Vorig jaar zijn er in ons land 410.000 elektrische fietsen verkocht, een stijging van ruim 40 procent ten opzichte van een jaar eerder. De definitieve doorbraak moet echter nog komen.
Dat de e-bike aan een flinke opmars bezig is, zal niemand zijn ontgaan. Wie er op een zonnige lentedag op de fiets op uittrekt, ziet onderweg steeds meer tweewielers met een accu op de bagagedrager of weggewerkt in het frame. De kans is zelfs aanzienlijk dat u inmiddels zelf bent gezwicht voor een elektrisch exemplaar vanwege het aangename gevoel dat de wind je voortdurend een zetje in de rug geeft.
Als de economische situatie niet opeens verslechtert, zullen er dit jaar meer dan een half miljoen e-bikes worden verkocht. Dat is een opsteker voor de rijwielbranche, niet alleen vanwege de veel hogere verkoopprijs maar vooral vanwege de bijbehorende onderhoudskosten en de noodzaak om na verloop van tijd de accu te vervangen. Wanneer, en vooral: óf, de markt verzadigd raakt, valt lastig te voorspellen.
Volgens de laatste cijfers telt ons land 25 miljoen tweewielers waarvan ‘slechts’ 2 miljoen met een accu. Zo bekeken is er sprake van een enorme vervangingsmarkt, ook al omdat veel tevreden 50-plussers inmiddels toe zijn aan hun tweede of derde elektrische fiets. Daarnaast zullen steeds meer werknemers een dure, snelle e-bike kopen of leasen voor woon-werkverkeer.
Het echte kantelpunt treedt waarschijnlijk op wanneer de elektrische fiets een vertrouwde verschijning vormt op het schoolplein. Net zoals iedere scholier op een gegeven moment een transportfiets wilde hebben met een rieten mand voorop, zo zal de e-bike over niet al te lange tijd de norm zijn onder tieners. Zodra die groep overstag is, staat niets de opmars van dit vervoermiddel nog in de weg, zeker niet wanneer een gewone fiets gezien wordt als gedateerd of als teken van armoede.
Zelf verwacht ik dat de elektrische fiets zo’n vanzelfsprekendheid gaat worden, dat er zelfs geen apart woord meer voor nodig is. Anders gezegd: wie het in de nabije toekomst over „fietsen” heeft, doelt daarmee automatisch op rijwielen met een elektrische ondersteuning. De vraag is eigenlijk alleen nog wanneer beide begrippen synoniem aan elkaar zijn geworden en het in de showroom uitsluitend gaat over de vraag welk model elektrische fiets het deze keer zal gaan worden.
Acht jaar geleden reed ik voor het eerst op een elektrische mountainbike door de Oostenrijkse bergen, toen nog een absolute noviteit. Inmiddels heeft elk zichzelf respecterend merk meerdere modellen in dit segment in de aanbieding en tref je hem steeds vaker aan op vaderlandse bospaden met weinig hoogteverschil. De klassieke racefiets zal er eveneens aan moeten geloven, want ook die worden inmiddels geleverd met een hulpmotor.
De verwachting is dat er dit jaar voor het eerst meer elektrische fietsen verkocht zullen worden dan traditionele. Is die hobbel eenmaal genomen, dan wordt een e-bike al snel de norm en worden woorden als ”fiets” en ”elektrische fiets” onderling uitwisselbaar. Mountainbikes en andersoortige fietsen die nog met louter spierkracht worden voortgedreven, krijgen dan waarschijnlijk een apart hoekje ergens achterin de winkel en vormen een krimpmarkt met een verwaarloosbare omzet.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl