Rutte zinspeelt op NAVO-norm van 3 procent
De NAVO-landen zouden zich moeten spiegelen aan de Koude Oorlog, toen „Europeanen veel meer dan 3 procent” van hun bruto binnenlands product (bbp) aan hun defensie besteedden, vindt NAVO-topman Mark Rutte. „De gevaren voor onze vrijheid en veiligheid zijn net zo groot - zo niet groter.”
De NAVO-landen spraken onder grote Amerikaanse druk tien jaar geleden af minstens 2 procent van hun bbp in defensie te steken. Maar „ik kan je vertellen, we zullen veel meer dan 2 procent nodig hebben”, zei Rutte in zijn eerste grote toespraak sinds zijn aantreden als secretaris-generaal. „We zijn niet klaar voor wat ons in vier tot vijf jaar op ons af komt.”
Rutte verbindt zich nog niet met zoveel woorden aan dit concrete nieuwe streefdoel, zei hij. „We hebben meer tijd om dat met de bondgenoten te bespreken.” De Financial Times berichtte donderdag dat de 32 NAVO-landen zich inmiddels beraden over het opkrikken van de norm naar 3 procent in 2030. Volgens de Britse zakenkrant is er ook sprake van een tussendoel van 2,5 procent.
Van de NAVO-landen voldoen er inmiddels 23 aan de oude afspraak van 2 procent. Nederland lukt dat ook voor het eerst, en de Tweede Kamer is bezig de norm nu ook wettelijk vast te leggen.
Rutte riep ook Europese burgers op om hun politici te manen om meer in defensie te steken. Het verhogen van het defensiebudget is momenteel zijn „belangrijkste punt”, onderstreepte hij. „We zijn niet in oorlog, maar ook zeker niet in vredestijd”, waarschuwde de oud-premier in een toespraak voor een Brusselse denktank. We moeten „de volgende grote oorlog op NAVO-grondgebied voorkomen”, aldus Rutte.
De aankomende Amerikaanse president Donald Trump heeft gedreigd dat Europese bondgenoten niet meer op de grote beschermheer kunnen rekenen als zij hun defensie-uitgaven niet opschroeven. Maar grote NAVO-landen als Spanje en Italië zijn nog ver van de norm verwijderd. Laat staan van een mogelijk verhoogd doel.
Critici waarschuwen dat te veel haast kwakkelende Europese economieën in het nauw kan brengen. Ook zou er te weinig menskracht en wapentuig voorhanden zijn om het geld goed te kunnen uitgeven. Verder zouden al te voortvarende NAVO-landen het gevaar lopen hun geld inefficiënt te besteden en dubbel werk te doen.