De cycloon Idai heeft in zuidelijk Afrika een spoor van vernielingen achtergelaten. Een vloot aan christelijke hulporganisaties zet alle zeilen bij om de lokale bevolking de helpende hand te bieden.
„Ik verwacht dat de nood komende maanden echt groot zal zijn”, zegt Marleen Adema, woordvoerder van het samenwerkingsverband Kerken helpen Kerken. „Prijzen zijn zó hoog. We verstrekken voedselpakketten, en zaad voor mais, sla en bonen. Maar een groot deel van de vruchtbare grond staat nog onder water. Voordat de gewassen geoogst kunnen worden, zijn we maanden verder.”
Kerken helpen Kerken zet zich in voor de getroffen gebieden in Mozambique, Zimbabwe en Malawi. De drie betrokken partijen –zendingsorganisatie GZB binnen de Protestantse Kerk in Nederland, de Christelijke Gereformeerde Kerken en stichting Verre Naasten binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt– werken samen aan het ondersteunen van partnerkerken in de noodgebieden. Kerk in Actie, de diaconale tak van de Protestantse Kerk in Nederland, werkt volgens hetzelfde principe.
Slagkracht
Adema legt uit waarom de focus ligt op lokale kerken. „De kerken waarmee we samenwerken, liggen meestal midden in een dorp. Leden van deze kerken weten precies wie er wat nodig heeft, en ze hebben een groot netwerk. Jaarlijks zijn er overstromingen. Kerken nemen dan altijd hun verantwoordelijkheid. Mensen weten hen te vinden, en vice versa. Door hun enorme achterban hebben lokale gemeenten een grote slagkracht.”
Met de financiële steun van de christelijke hulporganisaties kunnen de lokale kerken mais en rijst kopen uit Zambia en andere delen van zuidelijk Afrika, waar de oogst dit jaar goed was. Maar dat betekent niet dat er voldoende voedsel voor iedereen is, aldus Adema.
De eerste nood is gelenigd. „We zijn nu bezig met een plan voor de toekomst. Hiervoor willen we 100.000 euro ophalen. Er moet nog wel precies in kaart worden gebracht wat er nodig is. De omvang van de ramp en het aantal slachtoffers is nog steeds onduidelijk.”
Evangeliseren of Bijbels uitdelen doet Kerken helpen Kerken niet. „We willen mensen, ongeacht hun geloof, aan voedsel helpen. Maar er gaat wel een getuigenis uit van het werk dat we doen. Na de aardbevingen in Nepal in 2015 boden christenen de getroffen bevolking niet alleen voedselpakketten aan, maar hielpen ze ook mee bij de bouw van huizen. Mensen vroegen toen: Waarom doe je dat? Hierdoor ontstaan gesprekken over het geloof. Dat biedt kansen, ook om als kerk present te zijn.”