De gulden erfenis van Hellenbroek
Door zijn catechisatieboekje verkreeg Hellenbroek grote bekendheid, maar hij liet meer na. De Stichting Gereformeerd Erfgoed haalt die erfenis onder het stof vandaan. „Hij verbindt de Schrift met de wereldgeschiedenis en heeft inzicht in menselijke motieven.”
Voor het interview heeft ds. A. Schot een oude versie van ”De Kruistriomf van Vorst Messías” uit zijn boekenkast gehaald, een antiquarisch werk in gotische druk. Alleen doorzetters zijn in staat zich erdoorheen te worstelen. Met genoegen toont de predikant van de gereformeerde gemeente te Nunspeet, voorzitter van de Stichting Gereformeerd Erfgoed, de drukproef van de editie die volgende week zal worden gepresenteerd. In een modern lettertype en een fraaie vormgeving. Geschikt voor de lezer van de 21e eeuw.
Welke doelgroep heeft de stichting voor ogen bij de uit te geven werken?
„Dat verschilt per boek. ”Naar Zijn beeld”, de beschrijving van het leven en sterven van Philip Henry door zijn zoon Matthew Henry, zal een veel bredere groep bereiken dan ”Godgeleerdheid” van Petrus van Mastricht. Dat werk was primair bedoeld voor gereformeerde theologiestudenten. Dan is de markt in Nederland niet zo groot. Toch valt de belangstelling ons mee. Op de presentatieavond zijn al heel wat exemplaren verkocht. Dat doet me goed, want de belangstelling voor dogmatiek is in het algemeen helaas tanende, waardoor veel mensen op leerstellig gebied de grootste onzin verkondigen.”
De Stichting Gereformeerd Erfgoed maakt gebruik van reformatorische uitgevers. Wat bepaalt de keuze van een uitgever?
„Tot nu toe werken we samen met Gebroeders Koster, De Banier en Brevier. Als uitgevers werk aanreiken dat past binnen onze doelstelling, staan we daarvoor open. Voor uitgevers is het laten vertalen of hertalen van boeken bij een relatief kleine oplage financieel onaantrekkelijk. Ze verdienen de kosten dan nooit terug. Dankzij onze stichting kunnen we waardevolle werken uit het verleden in een leesbare vorm en tegen een betaalbare prijs op de markt brengen.”
Vanwaar de keuze voor het hertalen van ”De Kruistriomf van Vorst Messias”?
„Dit boek was beschikbaar in een hertaalde uitgave van 2007, een initiatief van Gebroeders Koster, maar die oplage is intussen uitverkocht. Als stichting hadden we al besloten dat we Hellenbroeks verklaring van het Hooglied van Salomo in hertaalde vorm op de markt wilden brengen. In overleg met Koster is besloten om eerst een nieuwe uitgave van de ”Kruistriomf” te realiseren. De editie van 2007 had een aantal verbeterpunten. Het hertalen van de tekst aan de hand van deze uitgave vroeg niet zo veel tijd. Daardoor waren de kosten relatief gering. De nieuwe uitgave is voor de consument 30 procent voordeliger dan die van 2007 en de helft goedkoper dan de niet hertaalde uitgave, die ook nog steeds verkrijgbaar is. We hopen dat hierdoor meer mensen het boek zullen kopen, en nog belangrijker: zullen lezen.”
Wat voegt deze nieuwe uitgave inhoudelijk toe?
„Als stichting geven we de voorkeur aan integrale heruitgaven van het origineel. Daarom bevat deze uitgave van de ”Kruistriomf” ook de voorrede van Frederik Hendrik Hellenbroek, een neef van de schrijver, die er na de dood van Hellenbroek voor heeft gezorgd dat het boek werd gepubliceerd.
Ons bestuurslid A. A. Roukens heeft voor de nieuwe uitgave een korte levensschets van Abraham Hellenbroek geschreven. De verschillende lofdichten zijn toegevoegd als bijlage. Verder is er een register opgenomen met zo’n tweehonderd namen van dichters, filosofen en geschiedschrijvers uit de oudheid die Hellenbroek in dit werk aanhaalt. Door het vermelden van hun geboorte- en sterfjaar en een korte omschrijving zijn deze personen door de lezer beter te plaatsen. Afgezien van de taalkundige herziening geven deze toevoegingen een duidelijke meerwaarde aan de nieuwe editie.”
Wat is de kracht van de preken in ”Kruistriomf”?
„Hellenbroek behandelt in deze preken de hele lijdensgeschiedenis, toch het merg van Gods Woord, met alle verschillende aspecten ervan. Ze bieden een grondige en diepe doordenking van het lijdensevangelie. Dat maakt dit boek tot een prachtig naslagwerk voor predikanten in de lijdenstijd. Ook gemeenteleden kan ik het aanbevelen, voor persoonlijke meditatie.
Exegetisch zitten de preken heel goed in elkaar. Ik zou bijna zeggen: soms te goed. Hellenbroek besteedt rustig drie bladzijden aan het hanengekraai dat Petrus tot inkeer bracht. Dat hoeft van mij niet. Daarin merk je dat de 17e eeuw verschilde van de onze. Mensen konden toen blijkbaar goed luisteren. Het laat wel zien hoe serieus Hellenbroek te werk ging.”
U bent zelf een liefhebber van zijn preken?
„Zeker. Hellenbroek besteedt veel aandacht aan de exegese en is in zijn toepassing direct en christocentrisch. Hij verbindt de Schrift met de wereldgeschiedenis, maar heeft ook inzicht in menselijke gedachten en motieven. Kortom, zijn uitleg is breed en diep. Zijn preken zijn daardoor in zekere zin tijdloos, afgezien van sommige verouderde uitdrukkingen.”
Vergeleken met andere vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie is het bevindelijke element minder aanwezig.
„Het bevindelijke ontbreekt ook bij Hellenbroek niet, maar de nadruk ligt bij hem inderdaad op de uitleg. De toepassing staat daar helemaal los van en zou je soms wel wat meer uitgewerkt willen zien.
Hellenbroek was een sterk dogmatische denker; dat merk je ook in zijn catechisatieboekje. Hij had een duidelijke theologische visie, waarin het gevoel een ondergeschikte plaats had. Wellicht had dat voor een deel te maken met zijn karakter. Wilhelmus à Brakel, een collega van Hellenbroek in Rotterdam, brengt in zijn ”Redelijke Godsdienst” de dogmatiek dichter bij het hart, dat valt niet te ontkennen. Al bevat ook het boekje van Hellenbroek een aantal persoonlijke vragen en zou ik zijn preken zeker niet onbevindelijk willen noemen.”
Ziet u overeenkomsten tussen uzelf en Hellenbroek?
„Wat ik herken, is de minutieuze en gestructureerde exegese. De Bijbeltekst pelt hij woord voor woord uit. Dat is ook een liefhebberij van mij. Ik preek liever over een korte tekst die ik helemaal ontleed, dan over een complete perikoop waardoor je maar wat globale lijnen kunt trekken. Wat me verder bijzonder in Hellenbroek aanspreekt, is zijn vergelijken van Schrift met Schrift en de persoonlijke spits. Ook kerkmensen moeten bekeerd worden en er is onderscheid in het geestelijk leven van Gods kinderen. De toepassing is heel direct: onderscheidend, vermanend en vertroostend.”
Hij had ook een uitgesproken mening over de voordracht. Kenmerk van een evangelieprediker is volgens Hellenbroek dat hij zijn werk doet zonder veel stemverheffing.
„Ook daarin ervaar ik verwantschap. Op onze Theologische School, waar ik homiletiek en symboliek doceer, wijs ik de studenten erop dat het Woord van God op de voorgrond moet staan en onze persoon op de achtergrond. Niet dat je jezelf en je emoties moet uitschakelen. Als het goed is, voelen de mensen dat de boodschap die je brengt door jezelf is heengegaan, maar het kan enorm hinderend zijn wanneer de prediker de aandacht heeft en niet de Schrift.”
Hellenbroek beoordeelde zijn eigen tijd zeer somber, als „een eeuw waarin men zich aan Bijbel nog regel bindt, maar zijn eigen rede tot meester maakt over Goddelijke waarheden.” Terecht?
„Zeker. Hij zag toen al de verwoestende werking van de verlichting. Ook daarin is hij actueel voor onze tijd. Het laten heersen van de menselijke rede over de Schrift is in de loop der eeuwen alleen maar toegenomen. Wat dat betreft verkies ik de eeuw van Hellenbroek boven de onze; van het Rotterdam uit zijn tijd is niets meer over.
Tegelijk is het niet Bijbels om terug te willen naar het verleden omdat toen alles beter was. Dan zien we het te rooskleurig. Ook onze tijd heeft mooie dingen. Het moet ons niet gaan om een terugkeer naar vroeger, maar om een terugkeer naar de Schrift.”
Stichting Gereformeerd Erfgoed
De in 2017 opgerichte Stichting Gereformeerd Erfgoed wil „theologisch erfgoed van ons voorgeslacht toegankelijk maken voor de huidige en toekomstige generaties.” Dit gebeurt door het hertalen of vertalen van oude Nederlandstalige, Engelstalige en Latijnse werken in modern Nederlands. Op donderdag 21 februari wordt in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente te Gouda (Nieuwe Gouwe Oostzijde 2b, aanvang 19.30) een herziene editie van ”De Kruistriomf van Vorst Messías” gepresenteerd. Het boek bevat 48 lijdenspreken van Abraham Hellenbroek. Tijdens de presentatie worden korte referaten gehouden door drs. C. J. J. Clements, ds. D. Heemskerk en ds. A. Schot, voorzitter van de stichting. Momenteel wordt gewerkt aan een heruitgave van Hellenbroeks verklaring van het Hooglied van Salomo. Eerder bracht de stichting een levensbeschrijving van Philip Henry uit, geschreven door zijn zoon Mattthew Henry, en het eerste deel van het zesdelige werk ”Godgeleerdheid” van Petrus van Mastricht.
Abraham Hellenbroek
Ds. Abraham Hellenbroek (1658–1731), vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie, was afkomstig uit een Amsterdams koopmansgeslacht. Hij studeerde letteren en filosofie aan het Athenaeum Illustre in zijn geboortestad en filosofie en theologie aan de Leidse universiteit. Na zijn studie was hij achtereenvolgens predikant in Zwammerdam (1682-1691), Zwijndrecht (1691-1694), Zaltbommel (1694-1695) en Rotterdam (1695-1728). Zijn bekendheid heeft Hellenbroek vooral te danken aan zijn catechisatieboekje ”Voorbeeld der Goddelijke waarheden”, dat in 1706 verscheen. Binnen de rechterflank van de gereformeerde gezindte is het nog steeds in gebruik. In 1765 werd een Engelse vertaling voor de gereformeerde kerk in Amerika op de markt gebracht. Tussen 1702 en 1710 publiceerde Hellenbroek de vier delen van zijn werk ”De evangelische Jesaja”; tussen 1718 en 1720 zijn tweedelige verklaring van het Hooglied. Na zijn dood verschenen zijn ”Bijbelse keurstoffen”, ”De Kruistriomf van Vorst Messias”, ”Nuttige Mengelstoffen” en ”Gods getrouwe waarschuwing door de profeet Jeremia”. Dankzij Stichting Gereformeerd Erfgoed komt er van verschillende werken een betrouwbare en toegankelijke hertaling.