Sjoerd-Martijn: De laatste jaren gok ik een stuk minder
Hij is dolblij met zijn eigen stekje, al wordt de eenzaamheid hem soms te veel. Dan duikt Sjoerd-Martijn Siegers een gokhal in. Toch is hij positief. „Ik ben dankbaar dat ik een baan heb en word blij van mijn werk.”
Grijnzend staat Siegers (44) bij de voordeur van zijn appartement het bezoek op te wachten. Op vierhoog in Schiedam. „Leuk hé, dat er geen lift is?” Binnen klinkt het lied ”Heilig, heilig, heilig” uit de speakers naast een computerscherm. „Ik zet Groot Nieuws Radio maar uit, dat praat makkelijker.”
Siegers wijst naar buiten in de richting van de haven, waar de lichten van schepen voorbijglijden. „Bij helder weer kan ik de Rotterdamse Erasmusbrug zien.”
De woonkamer, ingericht met spullen uit de kringloop, oogt sober. Aan de wanden hangen enkele foto’s van Rotterdam. Op de tafel bij de zithoek ligt een grote klok.
Siegers woont inmiddels twee jaar in het appartement. Voor die tijd sliep hij jarenlang op campings, in schuurtjes, bij vrienden of bij het Leger des Heils. „Ik was nergens thuis en uiteindelijk klaar met mijn treurige leventje. Mede dankzij de hulp van mensen van stichting Ontmoeting kreeg ik een urgentieverklaring en kwam dit huis in beeld. Trouwens, als ik nooit was gaan gokken, had ik een vrijstaande woning kunnen aflossen.”
Het had weinig gescheeld of Siegers was door zijn gokverslaving het huurhuis waarin hij nu woont uitgezet, omdat hij zijn vaste lasten nauwelijks kon betalen. „Regelmatig ga ik naar het dienstencentrum van Ontmoeting in Rotterdam om een handje te helpen. De tramhalte ligt tegenover een gokhal. Het gebeurt dat ik op weg ben naar Ontmoeting en in die gokhal beland, zonder dat ik weet hoe dat gegaan is. Pas later op de avond realiseer ik mij dat.”
Stelen
Siegers groeit op in Utrecht in een christelijk gezin dat lid is van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Na zijn geboorte kampt zijn moeder met een postnatale depressie. In de eerste jaren zorgt zijn zus veelal voor hem. „Op haar achttiende is ze het huis uit gevlucht. Het was er niet gezellig. Mijn vader zag ik bijna nooit, hij was altijd aan het werk en kon explosief reageren als hem iets niet zinde. Mijn ouders gaven ons weinig liefde.”
Oudere kinderen leren Siegers stelen. Op zijn vijfde pikt hij al spullen uit winkels en rookt en drinkt hij af en toe. „Ik ben behoorlijk eigenwijs en mijn moeder kon mij niet de baas. Daarom ging ik in de weekenden naar gastgezinnen. Die gastouders snapten niet wat het probleem was, want ik sprak hen met u aan en at netjes met mes en vork. Thuis en op school zette ik echter de bloemetjes buiten en was ik steeds moeilijker te hanteren.”
Op de middelbare school gaat het niet beter. Zo wordt Siegers een keer geschorst vanwege diefstal en de verkoop van illegaal vuurwerk. Sowieso spijbelt hij iedere vrijdag om op de veemarkt in Zwolle een centje bij te verdienen.
Hij woont in die tijd in een pleeggezin. „Ik had regelmatig fikse ruzie met mijn pleegvader. Hij vernederde mij, sloeg me en dreigde met een hooivork.”
Als Siegers anderen vertelt wat er gebeurt, wordt hij overgeplaatst naar de gesloten jeugdinstelling Harreveld, gelegen in het gelijknamige dorp in de Achterhoek. „Daar zit pas echt schorriemorrie.”
Siegers erkent dat ook hij geen mak schaap is geweest. „Ik heb veel moeite met autoritaire mensen. Als iemand mij onrecht aandoet, sla ik er snel op los. Ik snap dat iemand mij soms een klap heeft gegeven als ik weer eens het bloed onder zijn nagels vandaan haalde. Wat ik echter niet goed vind, is dat mensen mij vaak vanuit hun eigen frustratie hebben geslagen.”
Gokkast
Als hij zeventien is, gooit Siegers een keer 2 gulden in een gokkast en krijgt hij 25 gulden terug. Na die eerste keer is hij verkocht. „De kans om te kunnen winnen, triggert mij. Gokken geeft me een geluksgevoel door de lampjes en de geluiden. Ik ga graag de uitdaging aan om slimmer te zijn dan een gokkast. Gek genoeg kom ik tijdens het gokken tot rust, ondanks het feit dat mijn verslaving mij de grootste narigheid heeft bezorgd. Soms zat ik van ’s morgens 9 uur tot ’s nachts 2 uur te gokken met vier kasten tegelijk. Al mijn geld ging eraan op.”
Om zijn verslaving te bekostigen, pleegt Siegers diefstallen, ontvreemdt hij portemonnees van collega’s en vervalst hij contracten. „Geef een verslaafde een kleine kans en hij vindt een manier om je voor de gek te houden en zo aan geld te komen.”
Siegers liegt „de hele wereld” bij elkaar om zijn verslaving te verbloemen. „Als het water mij aan de lippen stond of als ik een dak boven mijn hoofd nodig had, probeerde ik af te kicken. Die pogingen mislukten, vanwege het programma-aanbod en omdat ik zelf onvoldoende gemotiveerd was.”
Bidden
Sinds 2017 gokt Siegers naar eigen zeggen een stuk minder. Hij probeert zijn schulden weg te werken. Op eigen verzoek staat hij sinds twee jaar onder bewindvoering. „Ik moet tegen mezelf beschermd worden. Soms is één maas in het net al voldoende om te gaan gokken. Een enkele keer kies ik er bewust voor als de eenzaamheid mij te veel wordt. Contact met mijn familie heb ik niet meer en er komt hier nauwelijks iemand over de vloer.”
Sinds september werkt Siegers bij een slopersbedrijf. „Ik ben daar ontzettend dankbaar voor en word blij van m’n werk.”
Elke zondag bezoekt hij de dienst die Ontmoeting belegt. „Ik lees weer uit de Bijbel en ik bid elke dag. Voordat ik naar mijn werk ga, beluister ik een Bijbelstudie op Groot Nieuws Radio. Dit alles geeft stuur aan mijn leven en maakt mij stabieler. Zaken die mij irriteren, leg ik in het gebed voor aan God. En dat helpt, want ik heb veel minder vaak last van een kort lontje.”