewoond, daar is het leven wat enger dan hier. Maar ik kan het wel begrijpen als mensen meer op hun hoede zijn”, haast ze zich te zeggen. „Vooral jonge meiden.”
Bel direct 1-1-2 als u Anja signaleert, roepen posters met haar foto op die zijn opgeplakt in bushokjes, bij winkels en op parkeerautomaten door het hele dorp.
Scootmobiel
„Ik dacht dat ze gevonden was, omdat er net een helikopter overvloog”, zegt André, die zijn scootmobiel op de dijk heeft geparkeerd. Hij woont aan de overkant, wijst hij, maar de zoekactie houdt hem zo bezig dat hij toch maar buiten ging kijken. „Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Ik ken haar van gezicht, maar weet niet waarvan. De hele week loop ik er al over te denken.”
Eerder is hij al langs paden en vijvers gereden om te zoeken. Ja, hij beseft: dan kun je dingen vinden die je niet wilt vinden. „Ik was erop voorbereid. Als ik iets zou zien, zou ik direct mensen bellen. En ik heb ervoor gebeden. Ik geef om anderen. Als ik iemand kan helpen, doe ik dat.”
Op de kade stapt het duikteam van boord. „Als ik het zo bekijk, zijn ze klaar”, merkt André op. „Ik hoop dat ze nog in leven is, maar heb er een hard hoofd in. Iemand kan toch niet van deze planeet verdwijnen?”