Column (prof. dr. H. J. Selderhuis): Geen ander Evangelie
Het is gemakkelijk oordelen als je van een afstand van decennia, soms eeuwen, terugkijkt op het handelen van hen die ons voorgingen. Zo gebeurde dat in de voorbije maanden ook rondom het jubileum van 400 jaar synode van Dordrecht. Daarbij kan de indruk ontstaan dat als de contraremonstranten niet zo fanatiek en daarbij wat liever waren geweest, de breuk misschien wel voorkomen had kunnen worden.
Gelukkig doen wij het inmiddels veel beter met onze respectvolle omgang met afwijkende gedachten en andersdenkende personen. Wij passen wel op iemand nog een dwaalleraar te noemen of over een dwaling te spreken, laat staan een opvatting een ketterij te noemen.
Maar ging het dan bij Dordt om emoties, om karakters, om mensen die niet aardig genoeg waren en elkaar niet wilden begrijpen of ging het om het Evangelie zelf? Hadden de contra’s genadiger moeten zijn toen de genade op het spel stond?
Kerkhistoricus Jörg Breitschneider publiceerde zijn dissertatie over het ontstaan van de beweging van belijdende christenen die in de Duitse Evangelische Kirche in verzet kwam tegen opvattingen van theologen als Rudolf Bultmann (”Theologisch Konservativ”, Jörg Breitschwerdt, uitg. Vandenhoeck & Ruprecht; 724 blz.; € 110). De beweging koos als naam ”Kein anderes Evangelium”, omdat de oprichters ervan overtuigd waren dat Schriftkritische theologen een ander Evangelie brachten dan dat van de Schrift.
Breitschneider voert de discussie terug tot op het conflict tussen Luther en Erasmus. Daar ging het om de vraag hoe vrij de wil van de mens is en over de helderheid van de Bijbel. Dezelfde thema’s als die in Dordt aan de orde waren overigens. Erasmus stelde dat de Bijbel op sommige punten helemaal niet zo duidelijk was en dat de mens een eigen bijdrage in het eeuwig heil had. In de geschiedenis van de Duitse protestantse kerk komen die gedachten ondanks Luther weer terug en de theoloog Rudolf Bultmann wordt daarvan als exponent gezien.
Het boek van Breitschneider is dik maar zeker de moeite waard, omdat het laat zien waar het mis kan gaan als niet op het juiste moment klare taal gesproken en klare wijn geschonken wordt. Dat hoeft niet met begrip en liefde voor aanhangers van andere opvattingen te botsen.
Waarschuwen, corrigeren, vermanen en bestraffen zijn ook bewijzen van liefde, als ze maar voortkomen uit liefde voor God, liefde voor de Waarheid en liefde voor de naaste.