Kerk & religie
Noodhulp in zuidelijk Afrika: „Mensen huilden omdat er aan hen gedacht werd”

Ineengestorte huizen, geruïneerde akkers, en een gebrek aan onderdak, toiletten en voedsel. Dat beeld schetsen hulpverleners van gebieden in Mozambique, Zimbabwe en Malawi die vorige week zwaar zijn getroffen door de cycloon Idai.

27 March 2019 12:03Gewijzigd op 16 November 2020 15:38
Een vrouw met haar kind staat bij beschadigde gebouwen in Beira, Mozambique, afgelopen zondag. Het grootste deel van Beira ligt in puin, nadat een verwoestende orkaan door de stad raasde. beeld Internation Federation of Red Cross and Red Crescent Societie
Een vrouw met haar kind staat bij beschadigde gebouwen in Beira, Mozambique, afgelopen zondag. Het grootste deel van Beira ligt in puin, nadat een verwoestende orkaan door de stad raasde. beeld Internation Federation of Red Cross and Red Crescent Societie

Dorcas, een van de betrokken hulporganisaties, is al jarenlang actief in Chimoio, Mozambique. De organisatie leidt boeren op, ondersteunt lokale bedrijven in de voorziening van schoon drinkwater, en zet zich in voor weeskinderen. Daarnaast werkt Dorcas aan bewustwording in dorpsgemeenschappen rond het uithuwelijken en misbruik van kinderen en vrouwen.

„De cycloon Idai heeft ons werkveld in het hart getroffen”, zegt woordvoerder Siebrand Wierda. „Al onze duurzame ontwikkelingsprojecten liggen nu stil. De putten die we geslagen hebben, staan nu onder water. De vraag is of we die in de toekomst, als het water gezakt is, weer kunnen gebruiken.”

Wierda laat de moed echter niet zakken. „We gaan ons nu richten op de primaire levensbehoeften: voedsel en schoon drinkwater. Over een tijdje, als de situatie weer enigszins stabiel is, gaan we onze grotere projecten weer oppakken.”

Dorcas maakt deel uit van het Christelijk Noodhulpcluster, dat verder bestaat uit EO Metterdaad, Red een Kind, Tear, Woord en Daad en ZOA. Gezamenlijk zijn de organisaties in actie gekomen voor de getroffen bevolking in Mozambique, Zimbabwe en Malawi.

Alleen al in Mozambique zijn volgens milieuminister Celso Correa 128.000 mensen hun huis en have kwijtgeraakt en opgevangen in kampen, berichtte de Volkskrant dinsdag. De focus van het noodhulpcluster ligt op het voorzien in voedsel, drinkwater, dekens en zeildoeken. De organisaties zijn werkzaam in verschillende regio’s binnen de rampgebieden.

Beroerd

In Malawi zijn onder meer de stichtingen Timotheos en Stéphanos actief. Wim Akster, veldwerker van Timotheos, beschrijft de toestand in het land: „De situatie is in een aantal gebieden behoorlijk beroerd. Mensen zijn alles kwijt, veel huizen zijn ingestort. De huizen, opgetrokken van modder en afgedekt met grasdaken, zijn niet bestand tegen de hevige regenval. Kleine riviertjes treden buiten de oevers. In grote vaart sleurt het water huizen en mensen mee. Rotsblokken rollen door het watergeweld van de bergen af. Heel veel mensen zitten in kampen, te wachten tot duidelijk is waar ze naar toe kunnen: terug naar waar ze woonden, of naar hoger land. Op dit moment wordt er weinig hulp geboden.”

Volgens Akster begonnen de problemen in Malawi al een week voor Idai. „Vijf dagen was er extreme regenval, met overstromingen tot gevolg. Toen kwam de cycloon er nog overheen.”

De overstromingen kwamen juist op het moment dat de maïs rijp was. „De oogst zag er perfect uit. Mensen waren zo blij, zo dankbaar. Na meerdere jaren op een rij van tegenvallende oogsten zou het dit jaar eindelijk weer een grote opbrengst gaan worden. Maar door de overstromingen is bijna alles vernietigd.”

Stichting Timotheos is actief in Malawi, maar helpt ook Mozambikaanse vluchtelingen die de grens oversteken. In Malawi heeft de stichting meer dan 120 mensen uit de lokale bevolking in dienst. Er wordt voor gezorgd dat geld van donaties in goede handen terecht komt, aldus Akster. „Elk kamp heeft een eigen register, een lijst met circa 180 huishoudens. Een voor een komen de gezinnen langs voor een survivalkit, wat nauwkeurig wordt geregistreerd.”

Akster signaleert grote tekorten aan slaapplaatsen en toiletten. „Honderden gezinnen zitten opeengepakt in enkele schoollokalen, en vijftien mensen in een klein tentje. Toen wij hier aankwamen, overnachtten 120 mensen in een klein kerkje van slechts 12 bij 4 meter. Men lag op elkaar.”

Daarnaast is er een groot gebrek aan toiletten. „Die zijn wel nodig, anders ontstaan er enge ziektes zoals cholera. Nu graven mensen hun behoefte in de grond. Maar ook daarvoor hebben we doeken nodig om afgeschermde plekjes te creëren.”

De veldwerker ervoer veel dankbaarheid voor zijn werk bij de bevolking. „Mensen huilden omdat er aan hen gedacht werd. Zij ervoeren Gods hulp, want Hij neigt harten zodat men geld wil geven.”

Stéphanos biedt hulp in onder meer Chikwawa, een district in de zuidelijke regio van Malawi. „We delen maïs en sojabonen uit voor de voedselvoorziening op korte termijn”, legt voorlichter Harry Droppert uit. „Voor de lange termijn voorzien we families van gewassen en zaden die ze kunnen zaaien. Verder hebben we een geitenproject. Mensen die zich bij dit project hebben aangesloten, krijgen een geit als hun vorige dier is doodgegaan.”

Een belangrijk aandachtspunt is gezondheid en hygiëne. „We delen muskietennetten uit, ter voorkoming van malaria. Ook bieden we filters en chloortabletten aan, waarmee water gereinigd kan worden.”

Papoea

Door de natuurramp in zuidelijk Afrika dreigt een ander rampgebied aan de aandacht te ontsnappen: de Indonesische provincie Papoea. Ook daar is blijvende hulp nodig, aldus Jan Drost, secretaris van het deputaatschap voor hulpverlening in bijzondere noden van de Gereformeerde Gemeenten. „De aantallen die we tot nu gehoord hebben in Sentani (aan de noordkust van Papoea, MC) en omgeving zijn groot. Naast de meer dan honderd gemelde doden, bijna evenzoveel vermissingen en honderden gewonden, zijn er meer dan 11.000 mensen in opvangplaatsen ondergebracht. Al deze mensen moeten in ieder geval gevoed worden. Er zijn ten minste vier bruggen vernietigd, vijf kerken, acht scholen, en honderden winkels en woningen.”

27032019_nasleepcycloon-Zuid-Afrika.jpg

Gewone leven in Malawi gaat weer door

„Door de bergen naar Chikwawa rijden, is intensief. Zeker nu, na de heftige storm. Op veel plekken ligt zand op de weg.”

Willemien van de Ridder, uitgezonden door stichting Stéphanos, beschrijft de situatie in Malawi. „Kom je de vallei binnen, dan zie je direct de gevolgen van de overstromingen. Geruïneerde maïsvelden, overal water en modder.

Er is een bypass gemaakt op de plek waar de weg een heel eind weggeslagen is. Daar is een diep gat met water ontstaan. Maar het gewone leven gaat weer door. Er wordt markt gehouden, mensen fietsen over de weg alsof er niets gebeurd is. Geiten en koeien lopen regelmatig voor je auto. We stoppen even bij een vrouw die maïs verkoopt en vragen haar naar de prijs van een zak maïs. Die kost 14.500 kwacha, een kleine 18 euro. Vóór de overstroming betaalde je misschien 9000 kwacha (11 euro). En dan te bedenken dat de mensen in de dorpen vaak al arm zijn en de gewassen zijn weggespoeld of staan te rotten. Ondertussen gaan de voedselprijzen omhoog.

Van veel huizen in de dorpjes zijn muren ingestort; je kijkt soms zo de slaapkamer in. Soms is het hele huis bezweken. Geld voor cement is er niet. Er is niet of nauwelijks een fundering en de stenen, vaak alleen in de zon gebakken, zijn met modder gemetseld.

Geiten

We ontmoeten een oude vrouw. Een deel van haar huis is ingestort. De twee geiten die ze in huis had, overleefden dat niet. We horen verhalen over verdronken geiten.

In Maseya, een gebied waar we werken, heeft de oogst veel te lijden gehad, maar zijn minder huizen ingestort. We zijn begonnen met het uitdelen van maïs, zodat men weer eten kan. Morgen hopen we zoete aardappelstekken en cassave uit te delen, zodat ze hun tuintjes weer kunnen beplanten en toch nog voedsel kunnen oogsten. Zoete aardappel heeft alleen de eerste weken goed water nodig na het planten.

De komende maanden zullen andere hulpgoederen volgen, zoals cement en muskietennetten. We zien kinderen lopen in schooluniform, wat erop wijst dat scholen weer zijn begonnen.

Mensen hier zijn wat dat betreft gewend aan tegenslagen. Het gebeurt en ze gaan weer verder. Maar zoals het dit jaar was, hebben ze nog niet eerder meegemaakt. Zoveel water in zo’n korte tijd.

Vanaf Michiru Mountain, een berg vlakbij, zijn steenlawines naar beneden gekomen. Akkers en huizen zijn vernield. Enorme blokken steen bedekken de maïsplanten. Blokken steen die je niet in je eentje wegsjouwt. Kunnen ze die akker ooit weer gebruiken?

Toen ik in februari terugkwam in Malawi was de bevolking optimistisch gestemd. Er was veel regen gevallen, boeren verwachtten daarom 25 procent meer oogst dan in andere jaren. Vorig jaar waren veel oogsten mislukt. De regentijd startte toen goed, maar in de hele maand januari viel toen geen regen, waardoor de maïsplanten verdroogden op het veld. Nu is de oogst grotendeels mislukt.

2019-03-27-KRK4-Angela-3-FC_web.jpg
Angela woont in een huis gebouwd door Dorcas in Mozambique. Daar vangt ze kinderen op die door de ramp hun ouders hebben verloren. beeld Lysanne van de Kamp

Zegen, ondanks angst voor de toekomst

Lysanne van de Kamp (Dorcas) vertelt over een jonge Mozambikaanse vrouw:

„Angela (nu 23) was nog maar een tiener toen haar ouders overleden. Haar ouders lieten niets na, zelfs geen huis. Zo belandde ze samen met haar broertjes en zusjes op straat. Angela is de oudste van zes kinderen en daarom nu het hoofd van het gezin. In 2016 liet Dorcas een huis voor hen bouwen. Ze beschrijft haar ervaring als dakloze als traumatisch. Om die reden bezorgde orkaan Idai haar doodsangsten. Ze vertelt:

„Tijdens de nacht dat de orkaan over ons huis raasde, hoorde ik voorwerpen breken en in het rond vliegen. Mijn buurvrouw Anguista en haar zusje klopten midden in de nacht bij ons aan, omdat haar huis was ingestort. Ik wist zeker dat ook ons huis zou instorten en dat we weer op straat moesten gaan leven.”

Maar dat is niet wat er gebeurde. Het huis staat er nog. Angela noemt dat een zegening. „Wel is het dak losgewaaid. Bij een volgende storm waait het dak er zeker af. Dat maakt me bang voor de toekomst.”

Ik ben geraakt dat Angela haar zegeningen benoemt, ondanks haar angsten. En ze doet nog meer met haar zegeningen: ze deelt ze uit. Sinds de orkaan heeft ze nog vier weeskinderen in huis genomen. Wat een prachtmens.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer